Van Wim Veldhuizen kregen we het navolgende verhaal over de 2e Wereldoorlog.
Bevrijding
van Kamp Dachau
Op 28
maart is er een presentatie van leerlingen van het Baarnsch Lyceum over Het
Duitse concentratiekamp kamp Dachau bij München. RTV-Baarn zal hier een
samenvatting van geven. Vanuit een heel andere hoek komt het nu volgende relaas
over Dachau. Op 29 april 1945 werd het concentratiekamp Dachau bevrijd. Dat was
een ‘Vernichtungslager’, een vernietigingskamp. De 1e luitenant Bill
Walsh was één van de eerste van de Amerikanen, die het kamp binnenkwamen. Hieronder
volgt een vrije interpretatie van zijn verhaal. Hij vertelde het bij zijn
bezoek aan Europa eind april, begin mei 1970.
Hier volgt het relaas van 1e Luitenant Bill Walsh.
Toen we Zuid-Frankrijk binnen vielen, was ik ingedeeld bij de 157e
compagnie infanterie van de 45e divisie. We vochten ons een weg naar
het noorden. De gevechten in de Vogezen zullen me nog lang bij blijven. Toen we
München naderden had ik dus al veel
meegemaakt. Wij dachten dat Dachau een gewoon interneringskamp was en wilden zo
snel mogelijk de gevangenen bevrijden en dan oprukken richting Berlijn.
We kwamen die dag zonder zware gevechten aan bij Dachau, een
lieflijk klein Beiers stadje. Een half uurtje later kwamen we bij het
stationnetje en maakten kennis met wat Hitlers ‘Endlösung’ betekende. Ik
geloofde mijn ogen niet. Waren dat echt lijken, die in die wagons lagen? Dat
kon niet waar zijn! Ik had het gevoel in elkaar te zakken. Maar het was
werkelijk waar: wagons vol met lijken.
Maar het waren geen soldaten die in een gevecht gesneuveld waren. Die aanblik
kende ik helaas maar al te goed. Het waren burgers, mannen, vrouwen, kinderen.
Ik schreeuwde het bijna uit van woede en ongeloof. Wie had dit op zijn geweten?
Toen kwam er een jonge, blonde Duitse officier aangelopen. Keurig
in uniform met onderscheidingen en al. Het flitste door mijn hoofd: ‘Waar was die
man en wat deed hij toen deze trein aankwam?’ We joegen hem in een wagon en
sloten hem daar op bij de doden. De manschappen die ons volgden wilden verder
terwijl wij de verdedigers van het kamp verzamelden en splitsten in SS en
anderen. We wisten niet dat de ware schuldigen al gevlucht waren. We kwamen bij
de gracht en de omheining van het kamp toen gejuich van de gevangen losbrak. We
riepen hen toe zich kalm te houden en dat eten en hulp vlak na ons kwam. We
gaven alles wat we bij ons hadden. Eén gevangene sprak Engels. Ik geloof dat
het een Nederlandse marine officier of zeeman was. Hij wilde ons laten zien wat
er binnen het kamp had plaatsgevonden. We gingen het kamp binnen, werden omhelsd en gekust door de
broodmagere gevangen in hun merkwaardige kleding. Ik wist niet wat me overkwam.
We passeerden een rij naakte lijken en dat vervulde mij met
afschuw. Vervolgens gingen we de barakken in en wat we daar zagen tart elke
beschrijving. In de stapelbedden staarden holle ogen mij aan vanuit
verschrompelde schedels. Een oude, afgeleefde man reikte mij met zijn zwakke
hand een Duitse sigaret aan. Ik weigerde beleefd, maar de gevangene die mij
rondleidde fluisterde: ‘Neem het aan. Het is zijn enige bezit, maar hij wil het
jou geven.’Ik ging naar hem toe en accepteerde voorzichtig de sigaret. Even
verderop waren de hondenkennels. Sadistische SS-ers lieten die honden op de
gevangenen los. Nog verder waren de verbrandingsovens, waar de lijken opgestapeld
lagen te wachten op verbranding.
Ik voelde me miserabel en dacht dat het een nachtmerrie was, maar
de vermagerde gevangenen om ons heen waren het bewijs dat we dit echt
meemaakten en we werden ons bewust van de verschrikkingen van het kamp.
Weer terug bij de poort waren daar inmiddels mijn kolonel en een
generaal van een andere divisie aangekomen. Ik moest rapport uitbrengen over de
situatie. Het bevrijden van een concentratiekamp hadden we nooit geoefend.
Alles was nieuw voor ons, afschuwelijk nieuw.
Toen ik weer terug was in de Verenigde Staten bezocht ik mijn
vader, die in de Eerste Wereldoorlog in Europa had gevochten. Hoewel hij daar
vreselijke ervaringen had opgedaan, kon hij mijn verhaal nauwelijks geloven. Helaas
is het maar al te waar.
Met dank voor het verhaal aan: Wim Velthuizen in Baarn
Leen Bakker |
Geplaatst door L.J.A.Bakker
http://www.grijsvuur.nl
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter