Het gehucht Diermen bij Putten. Hier komt de achternaam Van Diermen vandaan. |
De oorsprong van de achternaam Van Diermen vinden we in het gehucht Diermen, tussen Putten en Nijkerk. Er zijn verschillende takken Van Diermen, waarvan onderling niet is aangetoond dat ze gelinkt zijn aan elkaar. Eén overeenkomst hebben ze allemaal, oorspronkelijk komen al die takken uit de buurtschap Diermen, ook de Bunschoter tak en ook de tak waar ik het over heb.
Gijsje en mijn opoe Gradje van Diermen, twee zussen in het buurtje Santvoort |
Gerritje van Diermen werd op 24 mei 1828 in Hoogland geboren als dochter van Aalbert van Diermen en Jannetje Lukassen uit Hoevelaken. Het verhaal gaat dat Gerritje op jonge leeftijd als dienstbode ging werken bij een molenaar in Ede. De naam van die molenaar was Willem van de Hoef (1787-1874). Ik heb helaas niet kunnen ontdekken op welke molen deze Willem gewerkt heeft. Vlakbij Ede waren de molens "De Hoop" en de "Walderveensemolen" in Lunteren te vinden, maar Willem van de Hoef staat niet te boek als eigenaar van één van die molens. Wel is hij te vinden als landbouwer op de "Kleine-Voort" onder Lunteren. Mogelijk heeft Willem als knecht op één van de molens gewerkt.
Maar goed, terug naar het verhaal. Willem van de Hoef was getrouwd met Neeltje de Bie (ca. 1791-1866). Gerritje kwam dus als dienstmeid in dienst en woonde daar ook in. Neeltje de Bie kon geen kinderen krijgen, maar voor dat probleem werd een oplossing gevonden. Willem van de Hoef verwekte maar liefst twaalf kinderen bij Gerritje van Diermen. Hij kon de kinderen echter zelf niet erkennen. Hij was immers getrouwd met Neeltje de Bie. Alle kinderen kregen dus de achternaam van Gerritje: Van Diermen.
Molen 'De Hoop' en de 'Walderveensemolen' in Lunteren. Heeft Willem van de Hoef in één van deze molens gewerkt? |
Je zou zeggen dat dit voor spanningen zou zorgen tussen Willem van de Hoef en Neeltje de Bie. Als je echtgenoot twaalf kinderen bij de dienstbode verwekt, dan zal dat voor echtgenote Neeltje toch niet gemakkelijk te accepteren zijn geweest toch? Niets is echter minder waar. Uit alles blijkt dat Neeltje de Bie volledig achter het verwekken van buitenechtelijke kinderen stond. In die tijd toch wel iets bijzonders. Dat zal in de buurt toch voor de nodige roddels gezorgd hebben? In 1863 laten Willem en Neeltje een testament opstellen. Beiden testeren Gerritje van Diermen als hun universele erfgename. Mocht Gerritje eerder overlijden dan het echtpaar Van de Hoef, dan gaat de erfenis naar haar natuurlijke kinderen.
Neeltje de Bie overleed in 1866. Een jaar later trouwt Willem van de Hoef met Gerritje van Diermen, de moeder van zijn kinderen. In 1874 overlijdt ook Willem van de Hoef. De oudste kinderen zijn dan al volwassen, maar er zijn ook nog jongere kinderen in huis. De jongste dochter is op dat moment nog maar acht jaar oud.
De kinderen verspreiden zich later vooral in het midden van het land, veel van de kinderen vestigen zich in Baarn en zorgen daar bovendien voor veel nageslacht.
U begrijpt nu dat deze tak Van Diermen eigenlijk Van de Hoef zou moeten heten, naar Willem van de Hoef.
De kinderen van Gerritje van Diermen zijn:
Jannigje van Diermen (1848-?)
Willem van Diermen (1849-1901)
Pieter van Diermen (1850-1870)
Aleida Wilhelmina van Diermen (1852-1913)
Aalbertus van Diermen (1853-1884)
Gerardus van Diermen (1855-1937)
Marinus van Diermen (1857-1871)
Cornelis van Diermen (1859-1946) (mijn betovergrootvader)
Jannetje van Diermen (1861-1879)
Janus van Diermen (1863-1944)
Hermanus van Diermen (1865-1950)
Gerritje van Diermen (1866-1953)
Ik wil u graag een paar van deze kinderen kort voorstellen.
Gerardus van Diermen en echtgenote Geertruida van Rouwendaal |
Midden Ben van Diermen met links zijn echtgenote in het badhuis aan de Acacialaan |
Het valt mij op dat aan de wand twee afbeeldingen van molens hangen. Staat daar misschien de molen van Willem van de Hoef op afgebeeld? Wie zal het zeggen.
Hermanus van Diermen in het Nederlands Elftal |
Cornelis van Diermen (1859-1946) met links kleindochter Neeltje Koenen en rechts haar zus Grietje Goenen. |
De tweede Van
Diermen die ik u wil voorstellen is Cornelis van Diermen. Hij werd geboren op
18 mei 1859 in Ede en ook hij vestigde zich in Baarn. Hij kwam te wonen in de
Elisabethstraat in het wijkje Santvoort in Baarn. Van die straat bestaat nog
maar een klein stukje en dat heet Populierenlaan. Cornelis trouwde met de
Nijkerkse Neeltje van de Biezen, bijgenaamd ‘Lollepotje’, naar het hoedje dat
ze altijd droeg. Uit het huwelijk werden
maar liefst twaalf kinderen geboren, waaronder mijn overgrootmoeder Gradje. De
kinderen en kleinkinderen van dit echtpaar bleven vooral in hetzelfde buurtje
wonen, zelfs nadat de buurt gesaneerd werd en straten als Goudenregenlaan,
Elzenlaan en Essenlaan verschenen. Nog steeds wonen er veel afstammelingen van
Cornelis en Neeltje in dat buurtje. Een zus van Gradje, Gijsje trouwde met
Roelof Keppel, de schoorsteenveger. Een
broer van Gradje werd ook een bekend gezicht in Baarn: Cornelis van Diermen,
echtgenoot van Alida van Klingeren. Dat echtpaar stond beter bekend als Aal en
Kees Muus. Op de hierbij afgebeelde foto ziet u de oude Cornelis met twee
kleinkinderen. Rechts is mijn oma Grietje Koenen, die later met Willem de
Ruiter trouwde. Links staat haar zus Neeltje Koenen, zij trouwde met Geurt van
de Veen en vestigde zich in Soest. Beide meisjes zijn inmiddels ook alweer overleden.
Janus van Diermen met zijn echtgenote Jacoba Hendrika van den Elskamp |
De laatste zoon
van Gerritje die ik wil voorstellen is Janus van Diermen, geboren op 26 april
1863 in Ede. Hij trouwde met Jacoba Hendrika van den Elskamp uit Ede. Janus
kwam niet naar Baarn, maar bleef in Lunteren wonen. Hij was een bijzonder
figuur in Lunteren. Jac. Gazenbeek
schreef over hem in zijn boeken Vrijbuiters van de Veluwe. Janus kon pijn
wegnemen, een gave die later door een dochter van hem is overgenomen. Hij was een
geducht stroper; hij kon, bij wijze van spreken, sneller een konijn slachten
dan dat je met je ogen kon knipperen. Zijn zoon Adriaan kon dat trouwens ook.
Aangezien Janus elke struik en boom in het bos en op de hei kende kwam een of andere hotemetoot op het idee om Janus aan te stellen als jachtopziener(!) Nou, daarmee had je de kat wel op het spek gebonden, want toen had Janus vrij spel. Wat zal hij in z'n vuistje gelachen hebben. Rustig konijnen vangen en er nog voor worden betaald ook.
Aangezien Janus elke struik en boom in het bos en op de hei kende kwam een of andere hotemetoot op het idee om Janus aan te stellen als jachtopziener(!) Nou, daarmee had je de kat wel op het spek gebonden, want toen had Janus vrij spel. Wat zal hij in z'n vuistje gelachen hebben. Rustig konijnen vangen en er nog voor worden betaald ook.
Janus van Diermen |
Zoon Adriaan had voor de geboorte van zijn zoon aan zijn vader moeten beloven, dat als er een jongen geboren zou worden, het kind naar hem, dus Janus, vernoemd zou worden.
Nu wil het geval dat de andere grootvader, Gosen Riezebos, in 's Gravenzande (vlakbij De Lier Janus Jr. werd geboren) een drukkerij bezat. Het lag dus voor de hand dat daar de geboortekaartjes zouden worden gedrukt.
Grootvader Gosen vond de naam Janus maar helemaal niks en zette, al of niet met medeweten van de ouders, op het kaartje dat het kind Jan heette. Toen oude Janus dat kaartje onder ogen kreeg ontplofte hij. Hij was niet woedend, hij was ziedend en door het dolle heen. De jonge vader werd op het matje geroepen (dat zal wel schriftelijk zijn gebeurd), maar die bezwoer zijn vader dat het kind met de naam Janus geregistreerd was. De oude Janus geloofde er geen barst van. Hij ging een, voor die tijd, wereldreis maken. Hij kocht van zijn spaarcentjes een treinkaartje en vertrok spoorslags met de trein en bus naar De Lier om zich met eigen ogen van te overtuigen dat het kind als Janus geregistreerd was. Zo'n figuur was dat.
Eric van der Ent |