Het is vrijdag, 13 september 1918. Een ongeluksdag zou de
bijgelovige zeggen. En dat
Maar bij de ramp kwamen nogal
wat Baarnaars om het leven! Baarn was in die tijd behoorlijk afhankelijk was
geworden van de spoorlijn naar Amsterdam. In 1874 werd de spoorlijn
Amsterdam-Amersfoort, langs Baarn geopend en Baarn kreeg, met een beetje hulp
van Prins Hendrik, zijn eigen station.
Dat zorgde ervoor dat rijke
Amsterdammers dagjes uit gingen naar de mooie omgeving, of er langere tijd
verbleven in in de vele pensions en hotels die in die tijd als paddenstoelen
uit de grond schoten in Baarn. Dat Baarn in de smaak viel bleek wel uit het
feit dat veel rijke Amsterdammers in Baarn en omgeving hun zomerverblijven
bouwden, en velen zich hier definitief kwamen vestigen. Vaak werkten ze echter
nog in Amsterdam, dus de treinverbinding naar Amsterdam werd volop gebruikt.
En
zo gebruikten vele Baarnaars de trein ook op die vrijdag, 13 september 1918. De
trein vertrok om 9.46 uur uit Amersfoort, waar eerst nog een trein uit
Groningen aangekoppeld werd. Die passagiers uit Groningen waren op dat moment
al 4 uur(!) onderweg. Om 9.59 uur waren de Baarnse reizigers aan boord gegaan
en ging het op naar Hilversum waar om 10.10 uur vertrokken werd. In Bussum en
Weesp werd niet gestopt en daar moest de trein volgens reglement “met
afgesloten stoom en niet sneller dan 45 km per uur” rijden. Nadat de brug bij
Weesp gepasseerd was moest de trein weer vaart maken om tegen de helling van de
brug over het Merwedekanaal (heet nu Amsterdam-Rijnkanaal) op te klauteren.
Het
was het laatste jaar van de eerste wereldoorlog en de kolen die de trein op
gang moesten brengen waren uitgesproken slecht. Langzaam reed de trein de
helling van de brug op. Er was niet voldoende stoom voor meer snelheid.
Een wegwachter en een wegarbeider die in een seinhuis aan de Gooise kant van de
brug stonden vertelden later aan de verslaggevers van de krant hoe ze hadden
gezien dat de locomotief de brug bereikt had. Op datzelfde moment zagen ze de
achterste bagagewagen achterover hellen. De trein schoof nog even door en de
locomotief sloeg tegen de brugingang.
De personenwagons, die achter de
bagagewagen hingen, zagen ze van de dijk afglijden. Even klonk er een geweldig
lawaai, een klap…. Één ogenblik was het angstaanjagend stil… en toen
verscheurde een onmenselijk gejammer en gegil aan de andere kant van de dijk de
stilte. Van de eerste wagons was niet veel meer over dan hoop versplinterd
wrakhout. De seinwachters wilden naar Weesp bellen, maar de lijn was stuk. Ook
de seinen waren stuk dus hebben ze naar elke kant van de spoorlijn een man met
een rode vlag gestuurd om de aankomende treinen te waarschuwen.
Van het treinpersoneel bleek niemand gewond en zij
verleenden direct eerste hulp, samen met een chirurg en vier nonnen die in de
trein zaten. Ook een groep militairen die toevallig in de omgeving marcheerden
schoten te hulp. Een hulptrein uit Naarden-Bussum arriveerde meer dan een uur
later. De ongevallenwagons vertrokken rond die tijd uit Amsterdam en een trein
van het Rode Kruis kwam tweeënhalf uur na de ramp op de plek aan. Taco
Zondervan, één van de overlevenden van de ramp beschreef wat er na het ongeluk
gebeurde:
“Wat wij bij dit grootste spoorwegongeluk, dat in Nederland wellicht
ooit gebeurt is, gezien hebben, valt niet te beschrijven. Een gehele trein ligt
kris en kras door en over elkaar. De dijk, waarover eens het spoorwegverkeer
liep, bestaat niet meer, hij schijnt als in een afgrond verdwenen. Het weiland
waarin de overblijfselen van de trein liggen, is als het ware omgeploegd en een
sloot is plotseling gedempt” Taco Zondervan heeft geluk gehad.
Beduusd en met
enkele kneuzingen en lichte verwondingen wordt hij met andere gewonden in het
weiland gelegd. “Naast mij lag iemand die geen benen meer had”. “Met bijlen en
zagen worden de half versplinterde wagons uit elkaar gehaald, omdat
vermoedelijk nog een paar slachtoffers er onder bedolven liggen”. Tegen half
twee werden een groot aantal gewonden op dekschepen gelegd die in het
Merwedekanaal lagen en naar Amsterdam vervoerd. Daarna volgde een schuit met de
doden.
Later zou blijken dat bij deze treinramp 41 personen om het leven
gekomen waren en 42 mensen gewond raakten. De oorzaak van de ramp was het
verzakken van de spoordijk. Dit bleek het gevolg te zijn van de overvloedige
regen van de voorgaande tijd en de slechte staat waarin de spoordijk verkeerde.
Op het moment van de verzakking was de locomotief al op de brug en hij bleef
hangen in het ijzerwerk van de brugconstructie.
Johan Jacob Schöne |
De loc en de tender kantelden
naar rechts. De tender bleef liggen op het landhoofd, een bagagewagen
daarachter kwam tegen het landhoofd tot stilstand. De volgende drie rijtuigen
zakten van het talud af en schoven in en op elkaar. De houten bovenbouw werd
grotendeels versplinterd, waardoor hier de meeste doden en gewonden vielen. Het
derde rijtuig werd bovendien bedolven door een daarachter rijdende bagagewagen
en een postrijtuig, die door de snelheid gedeeltelijk naast de voorgaande
rijtuigen terecht kwamen. Het rijtuig achter het postrijtuig kwam schuin vanaf
het talud omlaag te hangen, maar was nauwelijks beschadigd.
De laatste
rijtuigen van de trein ontspoorden wel, maar bleven op de spoorbaan
staan. Van de 41 dodelijke slachtoffers die er vielen bleken er minstens
9 (dus bijna een kwart!) uit Baarn te komen: Jhr. Barthold Jacob de Geer, Theodoor Antonius Joseph Gilissen (inderdaad
de bankier), Wilfried August Heitmann, Jacoba Maria Horsman, Pieter Cornelis
Cleijndert, Bertha Lewon, Simon Zwart, Anna Sophia Rauch en haar echtgenoot
Johan Jacob Schöne.
Overlijdensadvertentie |
Het kan niet anders zijn, of deze ramp moet een enorme impact
op de Baarnse bevolking gehad hebben. De landelijke dagbladen stonden vol over
deze ramp. De meeste omgekomen Baarnaars waren niet van geboorte Baarnaar, maar
waren oorspronkelijk afkomstig uit de stad. Maar ze woonden hier wel, en
ongetwijfeld hadden ze Baarnaars in dienst als tuinman, knecht of dienstbode en
de Baarnse middenstand zal ze zeker gekend hebben als hun klanten. Tja, het
moet een flinke impact in Baarn gehad hebben. Dat kan niet anders. Op de
Baarnse begraafplaatsen zijn de grafmonumenten van een aantal slachtoffers nog
steeds te vinden.