door Paul van Hutten
Er is sinds de aansluiting van Baarn op het spoorwegnet in 1874 steeds behoefte geweest aan meer woningen in Baarn. Ook een eeuw geleden was er een grote vraag. Het gemeentebestuur komt daarom eind 1921 met een rigoreus uitbreidingsplan. Een voorstel om woningen te bouwen in meerdere bosgebieden.
In het plan worden de domeingronden Baarnse Bos, Paardenbos en Roosterbos genoemd, en ook het Pekingbos. Ook andere terreinen zijn onderdeel van de plannen, maar dat laten we hier buiten beschouwing. De meeste van de bossen behoren op dat moment nog tot het Koninklijk Domein, het Pekingbos is echter al enkele jaren eerder in de handen van een 'exploitant' overgegaan. Er is, afgaande op de berichtgeving, wel onduidelijkheid en discussie over de status van dit plan. Is het slechts het aangeven van kaders waarbinnen bebouwing ooit zal kunnen plaatsvinden of is de bedreiging van de bossen acuut? Voor- en tegenstanders spreken zich fel uit in de gemeenteraad.
Een schrijvende inwoner wijst erop dat het bestuur echt niet van zins is om de 325 ha(!) grond die dit plan behelst, direct aan te kopen, en dat er alleen al in het Roosterbos (60 ha) meer huizen gebouwd kunnen worden dan Baarn in 100 jaar nodig zal hebben. Het is echter een verzoek van Koningin- Moeder Emma in februari 1922 dat de gemeente ertoe beweegt om ten behoeve van de natuur flink in het plan te schrappen. We zouden Koningin Emma daarvoor achteraf dankbaar kunnen zijn!
Namens Hare Majesteit brengt de intendant van Soestdijk in de gemeenteraad haar verzoek om de uitbreiding te beperken tot het Pekingbos en het deel van het Roosterbos benoorden de spoorlijn. Dit laatste betreft het Emmapark; het terrein is al twee decennia eerder verkocht door de koninklijke familie, maar door diverse oorzaken zijn er maar enkele woningen gebouwd. Het uitbreidingsplan wordt in die zin door het gemeentebestuur aangepast. Wat daarmee wel blijft, is het voornemen om het Pekingbos spoedig te slopen. De Baarnse bevolking begint zich sterker te roeren, want juist het Pekingbos is een heel geliefd plekje. Op enkele minuten lopen van het centrum, zonder de noodzaak om de spoorlijn te kruisen, is het een ideaal stukje openbaar groen. In dat bos ligt ook de kom der kommen, de idyllische Pekingkom. Op die plek vinden ook vaak activiteiten en festiviteiten plaats, waaronder muziekuitvoeringen en theater. In een eerder stadium heeft het gemeentebestuur zich wel eens georiënteerd op een plan waarin de Pekingkom en de directe omgeving ervan zouden worden uitgezonderd van de bouwplannen, maar in het uiteindelijke plan komt deze bepaling niet voor.
Het verzet vanuit de bevolking wordt hoog gespeeld, en de beslissing over de vergunning tot het kappen van het bos t.b.v. woningbouw wordt uiteindelijk door het ministerie genomen en bekendgemaakt op 29 september. Die beslissing valt positief uit voor de gemeente. Al vanaf februari 1920 heeft er een kapverbod gegolden voor het gebied, om premature afbraak en vandalisme te voorkomen. Dat het hele proces toch zijn weerslag heeft gehad op het bos, zouden we kunnen opmaken uit stukken in de Baarnsche Courant (BC) van 1922, waarin passages voorkomen als "het Pekingbosch is thans een ruïne" en "het (nu geheel verfomfaaide) Pekingbosch."
Het trieste bericht in de Baarnsche Courant van 29 juni 1922. |
Eind december verschijnt in de BC de "Kroniek van Baarn, gedurende 1922", door meester Pluim verzorgd. Daarin lezen we dat eveneens op 29 september is gestart met het dempen van de Pekingkom. Maar is dat wel juist? Het lijkt meer op een officiële vermelding. Drie maanden eerder namelijk, in de BC van 29 juni 1922, vinden we het korte bericht dat hierbij als afbeelding is opgenomen.
Over de "grondwerken der H.IJ.S.M." geeft de BC duidelijkheid in een eerdere editie. Het betreft het verbreden van het spoorwegravijn. Daarmee was men op 12 juni begonnen, al ontstonden er arbeidsconflicten die tot werkonderbrekingen leidden. In juli en augustus 1922 verschijnen er in de BC korte mededelingen die aangeven dat de kom dan al volledig gedempt is.
Dat klopt ook met de onofficiële overlevering van deze geschiedenis. Er gold weliswaar een kapverbod voor het Pekingbos, maar in de officiële tekst daarvan was niets opgenomen over de Pekingkom. Dempen van de kom was niet in strijd met het verbod. Het was een "slimme" zet van degenen die er belang bij hadden: door de kom te dempen verloor het Pekingbos al direct een groot deel van zijn aantrekkelijkheid.
Daardoor verzwakte de roep van de Baarnse bevolking om het Pekingbos te behouden. Toch is er ook later nog wel door sommigen voor gepleit om de vrijgekomen open plek voor buitenactiviteiten te bestemmen.
Nadat het sein op groen is gegaan voor woningbouw, werkt de gemeente de plannen voor de verkaveling van het Pekingbos verder uit. Er komt een wegenplan, en een verbod om te bouwen waar de wegen gepland zijn! Al deze plannen worden ook door de Provincie Utrecht goedgekeurd, zo melden de berichten die in de loop van 1923 in de BC verschijnen. Zo worden de contouren van de woonwijk Pekingpark zichtbaar. Het zou al met al toch nog meer dan dertig jaar duren voordat alle kavels zijn bebouwd. Het project kent aanvankelijk een roerige geschiedenis, met meerdere projectontwikkelaars, faillissementen, en hernieuwd oplaaiend protest vanuit de Baarnse bevolking, maar daar gaat het in dit stukje niet om. Uw schrijver wil memoreren dat het geliefde Pekingbos met de Pekingkom een eeuw geleden is verdwenen.
Baarnsche Courant van 10 april 1930 |
Met dank aan de Historische Kring Baerne voor het beschikbaar stellen van de foto's.
Dit verhaal is de uitgebreide versie van het oorspronkelijke verhaal zoals opgenomen in de Baarnsche Courant van 26 september 2022.