vrijdag 24 februari 2023

Herinneringen aan “Bloemisterij Flora, H. Brommet”

 In de Baarnsche Courant verdeeld in 2 hoofdstukken.

Hier en op Facebook is het verhaal in 1 keer gepubliceerd.

 

de winkel

 

In de blog “Benthuys” van 9 september 2022 werd beschreven hoe het landgoed van de Baarnse Prins “Hendrik de Zeevaarder””, de broer van Koning Willem III, vanaf 1879 door verschillende eigenaren over verschillende bestemmingen werd verkaveld.

Aan het slot van dit blog wordt aangehaald dat mevrouw Bunge-Cruys in 1907 en 1919 een flink deel van dit landgoed aan de heer G. van Woudenberg verkocht om er een bloemisterij te beginnen. 

Dit trof mij omdat mijn vader H.(Harm) Brommet in 1934 deze bloemisterij van de heer van Woudenberg overnam. Ik heb daar mijn jeugd doorgebracht en bewaar daar nog veel herinneringen aan. Dit was voor mij aanleiding om in kort bestek de geschiedenis van deze bloemisterij op te tekenen.

 

Edo en Cees

Mijn vader was in 1934  24 jaar en ging met deze aankoop een zakelijk avontuur aan. Voor de aankoop moest hij bij familie en bekenden de nodige leningen sluiten. Baarn telde in die tijd al zeker 10 andere bloemisterijen of kwekerijen en er zal dus veel concurrentie zijn geweest.

Mijn vader bouwde, samen met zijn medewerkers, onder wie H. (Henk) van der Horst, de bloemisterij verder uit. Uiteindelijk telde het bedrijf 5 kassen in verschillende afmetingen. Deze werden allemaal met kolenketels verwarmd. Ook bouwde hij enkele, deels verwarmde, rijen broeibakken. Op de kwekerij stonden meerdere heesters en fruitbomen, wat het geheel een enigszins romantisch aanzien gaf.

Aan de voorkant van het woonhuis was er een kleine bloemenwinkel. Hiermee had zich op het adres van Heemstralaan 1 Bloemisterij “Flora” gevormd.

 Ondanks de Tweede Wereldoorlog, waardoor hij tweemaal in militaire dienst moest,  wist mijn vader het bedrijf draaiende te houden. In 1950 leed hij een groot persoonlijk verlies door het overlijden van zijn echtgenote. Eind 1951 hertrouwde hij met mijn moeder die hij  al eerder, tijdens zijn mobilisatie op Walcheren, had leren kennen. Vermeldenswaard is dat mijn moeder haar eerste jaar in Baarn nog de Walcherse klederdracht heeft gedragen. Uit dit huwelijk werden in 1953 ikzelf en in 1954 mijn broer Cees geboren.

Ouders Edo en Cees tussen de bloemen

 Vaders medewerker Henk van der Horst was inmiddels naar Australië geëmigreerd. Daarna was het voor mijn vader bedrijfseconomisch niet meer haalbaar om vast personeel in dienst te nemen. Ik herinner mij goed dat het voor hem hard werken was om het hoofd boven water te houden.

In de zomer maakte hij lange werkdagen, vaak van 4 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds.

Maar ook moest hij bijvoorbeeld in de toen nog vaak koude winters enkele keren per nacht de vijf kolenkachels van de kassen bijvullen.

Begin jaren zestig kreeg Nederland aardgas en besloot mijn vader om de centrale verwarming van de kwekerij daarop over te schakelen. Er werden twee grote Cv-ketels geplaatst. Daarna was de verwarming louter een kwestie van een druk op de knop.

Mijn moeder nam meestal de bediening in de winkel voor haar rekening. Het aanbod van snijbloemen en kamerplanten daar werd deels door hemzelf gekweekt, maar grotendeels ingekocht bij de groothandel.

 Mijn jeugdherinneringen worden sterk bepaald door het spelen, maar later natuurlijk ook het meewerken, op de kwekerij. Daarbij staat mij de vrijwel dagelijkse rit te paard, in amazonezit, van “de barones” (officieel baronesse M.J. van Heerdt- Kolff) en haar pikeur Straaijer nog scherp op het netvlies.  Het pad dat baronesse van Heerdt en haar pikeur gebruikten op weg naar (toen nog) het bos van Groeneveld  begon aan de Eemnesserweg tussen het Benthuys en de villa waar de tapijtweverij van Edmond de Cneudt was gevestigd en kwam uit naast ons huis en onze winkel  aan de van Heemstralaan. Het liep dus achter de villa’s aan de Eemnesserweg langs. Het hoorde weliswaar bij  het Benthuys,  maar er rustte voor ons een erfdienstbaarheid op. Dat nam niet weg dat mevrouw van Heerdt het bepaald niet op prijs stelde dat klanten van mijn vader hun auto op het pad parkeerden.

In de jaren zestig werd ten noorden van de van Heemstralaan en de Eemnesserweg de componistenwijk gebouwd. Hiermee werd het afzetgebied van bloemisterij “Flora” sterk vergroot. Vooral de perkplanten in de zomer waren populair. In de herfst zorgden de door mijn vader zelf gekweekte chrysanten voor een flink aandeel in de omzet. Een deel van die oogst werd aan bloemenwinkels in het centrum van Baarn geleverd.

Begin jaren zeventig kwam mijn vader tot het inzicht dat er geen toekomst voor een bedrijf als het zijne was. Het waren de jaren waarin ook andere middenstanders in de directe omgeving, zoals bakker Feenstra, kruidenier Altena en melkhandelaar van Ruler, met hun bedrijf waren gestopt. Voor vrijwel alle zelfstandige voedingswinkels gold dat in die tijd dat zij de concurrentie met de supermarkten niet meer konden volhouden. Bovendien ook hadden mijn broer en ik andere ambities dan het voortzetten van de bloemisterij. In 1973 beëindigde mijn vader het bedrijf.

Hij hield zich nog enkele jaren bezig met tuinonderhoud, het kweken van chrysanten voor buurtbewoners en het telen van groente voor eigen gebruik. Hij legde zich echter vooral toe op het houden en fokken van Shetland-pony’s, waarvoor hij op de voormalige kwekerij enkele weilandjes had ingericht. Zeer regelmatig kwamen er schoolkinderen uit de buurt de pony’s berijden. Vanzelfsprekend hebben ook de kinderen van mijn broer en mijzelf veel plezier op de kwekerij en de pony’s gehad.

Ook kwam er een ponywagen, waarmee mijn vader ritjes door de Baarnse bossen maakte. In Baarn werden de pony’s en de (met bloemen versierde) wagen vooral bekend door hun deelname aan de jaarlijkse Sinterklaasoptocht.

In de loop van de jaren negentig ging de gezondheid van mijn vader en moeder zo ver achteruit dat mijn vader besloot om de pony’s te verkopen. Ook met het kweken van chrysanten en  groente stopte hij gaandeweg.

Op 11 januari 1999 overleed mijn vader na een kort ziekbed. Nog geen 24 uur later, op 12 januari, overleed ook mijn moeder, die al langer ziek was. Diezelfde week werden zij samen op de Nieuwe Algemene Begraafplaats begraven.

Woonhuis en winkel werden bij het naburige woonhuis getrokken, waardoor een royale villa ontstond. Een groot deel van de kwekerij werd verkaveld over de tuinen achter de woningen aan de Ferdinand Huycklaan.

Enkele jaren geleden stond de villa te koop.

De makelaar prees deze aan als “een huis met een verhaal”. Waarvan akte.

 Edo Brommet

20 december 2022