De man die alles zien kan |
Er zijn de laatste jaren in Nederland ter gelegenheid van feesten of herdenkingen
in verschillende stellen en dorpen heel wat imitatiesteden en sprookjestuinen verrezen.
Ze hadden alle slechts een kortstondig bestaan, met al hun gevels en figuren van
karton en linnen. Men mocht er nooit op de vensterbanken leunen, omdat men anders
gevaar liep een deel van het "huis" te vernielen; men kon er de muren
niet aanraken zonder de waterverf te beschadigen. In het 'Brabantse dorp Kaatsheuvel
zal echter een sprookjesbos verrijzen met een permanent kasteel, dat zo echt is,
dat men zich een buil op het hoofd kan stoten tegen de stenen muren en de houten
balken. Het is oud en schilderachtig op een wijze, zoals alleen een sprookjeskasteel
oud en schilderachtig kan zijn. Voor het eerst wellicht in de geschiedenis
wordt hier het sprookje werkelijkheid.
Het natuurpark de "Efteling" bij Kaatsheuvel, waarin dit sprookjesbos
zal komen, is een uitgestrekt terrein van vijfenzestig hectaren. Oorspronkelijk
was het een klein stukje grond, dat in parochieel verband was aangekocht om er
een speeltuin, een paar sportterreinen en een wandelpark aan te leggen. In 1949
is dit terrein overgegaan in handen van een speciale stichting. Het werd. met grote
stukken bosgrond uitgebreid en met medewerking van de gemeente door de Nederlandse
Heidemaatschappij veranderd in een recreatieoord, zoals er waarschijnlijk geen
tweede in Nederland is.
Anton Pieck |
Reggiseur P.Rijnders |
Er zijn thans twee grote speeltuinen, een voor oudere kinderen en een voor
kleuters. Voorts zijn reeds klaargekomen of nog in aanleg: een grote siervijver
met een waterval, een zwembad, vier tennisbanen, een kanovijver, een roeivijver,
sportvelden voor voetbal, hockey, atletiek enzovoort. In de toekomst hoopt men in
een boerderij op het terrein een jeugdherberg te vestigen. De plannen voor het
bouwen van een groot restaurant zijn gereed. Voorlopig zal men zich echter moeten
behelpen met een ruim en modern ingericht theehuis. Het vorig jaar trok dit recreatieoord
reeds ver in de omtrek van Kaatsheuvel veel belangstelling. Er waren dagen, dat
er vijftienhonderd bezoekers kwamen. Inmiddels ging men uitzien naar een bijzondere
attractie, welke ook veel vreemdelingen zou trekken. De burgemeester, mr R. van
der Heyden sprak daarover met de heer P. Reijnders uit Eindhoven en deze stelde
hem voor een sprookjesbos te bouwen.
Bouwkundige G. op den Kamp |
Directeur H.Peeter-Weem |
Wij zullen u niet alle geheimen verklappen, welke u in het sprookjesbos zult
vinden, als dit op 31 Mei (1952) zal worden geopend, maar over enige van de attracties
willen wij toch iets vertellen.
Het zeven meter hoge kasteel |
De toegang tot het sprookjesbos wordt gevormd door een groot kasteel met vier
torens. Het kasteel is gelegen op een heuvel van zeven meter hoogte. Daar deze nieuw
opgeworpen heuvel nog gaat zakken, kon de heer Op den Kamp het kasteel zo maar niet
op de "berg" bouwen. Hij zette eerst lange palen op de vlakke grond. Daaromheen
bracht hij het zand aan. En op de palen, dus eigenlijk hangende in de lucht, bouwde
hij het kasteel, ook als de grond gaat zakken, blijft het kasteel dus staan en men
behoeft slechts de zandheuvel te ,.herstellen'' om alles weer in orde te brengen.
's Avonds zal het kasteel, vanwaar men een prachtig uitzicht heeft op het bos in
het licht van schijnwerpers worden geplaatst en dan zal er een heks met een bezem
door de lucht vliegen van de ene toren naar de andere. In het bos zelf zijn verschillende
attracties opgesteld die aan bekende sprookjes herinneren.
Er zal een gouden nachtegaal zingen en terwijl hij zingt, zullen er uit de
grond grote bloemen verrijzen, die zich openen en zich vervolgens weer sluiten
en verdwijnen, als het lied ophoudt. Men zal er een enorme papegaai vinden, die
door middel van een vernuftige geluidsinstallatie alles napraat, wat men hem voorzegt.
Er zit, tweemaal levensgroot, de man uit "het sprookje van de drie knechten",
die alles ziet. Hij heeft een nek, die langer kan worden, totdat hij ver boven de
bomen uitkijkt. Er komt een dansvloer, waarop rode schoentjes zullen dansen. Men
zal er het huisje vinden van Vrouw Holle met de put.
Sneeuwwitje en de zeven dwergen |
Als men in de put kijkt, kan men beelden uit het sprookje zien. Tenslotte
komt men op een open kasteelplein, waar een fontein met vier kikkers er omheen een
gouden bal omhoogspuit. In een hoek van dit plein is de rustplaats van Sneeuwwitje.
Zeven dwergen omringen haar en een vlucht van kleurige vogels vliegt rond haar
kist. Aan de andere zijde van het plein zit een dwerg, die door middel van een geluidsinstallatie
en een mechaniek de bezoekers vertelt en wijst waar men een "kleine boodschap"
'doen kan. Van achteren is dit plein afgesloten door een kasteelpoort en een oude
muur, waarlangs een gracht loopt, waarin goudvissen zwemmen. Tegen de kasteelmuur
staan zes levensgrote herauten opgesteld, die zich om het uur naar een van de torens
keren, de bazuin aan de mond zetten en een fanfare blazen, terwijl op de toren zes
ruitertjes rondrijden en een mannetje met een hamer op een klok slaat. Al het mechanisme
in het gehele bos en op het plein wordt bediend vanuit een controlekamer in een
van de torens.
Het huis van vrouw Holle |
De put bij het huis van vrouw Holle |
Het mannetje dat de bezoekers een speciale service bewijst |
We zullen niet verder vooruitlopen op hetgeen er allemaal te zien zal zijn. Wij hopen er nog eens op terug te komen, als het sprookjesbos eenmaal geopend is. Tenslotte willen wij nog enkele speciale moeilijkheden aanstippen, waarvoor onder andere de heer Reijnders, die als "regisseur” optreedt, zich geplaatst heeft gezien. Daar alles in de open lucht gebouwd wordt, moeten er speciale voorzorgen genomen worden om de poppen en het mechanisme tegen weer en wind te beschermen, Zo moet bijvoorbeeld de glazen kist, waarin Sneeuwwitje is neergelegd, luchtdicht worden afgesloten. Het vervoer van de kist was een uiterst riskant karwei. Na veel wikken en wegen zag de heer Reijnders geen andere oplossing dan de kist met Sneeuwwitje er in te laten vervoeren door een lijkauto. Alleen al om een klein onderdeel te laten maken, zoals bijvoorbeeld de gouden bal van de fontein, moest er zwaar gepuzzeld worden. De bal moest uiterst licht zijn en schitteren in het zonlicht. Daartoe heeft men eerst een beeldhouwer een zuivere ronde bal van klei laten maken. Daarna heeft een slijper er facetten op aangebracht, zoals dat bij een diamant gebeurt. Tenslotte ging men met deze bal naar een plasticfabriek, waar men in plastic twee halfronde afgietsels maakte, welke van binnen met bladgoud werden bekleed en vervolgens aan elkaar werden gelijmd. Voor de koppen van de herauten heeft de heer Reijnders zelfs een eigen preparaat moeten uitvinden, omdat de normale materialen, zoals die bij etalagefiguren gebruikt worden, niet tegen regen en wind bestand zijn. Nog tientallen andere problemen waren er te overwinnen.
De kundigheid, de energie en het enthousiasme, waarmede initiatiefnemers,
uitvoerders en werklieden het sprookjesbos aan het bouwen zijn wekken zoor hoge
verwachtingen. Alles wijst er op, dat "het sprookje van Kaatsheuvel"
een grote attractie voor het toerisme zal worden.
Leen Bakker |
http://knipselsuitkranten.nl
http://www.grijsvuur.nl
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter