vrijdag 17 december 2021

Klucht ”Opa ziet spoken”

In november 1984 genoten een kleine twee honderd fans van onze plaatselijke amateurtoneelvereniging ”Ons Genoegen” in de grote zaal van Astoria zichtbaar van de klucht ”Opa ziet spoken”. Het was de tweede keer dat Ons Genoegen dit stuk opvoerde. Zaterdag 17 november jl. trok de eerste uitvoering ook al een volle zaal. En terecht, want wat we te zien kregen voldeed aan de verwachtingen. Toneelprestaties zoals we die in de loop der jaren van Ons Genoegen gewend zijn. Het maandenlang instuderen van de teksten en het repeteren onder leiding van regisseur Jan van Keken wierp dan ook vruchten af. Collectief leverde Ons Genoegen een gedegen uitvoering. Het stuk was het gezelschap op het lijf geschreven en de zaal raakte snel geboeid door de geheel eigen wijze waarop de uit vier bedrijven bestaande klucht werd gebracht.

De plaats van handeling was de oer gezellige huiskamer (met stoelen van de Spullenhulp) van een oer Nederlands gezin in het mondaine Noordwijk. Een vakantieplaats bij uitstek. De woonplaats van de familie van der Niet, die tijdens het badseizoen een groot deel van het huis verhuurt. Dit jaar zijn het vier gasten, een kwartet van een uiteenlopend pluimage. Dat blijkt al in het eerste bedrijf. De goedmoedige Jaap van der Niet (keurig vertolkt door Wim Epskamp) en zijn vrouw Sjaan (Marian Buitendijk) zijn in afwachting van hun gasten. Als eerste arriveren Herman Steenbreek en zijn vrouw. De bescheiden Herman Steenbreek (komisch vertolkt door Piet Stalenhoef) wordt aanvankelijk geheel gedomineerd door zijn norse vrouw Coba (Francien Koenen). Hij is zelfs zo bang dat hij z’n flesje cognac in zijn broekzak bewaard. Professor Watergruwel, die even later ten tonele verschijnt, is micro bioloog en staat geboekstaafd als een verstokte vrijgezel. Gijs de Vries gaf op de juiste wijze inhoud aan dit personage, dat uit angst voor de bacteriën constant zijn handen aan een doekje afveegde.

De vierde gast is de frivool uitziende Liesje Zoethout (Machteld Harskamp) die de professor snel het hoofd op hol brengt. Zij blijkt later ook het vriendinnetje van de helemaal niet zo bescheiden zijnde Herman Steenbreek te zijn. Opvallend was de verschijning van Opa (de vader van Sjaan) die duidelijk niet tevreden was met zijn plaatsje op de zolderkamer. Hij vond die badgasten maar niks, toch moest hij zich schikken naar de situatie en dat deed hij voortreffelijk.

Dochter Maartje van der Niet verleende tussendoor hand en spandiensten. Een rol die Anita van der Veer zeker paste. Als blijkt dat ’s nachts de schilderijen en andere spullen in de huiskamer door ’’spoken” worden verplaatst besluit opa met Herman Steenbreek op wacht te gaan staan. Dan blijkt dat Liesje en de professor, de laatste is hopeloos verliefd op Liesje geworden met een ware gedaanteverwisseling als gevolg daarvan, de daders zijn. Tijdens hun slaapwandelingen door de huiskamer worden zij opgeschrikt door lampenkap Herman en Opa, die zich in een kist verstopt had. Van spoken was dus helemaal geen sprake.

Komische kwinkslag aan het einde van het vierde bedrijf was nog dat een laatste kus van Liesje voor Herman tot gevolg heeft dat de verliefde Liesje flauw valt. Na vervolgens in de armen van Jaap en Opa gelegen te hebben komt Liesje op de bank weer bij kennis, waarmee een hoop ’’narigheid” definitief wordt opgelost en iedereen rustig kan gaan slapen.

Opa, een op het lijf geschreven karikatuur voor Henny Berghuizen, en buurvrouw Stien (deze rol vertolkte Mien Suik op de haar bekende uitstekende wijze) zorgden beide voor de nodige komische noten in deze leuke klucht van Aad Caspers. Deze gaf het stuk nog de ondertitel ’’Kamers met ontbijt” mee, maar aan het ontbijt kwam Ons Genoegen in dit stuk niet toe. Het bleef bij voortreffelijke koffie en cognac in de avonduren, uitstekend geserveerd en Sjaan van der Niet vertelt onthutsts van de eerste kennismaking met haar gasten. Echtgenoot Jaap en buurvrouw Stien luisteren aandachtig.