maandag 28 mei 2018

Eem, jij neemt ons op je rug, al bijna 100 jaar!

door Cees Roodnat


Dit jaar viert de Baarnse Watersportvereniging De Eem (voor roeiers én zeilers) haar 95-jarige bestaan. Halverwege de 19 kilometers die ons vaarwater lang is, staat in een bocht naast de voormalige Zweminrichting (opgericht in 1916) het fraaie houten onderkomen van de watersportvereniging, het zoveelste in haar lange bestaan. Vóór ik lid werd wist ik niet eens dat er een rivier langs ons dorp stroomde. 



De Eem verstopt zich bijna in het omringende Eemland. Ik roei al meer dan dertig jaar in een z.g. heren-acht. Onze ploeg wordt smalend de OLA (ouwe lullen acht) genoemd omdat meer dan de helft van haar leden al bijna net zo oud is als de club zelf. Dus leek mij één avontuur van die ouwe lullen uit die 30 jaar niet ongeschikt voor deze historische rubriek.

De onfortuinlijke OLA (Ouwe Lullen Acht)

Praamgracht
Het was die zaterdag in november van het jaar 2000 al aardig fris. Om 10.30 uur zijn de OLA-heren probleemloos uitgevaren. Geen ijsgang. Bladstil. Het water glad als een spiegel. Niets wijst nog op de catastrofe die nog geen half uur later zal plaatsgrijpen. Ontspannen maar geconcentreerd wordt de Praamgracht voorbij geroeid. Enige minuten na de afvaart van de OLA steekt een tweede boot van wal. Een frêle dame heeft de stuurtouwtjes strak in handen. Met hun gemiddelde leeftijd van 65+ en indrukwekkende conduitestaat hebben de OLA-veteranen een perfectie bereikt die zonder weerga is in de roeierij. Hen kan weinig overkomen. In een bocht van de Eem, dicht aan het water, staat een eeuwenoud pand. Dit kloeke gebouw, bekend als Zwarte Willem, was vroeger een uitspanning waar beurtschippers, boeren en buitenlui, graag een kelkje hieven. Het is het punt waar veel roeiers besluiten de steven te wenden om vlotwaarts te keren. Dit keerpunt zal deze winterse ochtend een nog diepere betekenis krijgen.
Zwarte Willem (Bron: De Eem verborgen rivier van
Koos Termorshuizen en Jos Wassink, 2007)

Het is 11 uur. Strijk en haal! En strrijk, en hhhhaaaaal! Als het ronden is geklaard maakt een lichte opwinding zich van de roeiers meester. Verwachtingsvol buigt men zich naar voren om toch maar niets te hoeven missen van wat de ‘keerpuntmop’ is gaan heten. Stuurman P. (onthoud die naam) heeft hier patent op. Ook deze keer brengt zijn pikante grap de ploeg tot ongekende vrolijkheid. Nog na-gniffelend zet de bemanning zich weer in beweging. Een bleek zonnetje breekt om 11.03 uur door het wolkendek en boort een flauw schijnsel door de zonneklep van de roerganger. Onverhoeds en akelig dichtbij doemt van links een silhouet op. Vier heren met stuurvrouw schieten als een schicht langszij en boren zich onder luid gekraak in onze achtersteven. De schrik is gigantisch. Even is het akelig stil. Dan breekt een pandemonium aan verwijten en verontschuldigingen los. Hoewel de schade op het eerste gezicht beperkt lijkt, kolkt onder de waterlijn het zwarte water met kracht het schip binnen.

Clubgebouw in 2000, tekening Harry Rentema

Baarnsche Zweminrichting anno 1916
In de OLA is het de boegroeier die als eerste alarm slaat. Stotterend doet hij verslag van het wassende water in zijn polyester badkuipje. De roeier vóór hem maant panisch tot strijken. Iedereen commandeert iedereen, niemand luistert. Tien meter terug lonkt Zwarte Willem. Godlof is de wallekant ervoor voorzien van een trappetje. Nooit duurden zo weinig meters zo lang. 11.15 u – Met een bonk slaat de bakboord-dol van O. tegen de beschoeiing. Gevaarlijk reikend en met uiterste krachtsinspanning slaat hij zijn nagels in het tropisch hardhout. Uit de vier klinkt gejuich. Zij wenden de steven om ter vereniging  hulp te gaan organiseren. “We made it!” stelt T. nuchter vast, maar niemand begrijpt hem. Het is bitterkoud. Om 11.25 u doet de bewoner van Zwarte Willem korzelig open. “Of de heren soms gaan kamperen”, vraagt hij cynisch. Een kletsnatte roeier vraagt of hij misschien even mag opbellen. De man draait zich bruusk om en gaat zwijgend naar binnen. Even later gaat de deur op een kier open. Een arm met mobieltje steekt naar buiten. “Scheutig is anders” mompelt R. op veilige afstand. Na enige tijd herverschijnt de man en vraagt dof of de heren koffie willen. Dat willen ze wel. Tot hun verbazing zwaait een minuut later de deur opnieuw open en nodigt de bewoner ons met onvermoede hartelijkheid in zijn geplavuisde woonkamer, waarna hij ons voor gaat naar het achterhuis. Daar blijkt zich in zakformaat een complete café-inrichting te bevinden met alles erop en eraan. “ Ga zitten” roept de kameleon, joviaal op exact acht barkrukken wijzend. Terwijl zijn vrouw de koffie voorbereid neemt hij achter het mini-barretje plaats waarop hij met gevoel voor theater negen kelkjes plaatst. Klokkend worden die tot de rand gevuld met Jaegermeister. Om 11.30 uur gaat in het clubgebouw de telefoon rinkelend over. Een struise vrouw luistert aandachtig en maant de aanwezigen tot stilte. De gesprekken stokken. Na haar toelichting reppen enkele dames en heren zich, luid overleggend, in alle richtingen.

Redding
“Als we maar op tijd komen. Onderkoeling kan fataal zijn op die leeftijd...” peinst de chauffeur van de auto op kop zorgelijk. Een tweede en derde  auto volgen op gepaste afstand. Als zij met gierende banden het erf van Zwarte Willem opdraaien valt daar geen levende ziel te bespeuren. De halfverzopen maar verlaten heren-acht hangt diagonaal in het water, het piepende roertje 20cm boven de waterspiegel. Tussen wal en schip drijven twee gymschoenen. “Geen paar” stelt een der redders ontredderd vast. In een oude perelaar fluit schril een kapsijsje. Op het moment dat de redders besluiten de omliggende weilanden af te gaan zoeken, opent zich in de zijgevel van het pand achter hen een klein stalraam. Daarachter klinkt geroezemoes van stemmen, gelach, gerinkel van glazen. Daar bovenuit het door drank vervormde stemgeluid van een goede bekende. “Kkomt een vwoutje bij dde dokter. Zzegt se, dokter, ik hheb toch zooo’n last van...” De mannen buiten wisselen veelbetekenende blikken en bellen aan.

P.S. Wilt u ook wat beleven? Huur eens een roeibootje bij Zwarte Willem. Of nog beter, wordt lid van de watersportvereniging. 



Cees Roodnat















Dit verhaal verscheen op maandag 28 mei 2018 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com