In november 1984 genoten een kleine twee honderd fans van onze plaatselijke amateurtoneelvereniging ”Ons Genoegen” in de grote zaal van Astoria zichtbaar van de klucht ”Opa ziet spoken”. Het was de tweede keer dat Ons Genoegen dit stuk opvoerde. Zaterdag 17 november jl. trok de eerste uitvoering ook al een volle zaal. En terecht, want wat we te zien kregen voldeed aan de verwachtingen. Toneelprestaties zoals we die in de loop der jaren van Ons Genoegen gewend zijn. Het maandenlang instuderen van de teksten en het repeteren onder leiding van regisseur Jan van Keken wierp dan ook vruchten af. Collectief leverde Ons Genoegen een gedegen uitvoering. Het stuk was het gezelschap op het lijf geschreven en de zaal raakte snel geboeid door de geheel eigen wijze waarop de uit vier bedrijven bestaande klucht werd gebracht.
De plaats van handeling was de oer gezellige huiskamer (met
stoelen van de Spullenhulp) van een oer Nederlands gezin in het mondaine
Noordwijk. Een vakantieplaats bij uitstek. De woonplaats van de familie van der
Niet, die tijdens het badseizoen een groot deel van het huis verhuurt. Dit jaar
zijn het vier gasten, een kwartet van een uiteenlopend pluimage. Dat blijkt al
in het eerste bedrijf. De goedmoedige Jaap van der Niet (keurig vertolkt door
Wim Epskamp) en zijn vrouw Sjaan (Marian Buitendijk) zijn in afwachting van hun
gasten. Als eerste arriveren Herman Steenbreek en zijn vrouw. De bescheiden
Herman Steenbreek (komisch vertolkt door Piet Stalenhoef) wordt aanvankelijk
geheel gedomineerd door zijn norse vrouw Coba (Francien Koenen). Hij is zelfs
zo bang dat hij z’n flesje cognac in zijn broekzak bewaard. Professor
Watergruwel, die even later ten tonele verschijnt, is micro bioloog en staat
geboekstaafd als een verstokte vrijgezel. Gijs de Vries gaf op de juiste wijze
inhoud aan dit personage, dat uit angst voor de bacteriën constant zijn handen
aan een doekje afveegde.
De vierde gast is de frivool uitziende Liesje Zoethout
(Machteld Harskamp) die de professor snel het hoofd op hol brengt. Zij blijkt
later ook het vriendinnetje van de helemaal niet zo bescheiden zijnde Herman
Steenbreek te zijn. Opvallend was de verschijning van Opa (de vader van Sjaan)
die duidelijk niet tevreden was met zijn plaatsje op de zolderkamer. Hij vond
die badgasten maar niks, toch moest hij zich schikken naar de situatie en dat
deed hij voortreffelijk.
Dochter Maartje van der Niet verleende tussendoor hand en
spandiensten. Een rol die Anita van der Veer zeker paste. Als blijkt dat ’s
nachts de schilderijen en andere spullen in de huiskamer door ’’spoken” worden
verplaatst besluit opa met Herman Steenbreek op wacht te gaan staan. Dan blijkt
dat Liesje en de professor, de laatste is hopeloos verliefd op Liesje geworden
met een ware gedaanteverwisseling als gevolg daarvan, de daders zijn. Tijdens
hun slaapwandelingen door de huiskamer worden zij opgeschrikt door lampenkap
Herman en Opa, die zich in een kist verstopt had. Van spoken was dus helemaal
geen sprake.
Komische kwinkslag aan het einde van het vierde bedrijf was
nog dat een laatste kus van Liesje voor Herman tot gevolg heeft dat de
verliefde Liesje flauw valt. Na vervolgens in de armen van Jaap en Opa gelegen
te hebben komt Liesje op de bank weer bij kennis, waarmee een hoop ’’narigheid”
definitief wordt opgelost en iedereen rustig kan gaan slapen.
Opa, een op het lijf geschreven karikatuur voor Henny
Berghuizen, en buurvrouw Stien (deze rol vertolkte Mien Suik op de haar bekende
uitstekende wijze) zorgden beide voor de nodige komische noten in deze leuke
klucht van Aad Caspers. Deze gaf het stuk nog de ondertitel ’’Kamers met
ontbijt” mee, maar aan het ontbijt kwam Ons Genoegen in dit stuk niet toe. Het
bleef bij voortreffelijke koffie en cognac in de avonduren, uitstekend
geserveerd en Sjaan van der Niet vertelt onthutsts van de eerste kennismaking
met haar gasten. Echtgenoot Jaap en buurvrouw Stien luisteren aandachtig.