vrijdag 15 november 2024

Zoekplaatje in Baarn

 Zoekplaatje in Baarn


1: Waar stond deze kiosk tot rond 1968 in Baarn?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:


Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN 

Of stuur een e-mail naar :bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek “Waarom redden" over de Brandweer van Baarn.

Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn, tel: 035-5426063.

Lees de ruim 1525 verhalen over Baarn op:  HTTPS://groenegraf.blogspot.com



zondag 10 november 2024

Baarnse scholen deel 2

 Baarnse scholen deel 2 (door Mr. Pluim)

Bovendien: de Burgemeester (destijds meer Wethouder van Publieke Werken trok er zelf op uit naar Naarden, Utrecht, enz. om hout, stenen, spijkers, enz. te kopen, zoo goedkoop mogelijk. De rekening, waaraan ik dat ontleen, geeft ons een zeer aardige film op een schoolbouw in die dagen.

Wie onze eerste schoolmeester was, helaas! Ik kan het u niet zeggen: ons Gemeentearchief begint pas met plm. 1730; de stukken en bescheiden van vóór dien tijd zijn alle in vroeger jaren schandelijk vernietigd. Alleen het stuk van 1612 is langs een omweg later weer in t archief teruggekomen. Tot vóór korten tijd wist ik dan ook niets van de kosters-schoolmeesters, die hier vóór het jaar 1730 hun plek en roede hebben gehanteerd.

Maar door de welwillendheid van ds. Brans te Soest werd mij uit 't classicaal archief van Amersfoort een boek bezorgd, dat reeds in 1625 de rij der schoolmeesters opent.

Krachtens een besluit van de Synode van Dordrecht (1619), moest elke koster-schoolmeester, alvorens zijn ambt in de school te aanvaarden, in een register zijn handtekening plaatsen, ten bewijze, dat hij met de leer der Herv. instemde. Dit register of kosterboek is gelukkig (in Amersfoort) bewaard gebleven, en zoo ben ik in staat een eeuw eerder dan voorheen met onze schoolmeesters te beginnen. Evenwel, - er is één bezwaar. Niet ieder dignitaris zette bij zijn naam den datum; men moet dan tusschen de voorgaande en de volgende dagteekening den schoolmeesters laten beginnen.

En hiermee komen wij op bekend terrein, daar dankzij schoolmeester J. de Zoete de archieven bewaard zijn gebleven. Alleen wist ik niet, wanneer hij hier aangesteld was; wel, dat hij in 1731 een nieuw doopboek opent. (een voorbeeld hiervan op rechter en linker afbeelding) Hij was afkomstig uit Loosduinen (waar nog de Zoete s wonen) en is de stamvader van een talrijke nakomelingschap in Baarn en Soest.

Evenals zijn voorgangers was hij koster, schoolmeester, doodgraver, doodbidder en klokluider, terwijl hij ook bij doop en huwelijk in de kerk nog een aardig douceurtje ontving. Zoo gaven die vele kleintjes toch nog één groote.

Op 1 Maart 173! snijdt hij een nieuwe ganzenpen, koopt op rekening der kerk een nieuw doopboek en schrijft met wonderfraaie krulletters, die wij nog heden bewonderen, op 't eerste blad: „Aantekening der kinderen, welke in de kerke van Baarn zijn gedoopt, sedert Maart 1731, gedaan uit naam en Last van de Eerwaarde Klasse van Amersfoort door J. De Zoete, Koster en Schoolmeester alhier."

Vermoedelijk heeft hij ter eere van een blijde gebeurtenis in 't gezin van den predikant een nieuw doopboek aangelegd.

In 1745 ontvangt hij een gratificatie voor het verleggen van de graven in de kerk. Hij overleed in 1765.

Van 1765 tot 1775 was Arie van Beekum hier koster-schoolmeester.

Na zijn vertrek schrijft Ds. Hoefnagel in het Doopboek: Tot hier loopt de aantekening door den koster Arie van Beekum gehouden, welke zijn dienst als koster, voorzanger en schoolmeester geëindigd heeft den 22 May 1775 en is daarop vertrokken naar de Pijnacker." Zijn opvolger was Jacobus Spoor, die echter maar twee jaar hier werkte. Hij had namlijk een een bijzonder mooie stem en zoo wist het kerkbestuur van den Dom te Utrecht hem te bewegen, in de Domkerk voorzanger te worden.



Baarnse scholen deel 1

1. De Dorpsschool (door Mr. Pluim)

Het schijnt, dat Baarn vóór het jaar 1593 geen school bezat, in tegenstelling met Eemnes en Eembrugge. Althans in genoemd jaar wordt voor 't eerst in de archieven alhier van een school gewag gemaakt, en uit hetgeen er toen van gezegd wordt, mogen we veilig besluiten, dat er vóór dien tijd geen school in Baarn bestaan heeft. Toen de Staten van Utrecht tot de Geuzenpartij waren overgegaan en overal ten plattelande de kerken aan de Hervormden afstonden (te Baarn in den Kerstnacht van 1580) bleek het weldra, dat er nog velen Katholiek waren gebleven. Om zich nu van den voortgang der Hervorming beter op de hoogte te kunnen stellen, lieten de Staten iri 1593 een commisie in de Stichtsche dorpen rondgaan, om te onderzoeken hoe het met de vorderingen der Hervorming stond. Tevens moest die commissie verslag uitbrengen over de scholen, of, zoo er nog geen school bestond, aangeven op welke wjjze in deze leemte kon voorzien worden. De Staten toch wenschten ook de belangen van het onderwijs te bevorderen.

Deze commissie nu bracht in 1593 een uitvoerig verslag, uit van haar 'Visitatie van de kerken ten platten lande in het Sticht van Utrecht ten jare 1593'. Zij zegt van Baarn oa: 'Hier heeft de predikant Cornelis Egbertsen van Dungen een ouden koster, die ook bode is en de klok luidt, maar die geen schoolmeester is. Evenwel heeft men onlangs als traktement voor een schoolmeester bij hoofdelijken omslag jaarlijks 8 pond Vlaamsch (48 gld) bijeengebracht. De kerkmeesters zijn van voornemens met hun koster te onderhandelen om hem ook als schoolmeester aan te stellen.'

Die benoeming zal wel geschied zijn, want men had ook al voor een school gezorgd, al was het een bescheiden gebouwtje. Wij lezen in het stuk verder: „Er is ook een kostershuisje in dit jaar (1593) gerepareerd en beqaam gemaakt omme de kinderen daarin te leren."

Deze kosterij, nu in schoolpaleis gemetamorfoseerd stond aan den tegenwoordige Stationsweg, waar een gedeelte van den tuin van Peking (tusschen no. 19 en 21) aan het steegje grenst, dat achter de Nijverheidsstraat (afbeelding rechts) loopt. Dit steegje begon eertijds al kort bij den Brink nl tusschen den huidigen tuinmuur van het Gemeentehuis (Laanstraat) en de bakkerij van B. van Dijen, het liep verder door langs de genoemde kosterij, ging over 't huidige Pekingtuin wat het 'Kerkpad' heet, daar die de kortste weg naar de kerk was.

Nijverheidsweg

Wij zien dus dat de eerste school van Baarn uit 1593 moet dagteekenen. Maar lang heeft zij niet in haar oorspronkelijken staat de Baarnsche jeugd geherbergd. Immers men leest in het oudste stuk ten Gemeente-archieve : 'Omstreeks Paschen 1612 is de school afgebrand'. Aan welke oorzaak die ramp te wijten was, wordt niet: vermeld, maar wel, dat Leiden in last was, of liever het boerendorpje Baarn. Doch men bleef niet bij de pakken - in casu de puinhoopen - neerzitten, maar stak de handen uit de mouw. Blijkbaar had men het nut van een school ingezien, zoodat deze nieuwigheid langzamerhand een onmisbare behoefte was geworden. Daarom werd door het Gemeentebestuur - heel deftig 'het Gerecht' geheeten - een hoofdelijke omslag geheven van 113 gld, 9 stuivers 4 duiten. Het ontbrekende zou uit andere bronnen gevonden worden, in totaal plm. ƒ 800.

[lees Https://Groenegraf.blogspot.com]

vrijdag 25 oktober 2024

Het oudste kerkhof van Baarn deel 2

 Deel 2

(1928 door T. Pluim)

 Nu meende ik te moeten aannemen, dat ’t ontdekt kerkhof door de Katholieken in stilte was gebruikt om er hun doden te begraven, te meer, daar het terrein indertijd eigendom van een Katholiek ingezetene was n.l. de familie Schimmel, die op de huidige boerderij van Paridon bij den Baarnschen Tol I woonde. Wel bleven hier ook nog eenige vragen open (bijv. waarom niemand zich iets meer van zulk een geheim kerkhof meer herinnerde), maar. .. 't was de eenige mogelijkheid, naar mij dacht.

Eerst in 1926 zou het raadsel worden opgelost. In dat jaar ontdekte dr. J. H. Holwerda, onze groote ontgraver, tusschen Putten en Voorthuizen een uitgestrekte begraafplaats, waarin drie soorten onderscheiden werden : heidensche (die Noord-Zuid loopen), Christelijke met heidensche herinneringen (o.a. een muurtje van steenen of een houten koepelgewelf, en met allerlei bijgaven) eindelijk zuiver Christelijke, die Oost-West liepen en bijna niets van versierselen bevatten, alleen soms een enkel kruisje. Weldra werden ook op de andere plaatsen o.a. bij Wageningen dergelijke graven (niet bij een kerk) ontdekt, die er op wezen, dat het de eerste Christelijke graven in ons land waren Wegens hun hoogen ouderdom (plm. 1000 jaar) zijn de geraamten zoo goed als geheel vergaan.

Zoo is  ook het raadsel van kerkhof in de Kerkstraat opgelost: het is een oude, Christelijke begraafplaats, de eerste van dien aard. Wonderwel stemt daarmee overeen, dat het doopvont, in 1888 bij de kerk op den Brink opgegraven, er op wijst, een 1000 jaar geleden, reeds in Baarn een Christelijke kerk stond, zoodat de gevonden begraafplaats óók uit dien tijd stamt. Men begroef blijkbaar toen nog niet in en om de kerk, maar op eenigen afstand er vandaan. Zoo schreef mij indertijd de heer Dudok van Heel. dat hij op zijn buitengoed bij Valkeveen in „Graeffenveld" ook een begraafplaats had blootgelegd, waarvan hij evenmin de herkomst kon vermoeden. Thans kunnen wij het toe schrijven aan de verdwenen stad Naarden, die er een klein half uurtje vandaan stond (thans op de plaats, door de zee ingenomen).

Jammer, dat wij niet reeds in 1921 wisten, wat wij thans weten : dr. Holwerda zou zeker zich gehaast hebben om dit oude kerkhof in de Kerkstraat nader te onderzoeken.

De gevonden resten uit dit kerkhof zijn, zoals de heer Walraven mij meedeelde, met alle piëteit op het Katholieke  kerkhof begraven, tegelijk met de resten van het Katholieke kerkhof uit wijk Santvoort. Immers bij de inwijding der nieuwe Katholieke kerk in de Kerkstraat (1861), werd het oude kerkje op Santvoort afgebroken. Het kerkhof bleef ongebruikt tot het jaar 1921, toen het (na 60 jaar) ontruimd werd en aan de gemeente werd verkocht. De resten in de graven zijn toen naar t Kerkhof in de Kerkstraat overgebracht.



Schuilkrk Zandvoortweg







het torentje op de schuilkerk







vrijdag 18 oktober 2024

Het oude kerkhof deel 1

 

HET OUDSTE KERKHOF VAN BAARN deel 1

(1928 door T. Pluim)

Het was op een donkeren voorjaarsavond. Zaterdag 5 Maart 1921, dat de heer H. A. van der Heyde, Mr. Kleermaker in de Kerkstraat, mij kwam berichten, dat er die morgen naast zijn tuin een oud kerkhof was aangegraven. Hij had mij al meermalen allerlei wetenswaardigheden over oud Baarn meegedeeld, zoodat hij wel wist, dat zijn mededeeling niet ter griffie zou worden gedeponeerd, ik haastte mij dan ook den volgenden morgen deze belangrijke ontdekking van naderbij te bezien.

Men was bezig de fundamenten te graven voor de St.-Bonifaciusschool, (opm: nu de Basisschool St. Aloysius), waarvoor men het perceel en den tuin van de familie Van der Flier had aangekocht. Nu waren de grondwerkers uit Laren in den morgen van bovengenoemden 5 Maart aan het spitten geweest en hadden eenige doodsbeenderen aangegraven. Aanvankelijk wist men niet, waarmee men te doen had. maar alras bleek hier een oud kerkhof gelegen te hebben. Daar het contract met den aannemer luidde, dat de zwarte grond tot het witte zand moest worden uitgegraven, kwamen weldra duidelijk de beddingen van vroegere graven voor den dag. Het voorste deel van het terrein (van de Kerkstraat af gerekend) stond vol water en had een zwarten grond, maar op de plaats der bedoelde graven had men er geen last van. Blijkbaar is daar de grond opzettelijk met wit zand opgehoogd, om dus als begraafplaats te dienen.

Wat opviel, was, dat in deze graven zeer weinig resten van geraamten gevonden werden, en toch wees de aanleg er duidelijk op, dat men hier met een begraafplaats te doen had, ook reeds hierom, doordat de graven alle van het Oosten naar het Westen lagen.

Hoe groot dat oude kerkhof was, kon niet gezegd worden, daar het terrein slechts voor een gedeelte bewerkt behoefde te worden. Misschien strekte het zich nog over de Penstraat uit. Er waren omstreeks 20 graven blootgelegd, d.w.z. een rij van 20 graven. De bedding (of bodem) was niet diep, hoogstens konden er twee lijken boven elkander geborgen zijn. Ook waren zij zeer smal, zooals bijv. de grafruimten op het St.-Janskerkhof bij Laren.

Natuurlijk rees de vraag : wat was dat voor een kerkhof.

In de Baarnsche archieven vond ik van deze begraafplaats nergens gewag gemaakt. Een Protestants kerkhof kon het niet zijn; immers sedert de Hervormden de kerk op den Brink kregen (Kerstnacht 1580), hebben zij in en om de kerk begraven. Een Israëlitisch kerkhof kon het ook niet wezen, daar er eerst in 1752 zich hier een Joods gezin kwam vestigen en tot in onze dagen toe de eenige Joodse familie in Baarn gebleven is (n.l. de familie Meyers, die in genoemd jaar alhier in de Nijverheidstraat een slagerij opende, thans de firma Sohl & Hoksbergen).

Bleef dus over aan een Katholiek kerkhof te denken. Nadat de Katholieken in genoemden Kerstnacht aan de Hervormden de kerk hadden afgestaan, moesten zij toch in de Hervormde kerk hun dooden begraven. (Eerst in 1830 kregen zij een eigen kerkhof op Sandvoort, naast hun kerkje aldaar.)

De Aloysius school lang geleden
 








vrijdag 11 oktober 2024

Jongedameskostschool

Voordat in Baarn het Lyceum werd geopend (1 september 1919) bestond er in het dorp een Jongedameskostschool, waar "de deftige ingezetenen" (ook van buiten Baarn) les kregen, welke bij hun opvoeding paste. Volgens "Pluim" werd de eerste school reeds in het jaar 1839 gesticht door mej, W. C, H. Hoogeveen. Deze school werd echter in 1845 opgeheven, dus had geen langdurig bestaan.

In 1864 kocht de gemeente de in 1823 gebouwde villa Land en Zeezicht" (koopsom f 6500.-), waarin wederom een-Dameskostschool werd gevestigd. Bij de villa (waar de dames "in de kost" waren) werd in datzelfde jaar een school gebouwd. De inrichting bleek levensvatbaarheid te hebben: er kwamen steeds meer leerlingen.

Tijdens de directie van mej. C. M, Cramer (1889-1902) werd het woonhuis afgebroken en door een moderne villa vervangen. Aannemer was de heer J. Hartog te Baarn voor de som van f 25.000.-, naar een ontwerp van de toenmalige gemeentearchitect, de heer H, E. Hoegsma.

In 1905 besloot de gemeenteraad ook een nieuwe school te bouwen. Aannemer was de heer B. J. van Klaarwater alhier voor de som van f 21.600.-, naar een'ontwerp van de nieuwe gemeente-architect, de heer F, F. de Boois. De school werd op 1 november 1906 betrokken.

Op de unieke foto uit het jaar 1907 ziet u de leerlingen en de leraressen opgesteld voor de nieuwe school.

Volgens hen die het weten kunnen, zijn de meisjes op de foto gemiddeld 17 á 18 jaar ...Velen van hen dragen lange witte schorten, (schoolkleding?)

De meeste lezers zullen al wel gezien hebben wáár de school stond. Namelijk aan de d'Aulnislaan: waar voorheen de bekende Muisjesfabriek van de fa. de Ruyter stond. De villa, waar de meisjes in de kost! waren, stond: er tegenover. Verschillende oudere lezers, die we de foto lieten zien, herinnerden zich met veel genoegen, dat op "Middenbosch" (tussen Dalweg, en Zandvoortweg) in het jaar 1925 of daaromtrent een gezellige, feestelijke Winkelbeurs werd georganiseerd

Tenslotte

Mej. E. C. S. Jas was directrice van de school van 1907 tot 1911. Zij gaf het instituut de naam "Middenbosch", zoals ook haar kostschool in Doorn heette.

Van 1911 tot 1919 was mej. C. M. E. van den Berg directrice. Zij maakte van de inrichting een bijzondere H.B.S, met 5-jarige cursus. De laatste directrice was mej. N. A. Vermeer (1 september 1919 tot 1 november 1923).

Zoals gezegd: door de opening van het Baarnsch Lyceum trok de Dameskostschool steeds minder leerlingen, zodat zij met 1 november 1923 werd opgeheven,Op 12 augustus 1925 besloot de gemeenteraad "Middenbosch" te verkavelen en er een nieuwe weg over aan te leggen: de d'Aulnislaan. Op 3 februari 1926 werd het terrein en de gebouwen verkocht en wel aan de heren P. de Ruyter te Baarn en J. Machielsen te Soest, elk voor ruim f 20.700.-.

De mooie villa werd afgebroken en van de stenen enkele huizen aan de d'Aulnislaan gebouwd.

Eerst werd in de school een cartonnagefabriek gevestigd en in het jaar 1928 door de heer de Ruyter ingericht als fabriek waar gestampte muisjes enz, werden vervaardigd, die weldra alom in den lande zeer gunstig bekend werd.

De winnaar deze week is: Bob Versteeg uit Baarn.

Fa. de Ruijter 


vrijdag 4 oktober 2024

zoekplaatje Baarn

 Zoekplaatje in Baarn

1: Waar stond deze school die in 1907 werd geopend?



U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN

Of stuur een e-mail naar :bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek “Waarom redden" over de Brandweer van Baarn.

Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn, tel: 035-5426063.

Lees de 1500 verhalen over Baarn op: [HTTPS://groenegraf.blogspot.com]

vrijdag 27 september 2024

Een nieuw ziekenhuis aan de Torenlaan en Molenweg

Een nieuw ziekenhuis aan de Torenlaan

Het bestuur van de Vereniging tot Ziekenverzorging besloot in het jaar 1897 naast de werkzaamheden op het gebied van de wijkverpleging over te gaan tot het oprichten van een bescheiden ziekenhuis, waartoe H.M. Koningin Regentes grond gratis in erfpacht gaf aan de Pekinglaan, thans Torenlaan geheten. 



In het jaar 1898 werd met de bouw begonnen en in mei 1899 kwam het ziekenhuis gereed. De plechtige opening had plaats op 5 juni 1899 en de ingebruikname op 12 juni 1899. Het ziekenhuis bestond uit: 4 ziekenkamers met totaal 6 bedden, een operatiekamer, een isoleerkamer, een wachtkamer, een verbandkamer, een kamer voor de besturend zuster, zit- en slaapkamers voor 3 zusters en 2 badkamers, alles bij elkaar kostende aan bouw en meubilering f 18.000,-.

In het jaar 1920 werd het ziekenhuis gemoderniseerd, kachels en gaslampen verdwenen om plaats te maken voor een centrale verwarming, electrische verlichting, terwijl ook de keuken-inrichting aanzienlijk werd verbeterd. In het jaar 1928 werd een vleugel aangebouwd, nadat het plan om een geheel nieuw ziekenhuis te bouwen niet door kon gaan gezien de daaraan verbonden kosten.

In het jaar 1934 werd een polikliniekafdeling aan het ziekenhuis toegevoegd. Een verdere uitbreiding werd gerealiseerd in het jaar 1952, waarbij het aantal bedden opgevoerd werd tot 75.Nadien werden nog verschillende semipermanente gebouwen geplaatst, te weten:

in 1959 een kinderafdeling, in 1961 een paviljoen voor intern personeel, in 1962 een verpleegafdeling, in 1965 een opleidingsschool voor verplegenden, in 1967 een uitbreiding van de polikliniek-afdeling.


Ten gevolge van bovengenoemde uitbreidingen steeg het aantal bedden tot 130.

Wat denkt u van een compleet ziekenhuis voor achttien duizend gulden. Wij zullen er niet ver naast zijn bij ons vermoeden dat alleen al de voorbereidingen voor het komende nieuwe ziekenhuis in het Maarschalksbos eenzelfde bedrag vergen.

Een nieuw ziekenhuis aan de Molenweg

Jarenlang bleef het een bosje, of liever gezegd een park. In de volksmond werd het "Bosje van IJsendijk" genoemd, natuurlijk naar de gulle schenkster. Maar in 1965 wijzigde dat allemaal. Er werd een nieuwe locatie gezocht voor ons ziekenhuis en de gemeente koos het bosje van IJsendijk uit als locatie. 4/5 deel van het bos zou hierdoor verdwijnen. Dit had een storm van protesten tot gevolg van diegenen die het bosje wilden behouden. Helaas mocht dat geen baat hebben. Nabestaanden van mej. Van IJsendijk ontvingen een som van 68.000 gulden ter compensatie, omdat de voorwaarden van het testament van wijlen mej. Van IJsendijk niet werden nageleefd. Met 16 stemmen vóór en 3 stemmen tegen werd het voorstel voor de bouw van het ziekenhuis door de gemeenteraad aangenomen. De daadwerkelijke bouw liet nog een aantal jaren op zich wachten.

Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK BAARN

Voor meer dan 1500 verhalen over Baarn lezen. Kijk dan op

Https://Groenegraf.blogspot.com

ziekenhuis Maarschalkerbos




vrijdag 20 september 2024

 Een Oud verdrag van Baarn en Amersfoort. - 3 JANUARI 1410.

Reeds kort nadat Baarn met stadsrechten begiftigd was (1390), sloot het met Amersfoort een verdrag, waarvan de tekst ons nog bewaard is gebleven. Wij zullen dit stuk in onze hedendaagse taal laten volgen, want in het oorspronkelijke is het niet heel gemakkelijk te begrijpen.


„Wij Burgemeester, Schepenen, Raad en Gemeente van de stad van Baarn maken allen lieden bekend, dat wij wegens de bijzondere trouw, hulp en bijstand, dien de stad van Amersfoort ons en onzen voorvaderen in vroegere tijden dikwijls gedaan heeft en nog '’gelijks gaarne bewijst, indien wij' hun dat verzoeken, beloofd hebben en beloven met oprechte trouw aan de stad van Amersfoort, op welken tijd zij ons of onze nakomelingen mochten doen ontbieden en ons aan onzen eed herinneren, wanneer zij ons nodig hebben, dat wij of onze nakomelingen gunstig en ijverig met al onze macht naar gelegenheid der zaak, indien ze redelijk en mogelijk is, in Amersfoort zullen komen en de stad helpen verdedigen ten einde toe, op onze kosten, behalve in hetgeen tegen onzen rechtmatige landsheer (dus den Bisschop) of het Sticht van Utrecht gaat, en voorwaarde dat, indien wij of onze nakomelingen of iemand van ons aan Amersfoort of op onze reis daar heen, hulp boden waardoor wij van iemand overlast ondervonden, dan zullen de stad en de burgers van Amersfoort ons daarin bijstaan en schadevergoeding geven, zoals zij met hun eigen burgers doen, zonder enig voorbehoud. En al deze voorschreven punten en voorwaarden hebben wij beloofd en beloven wij met goeder trouw voor ons en onze nakomelingen, ten eeuwigen dage standvastig en onverbrekelijk na te komen zonder enige tegenwerping of beperking. Ten bewijze van de echtheid dezes briefs hebben wij dien bezegeld met ons stadszegel.

Kamperbinnenpoort

Gegeven in het jaar onzes Heeren 1410 denderden Januari.” Heel gemakkelijk zijn de ellenlange zinnen niet te begrijpelijk, maar „der langen Rede kurzer Sinn” is deze: 

Baarn is erkentelijk voor de vele hulp die zij vroeger en nog steeds van Amersfoort ontvangt; daarom belooft de jonge stad dat ze altijd, wanneer het ook zij, op de eerste aanmaning Amersfoort in tijden van gevaar ter hulp zal snellen, en zoo nodig de stad tot het laatste toe helpen verdedigen. Alleen niet, als er iets tegen den Bisschop of het Sticht wordt ondernomen. Daarentegen belooft Amersfoort aan de Baarnsche burgerij alle schade te vergoeden, die de stad van Baarn door die hulp mocht lijden.

Uit deze oudst bekende Baarnsche oorkonde blijkt tevens dat Baarn toen reeds een eigen stadszegel voerde, namelijk den staanden Bisschop. Als een bijzonderheid “deze oorkonde is nog altijd in het Archief van Amersfoort aanwezig.

In december 1481 lopen de grensincidenten uit op een strafexpeditie van de plaatsvervanger van de Graaf van Holland Joost van Lalaing (foto links), die de plaatsen Eemnes, Soest en Baarn plunderde en platbrandde tussen 21 en 25 december 1481. In Baarn bleven alleen de kerk en enkele huizen gespaard. Vele burgers konden nog vluchten naar de stad Amersfoort, waarmee ze een verdrag hadden. Baarn zou mede door de brand nog lang een boerendorp met een brink en een kerk blijven[6]. Deze verwoesting maakte dat de groei van het dorp werd belemmerd, ondanks de stadsrechten en privileges. 

vrijdag 13 september 2024

 De foto dateert uit... 1880 en de afgebeelde witte villa op de hoek Amalialaan/Nw. Baarnstraat stond. Dat huis op die hoek werd tot kort na 1920 bewoond door de familie v.d. Koppel en de achtertuin liep door tot het doodlopende zijstraatje van de Nw. Baarnstraat, dat in de volksmond gedoopt werd tot de ’R... van Egypte’. 



Even terug naar de tuin, want voor de fruitbomen die er stonden, toonde de Baarnse jeugd erg veel erg veel belangstelling. Zoveel interesse zelfs, dat de eigenaar, de man is overleden, dus mogen we nu wel verklappen dat het een klein, vinnig kereltje was - een schilder ooit een merkwaardige opdracht gaf.

Die schilders knecht van de destijds algemeen bekende firma van Resteren uit de Laanstraat, weet zich best te herinneren, dat hij op verzoek van mijnheer het hek niet zoals gebruikelijk met parafine in moest smeren, maar ... met nauwelijks drogende koolteer. Dat duurde minstens drie maanden voor het hek droog kon zijn en zo werd de jeugd toen al op afstand gehouden.

Slagerij

Na het overlijden van de heer des huizes werd aan de villa een andere bestemming gegeven. In de slagerij in de Laanstraat, waar nu Bonne de Vries gevestigd is, dreef aan het begin van deze eeuw de firma Houber & De Jong haar handel. De firmanten kregen onderling moeilijkheden en het gevolg was dal Houber de slagerij alleen voorzette en De Jong in 1925 in die witte villa (uiteraard na een zeer ingrijpende verbouwing) een slagerij begon.

Het werd achteraf het startschot tol meer negotie in die straat, wam geleidelijk aan kwam er meer activiteit. De stallen van de villa en de vier huizen in de poot van de L vormige 'blinde darm ’ (om nog eens een ander lichaamsdeel te noemen) werden gekocht door garage Messing en gingen vrijwel geheel tegen de grond, om plaats te maken voor parkeerboxen, waar toen al steeds meer behoefte aan was.

In één daarvan kwam de brandweerauto te staan (tot dan in de garage, welke schuin tegenover het gemeentehuis gelegen was), terwijl de chauffeur van die rode auto (de heer van Dijen) in één van die huizen bij de stallen kwam te wonen.

Later werd het gehele complex verkocht aan de familie de Moraaz Imans, waarvan een zoon hel geheel omzette in de Oranjegarage, welke nog altijd in de huidige vorm te herkennen is.

Lange rij

De witte villa van de oorspronkelijke foto werd in 1972 gesloopt en vervangen door de slagerij. Overigens was toen al geruime tijd tussen de slagerij en Oranjegarage een groot pand met drie winkels (met bovenwoning) neergezet. Gezien vanaf het kruispunt bij ’De la Promenade’ (zoals De Prom toen nog heette) waren dat de bloemenzaak van Majoor, de textielwinkel waar de vader van musicus Siem Keijzer korsetten en dergelijke lingerie verkocht en ten slotte nog een hoedenwinkel.

Slager de Jong werd overigens omstreeks 1930 opgevolgd door Mastenbroek en na de oorlog (1950) door van Bekkum, van Lierop en Luiten. Het winkelwoonhuis daarnaast veranderde eveneens van bestemming. De drie winkels maakten plaats voor een horecabedrijf waar ook De Prom een dependances in gevestigde.

De winnaar deze week is: Ruud Krol uit Apeldoorn.

Voor meer dan 1500 verhalen over Baarn lezen. Kijk dan op Https://Groenegraf.blogspot.com

vrijdag 6 september 2024

Zoekplaatje in Baarn


 1: Waar stond deze villa, later een slagerij?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN

Of stuur een e-mail naar :bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek “Waarom redden" over de Brandweer van Baarn.

Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn, tel: 035-5426063.

Lees de meer dan 1500 verhalen over Baarn op: [HTTPS://groenegraf.blogspot.com]





vrijdag 30 augustus 2024

Te wapen




 Te wapen

Niet alleen adellijke families, ook de meeste dorpen en steden hebben een wapen. Baarn had er zelfs twee. Dat ook volwassenen in verliefde verdwazing diep kunnen gaan om een vrouw te imponeren blijkt wel uit het feit dat nota bene onze eigen burgemeester Laan zich in 1866 tot het fröbelen van een nieuw gemeentewapen (tot dan toe een afbeelding van St. Nicolaas) liet verleiden. Hij liet in de gemeenteraad een schetsje rondgaan van een wapenschild waarop een steigerend paard in toom werd gehouden door een jong manspersoon. Als smoes gaf hij aan dat de gemeente Baarn eigenlijk niet meer bestond nu er een buurtschap (Lage Vuursche) aan was toegevoegd. Een leugentje, want wettelijk vervalt een gemeente niet als het een buurtschap opslokt. Een nieuw wapen hoeft dus niet. Boze tongen beweerden dat Laan dit wapen niet zelf ontworpen had, maar had overgetekend van een schetsje dat de hofdame van koningin Sophie, bevriend met de familie Laan na een ontvangst door de burgemeester (per ongeluk!?) had achtergelaten. Laan leek nogal gecharmeerd van deze dame, die hem enthousiast over haar reis met de koningin naar Stuttgart had verteld. In het park van het Kurhaus aldaar had ze een prachtig marmeren beeld gezien en er meteen maar een tekeningetje van gemaakt. "Wacht eens...” moet Laan na haar vertrek gedacht hebben; "Zal ik haar eens verrassen door daar het nieuwe gemeentewapen van te maken?” Of dit curieuze verhaal een loos gerucht of een jaloerse verdachtmaking was? Daar zijn we nog steeds niet achter. Ook wat mevrouw Laan vond van haar man's uitsloverij vermeld de historie niet. Een andere veronderstelling, namelijk dat Laan er wellicht anti katholieke sympathieën op na hield (Wég met die schijnheilige paapse kindervriend!!) kan ook nauwelijks bewezen worden. Vreemd is wel dat de raad destijds zonder slag of stoot akkoord is gegaan met de aanvraag voor een nieuw gemeentewapen. Van veel historisch besef kunnen de toenmalige raadsleden niet verdacht worden. Want je moet wel over een rijke kinderlijke fantasie beschikken om in het ontwerp een relatie met Baarns rijke historie te ontdekken.

 



Al vanaf de invoering was Baarns burgerij er maar weinig verguld mee. Spottend sprak men al gauw over ‘de badmeester met het paard van Kuyer', katholieke inwoners beijverden zich om het oude gemeentewapen met de Goedheiligman weer terug te krijgen, wat bijna lukte. Waarop de Christelijk Historische achterban zich in de strijd wierp om dat weer te verhinderen. Hoekse en Kabeljauwse twisten in het klein, die misschien wel dankzij de Tweede Wereldoorlog (men had wel wat anders aan z'n hoofd) in de ijskast verdwenen. Tot 1969 dus. Toen unaniem werd besloten de Sint als patroon der Gemeente terug op het schild te heffen. Een dure grap overigens want nogal wat briefpapier, bedrijfswagens van gemeentelijke diensten, het gemeentehuis zelf, banken in de Laanstraat enz. enz. moesten subiet weer van wapen wisselen. Maar breekt u zich daar het hoofd niet meer over als we de Sint, al of niet geflankeerd door zijn knecht feestelijk inhalen.

Moraal: Behoud uw geloof in Sinterklaas, maar stop de wapenwedloop!

Deze verhalen kunt u lezen in deel 2 en 3 van Vandaag is morgen alweer gisteren. (€ 12,50 per deel excl. verzendkosten - buiten Baarn). De boeken zijn te bestellen via e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com



maandag 26 augustus 2024

 De foto dateert uit... 1880 en de afgebeelde witte villa op de hoek Amalialaan/Nw. Baarnstraat stond. Dat huis op die hoek werd tot kort na 1920 bewoond door de familie v.d. Koppel en de achtertuin liep door tot het doodlopende zijstraatje van de Nw. Baarnstraat, dat in de volksmond gedoopt werd tot de ’R... van Egypte’. 



Even terug naar de tuin, want voor de fruitbomen die er stonden, toonde de Baarnse jeugd erg veel erg veel belangstelling. Zoveel interesse zelfs, dat de eigenaar, de man is overleden, dus mogen we nu wel verklappen dat het een klein, vinnig kereltje was - een schilder ooit een merkwaardige opdracht gaf.

Die schilders knecht van de destijds algemeen bekende firma van Resteren uit de Laanstraat, weet zich best te herinneren, dat hij op verzoek van mijnheer het hek niet zoals gebruikelijk met parafine in moest smeren, maar ... met nauwelijks drogende koolteer. Dat duurde minstens drie maanden voor het hek droog kon zijn en zo werd de jeugd toen al op afstand gehouden.

Slagerij

Na het overlijden van de heer des huizes werd aan de villa een andere bestemming gegeven. In de slagerij in de Laanstraat, waar nu Bonne de Vries gevestigd is, dreef aan het begin van deze eeuw de firma Houber & De Jong haar handel. De firmanten kregen onderling moeilijkheden en het gevolg was dal Houber de slagerij alleen voorzette en De Jong in 1925 in die witte villa (uiteraard na een zeer ingrijpende verbouwing) een slagerij begon.

Het werd achteraf het startschot tol meer negotie in die straat, wam geleidelijk aan kwam er meer activiteit. De stallen van de villa en de vier huizen in de poot van de L vormige 'blinde darm ’ (om nog eens een ander lichaamsdeel te noemen) werden gekocht door garage Messing en gingen vrijwel geheel tegen de grond, om plaats te maken voor parkeerboxen, waar toen al steeds meer behoefte aan was.

In één daarvan kwam de brandweerauto te staan (tot dan in de garage, welke schuin tegenover het gemeentehuis gelegen was), terwijl de chauffeur van die rode auto (de heer van Dijen) in één van die huizen bij de stallen kwam te wonen.

Later werd het gehele complex verkocht aan de familie de Moraaz Imans, waarvan een zoon hel geheel omzette in de Oranjegarage, welke nog altijd in de huidige vorm te herkennen is.

Lange rij

De witte villa van de oorspronkelijke foto werd in 1972 gesloopt en vervangen door de slagerij. Overigens was toen al geruime tijd tussen de slagerij en Oranjegarage een groot pand met drie winkels (met bovenwoning) neergezet. Gezien vanaf het kruispunt bij ’De la Promenade’ (zoals De Prom toen nog heette) waren dat de bloemenzaak van Majoor, de textielwinkel waar de vader van musicus Siem Keijzer korsetten en dergelijke lingerie verkocht en ten slotte nog een hoedenwinkel.

Slager de Jong werd overigens omstreeks 1930 opgevolgd door Mastenbroek en na de oorlog (1950) door van Bekkum, van Lierop en Luiten. Het winkelwoonhuis daarnaast veranderde eveneens van bestemming. De drie winkels maakten plaats voor een horecabedrijf waar ook De Prom een dependances in gevestigde.

De winnaar deze week is: ...............

vrijdag 23 augustus 2024

radiocentrale

 



De ontwikkelingen van de techniek zijn nauwelijks bij te houden. We vin den het tegenwoordig heel normaal dat er in elk huis meerdere radio’s te vinden zijn. De tijd dat we radio-pro gramma’s via radiogolven door de ether ontvangen verdwijnt. Steeds vaker zijn die signalen digitaal. Maar wie zorgden ervoor dat de eerste radiosignalen in Baarn te ontvangen waren? In 1895 werden al de eerste radio signalen uitgezonden. In 1899 was er de eerste radioverbinding over Het Kanaal tussen Frankrijk en En geland, maar aanvankelijk was ra dio alleen bedoeld om met elkaar te kunnen communiceren. Pas in Eén van de eerste advertenties van de Baarnsche Radio-Centrale, toen nog in de Weteringstraat. (Coll. Pim van Gelder) 1919 werd in Nederland het eerste radioprogramma uitgezonden.

Voordat radiotoestellen echt in de Nederlandse huiskamers kwamen waren we al in de jaren dertig van de vorige eeuw. Nog niet eens zo lang geleden toch? De uitvinding van de radio en later ook de televisie hebben de wereld een stuk kleiner gemaakt, figuurlijk gesproken uiteraard. Ook Baarn kende zijn lokale pioniers op gebied van radio. Johannes Matthijs Benjamin (Jan) Bakker (*1902 †1979) en Gregori us Johannes (Goos) Groen (*1899 †1969), beiden werkzaam in de bouw, be sloten van hun hobby hun beroep te maken. Jan’s vader Gerrit Bakker was chef-monteur telegrafie. Hij zal zijn zoon ongetwijfeld het één en ander aan techniek bijgebracht

hebben. In april 1929 vroegen Jan Bakker en Goos Groen bij de gemeente Baarn een vergun ning aan voor de aanleg van een radio-distributienet. Korte tijd Jan Bakker (rechts) legt kabels door een groot gedeelte van Baarn om radio-ontvangst moge lijk te maken. (Coll. mevr. A. Venema-Groen) later kregen ze de toestemming en is hun bedrijf, De Baarnsche Radio-Centrale, een feit. Aanvan kelijk was het bedrijf gevestigd in de Weteringstraat, maar in 1936 werd voor 7.000 gulden de villa van de familie Van Dorp op de hoek van de Kerkstraat een het Melkpad gekocht. De villa stond al zeven jaar leeg. Op deze plek is nu de banketbakkerij Veldhui zen te vinden. Bakker en Groen legden in een groot gedeelte van Baarn loden kabels aan over de daken en langs de achterzijde van woningen met aftakkingen naar binnen. Daar werd een soort luidspreker met keuzeschakelaar op aangesloten en voor twee kwartjes per week kon men di verse voornamelijk Nederlandse radio programma’s beluis teren. Soms werd er zelfs lokaal nieuws uitgezonden! Bij De Baarnsche Radio Centrale aan de Kerkstraat, hoek Melkpad. (Coll. Groenegraf.nl) 73 festiviteiten verzorgden zij ook de muziek in het dorp. Misschien mogen we ze daarom ook wel de eerste diskjockeys van Baarn noemen. Goos Groen besloot eni ge tijd later uit het be drijf te stappen teneinde Zilgroba Metaalindustrie te starten. Dat bedrijf vestigde hij aan de Torenlaan. In 1950 werd die lokatie gekocht door Philips om daar de productielokatie van haar langspeelplatenindustrie Philips Phonographische Industrie op te zetten. De half afgebroken villa waarin de Baarnsche Radio Centrale gevestigd gesloopt. Dhr. H.W. Meerbeek bewoon de de andere helft. (Bron: Baarnsche Courant 1965) Zilgroba verhuisde toen naar Amersfoort nadat het korte tijd in Huize Velt heim gevestigd was. Groen hield het dus voor gezien, maar Bakker zette het bedrijf voort, samen met dhr. R. Koch, een gepensioneerd kapitein van de grote vaart. Toen de PTT de distributie van radiosignalen landelijk overnam verhuurde Bakker de rechterhelft van de villa aan zijn zwager Heinrich Wilhelm Meerbeek die er zijn kleermakersbedrijf in vestigde. In 1961 kocht aannemer F.H. van Klaarwater het pand met de bedoeling om het te slopen, maar Meerbeek wilde niet vertrekken. In 1965 werd de helft van de villa gesloopt, Meerbeek bleef in de andere helft wonen. Pas in 1968 werd ook de rest van de villa gesloopt.




vrijdag 16 augustus 2024

Koffrie's Kolen en Oliehandel

 Dat een bedrijf al op het moment dat het nog bestaat historisch is komt maaweinig voor, maain Baarn hadden we zo'n bedrijfKoffrie's Kolen en Oliehandel aan de Noorderstraat in BaarnDecennia nadat de activiteiten werden gestopt was het bedrijfspandje van de firma Koffrie nog te vinden aan de splitsing Oosterstraat - NoorderstraatDe laatste jaren, en zeker nadat er een aantal jaren geleden brand uitbrak, werd de plek als één van de rotte kiezen van Baarn gezien, maar wees eens eerlijk, was het ook niet, ondanks de vervallen staat, een hele nostalgische plek?

Wie liet er niet zijn auto tectyleren, dat werd nog gedaan met de bokkenpoot. Éénmalig, maar met eeuwige garantie. Even een gasfles voor de camping omruilen of houtskool voor de barbecue halen, een verhaal van Flip Koffrie kreeg je er gratis bij. Als je het terrein van Koffrie op kwam lopen was het alsof je in een andere tijd kwam, want van 'nieuwigheden' moesten de broers Dirk en Flip Koffrie niets hebben. "Pak jij eens even dat schroefje uit dat ene bakje", kon Flip vragen. Keek je dan waar hij heen wees, dan zag je een stelling met honderdduizend bakjes met schroefjes. Flip zag hoe beduusd je keek en had dan de grootste lol.

De broers Koffrie kwamen als vanzelfsprekend van jongs af aan in het bedrijf van hun vader Jan Willem Koffrie (1898-1980). In 1922 werd de brandstoffenhandel officieel geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, maar lang daarvoor handelde vader Koffrie al in hout en turf. Dirk, de oudste van de twee broers kwam als eerste in het bedrijf en de 13 jaar jongere broer Flip volgde na de Tweede Wereldoorlog. Er was veel armoede in die tijd. Je kunt het je nu bijna niet voorstellen, maar destijds kochten veel klanten een mud kolen, maar konden die hoeveelheid niet ineens betalen. Wekelijks betaalden ze dan twee kwartjes afbetaling. Een kwartje was 25 cent in het guldentijdperk. Meestal werden die kolen dan bezorgd. De ene klant wilde de kolen in de kelder hebben, de andere in de schuur of op zolder. Er moest dus flink gesjouwd worden met die handel. Het was zwaar werk.

Met de komst van aardgas rond de jaren zestig braken er moeilijke tijden aan voor de brandstofhandelaren. Waren er voor die tijd nog een tiental kolenboeren in Baarn actief, aardgas zorgde ervoor dat de meeste bedrijven het bijltje erbij neer gooiden.

Ook Dirk en Flip moesten creatief worden en andere bronnen van inkomsten vinden. Nadat ze rond 1970 een auto van een kennis getectyleerd hadden, kwamen ze op het idee om heen die service ook in hun bedrijf op te nemen, en met succes! Uit de wijde omgeving kwamen klanten hun bolide laten beschermen tegen corrosie en roest. En nam je je zoon mee als u de auto weer kwam halen, dan kreeg hij een mooie Valvoline poster mee naar huis.

In 1991 stierf Dirk op 71-jarige leeftijd en Flip elf jaar later, hij mocht 80 jaar oud worden. Toen was duidelijk dat dit oer-Baarnse nostalgische plekje binnen afzienbare tijd zou verdwijnen. Eigenlijk was de brand die eind jaren negentig in de schuur ontstond al de genadeklap. 

Rechts de oude Opel Blitz, bouwjaar 1969, stond tot vlak voor de sloop van het pand nog in de schuur van Koffrie.

Deze verhalen kunt u lezen in deel 2 en 3 van Vandaag is morgen alweer gisteren. (€ 22,50 per deel excl. verzendkosten - buiten Baarn). De boeken zijn te bestellen via e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com

vrijdag 9 augustus 2024

de melkfabriek in Hilversum
 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965 – deel 2]
Wel Gijs en ik hebben afgesproken dat we zijn wijk in Baarn nog eens gaan rijden, en zogezegd zo gedaan. Op 11 juni jongstleden hebben we zijn melkroute in Baarn opnieuw gereden. Gijs gaf mij een lijst met namen en melkbusnummers waar we langs zouden komen. U zult het geloven of niet, maar Gijs wist bij alle adressen de naam van de boerenfamilie inclusief het nummer van hun melkbus. Tijdens de rit kwamen we vele bekende boerderijen tegen, zoals Eemweg 43, Gijs vertelde met trots “Hier ben ik geboren en heb hier gewoond tot mijn 5e”.

De naam Dorrestijn werd op 2 manieren geschreven. Had je de naam Dorrestein met "ei” dan was je katholiek. Had je de naam Dorrestijn met ” ij” dan was je Protestants Hervormd. Op de linker foto ziet u de tractor van Gijs op de weg langs Anna's Hoeve. Rechts de melkfabriek in Hilversum. Dank aan Gijs Dorrestijn voor het verhaal.

Gijs met tractor op de weg naar Anna's Hoeve

Lees de ruim 1500 verhalen over Baarn op: https://groenegraf.blogspot.com

De winnaar van het zoekplaatje is: ................. ……………………….

vrijdag 2 augustus 2024

 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965- deel 1

Van 1960 tot ongeveer 1970 werd de melk opgehaald door Gijs Dorrestijn. Dorrestijn was een transportbedrijf met zeven vrachtwagens, dat vestig je natuurlijk aan de rand van het dorp. Maar het is in Baarn lang zo geweest dat je op ruimtelijk gebied mocht doen wat je wilde. Het bedrijf op deze foto was gevestigd aan de Pompstraat, één van de smalle straatjes op de oude Oosterhei. Hun werkelijke naam was “Dorrestijn Transport”. Dagelijks denderden de vrachtwagens door de smalle Sparrenlaan. Links van de personenwagen staat Jan Dorrestijn, rechts zijn vader. In 1981 verhuisde de fa. Dorrestijn naar de Hermesweg / Noordschil en per 2008 naar Soest. 

Jan en vader Dorrestijn

Gijs was van jongs af aan bij het bedrijf betrokken als melkrijder. Het mocht toen nog niet op een vrachtwagen rijden en deed alles met de tractor. Op zijn 15e kreeg hij van zijn vader een nieuwe tractor. Maar eigenlijk mocht je pas als je 16 jaar oud was met een tractor rijden. Als hij aangehouden zou worden moest hij van zijn vader vertellen dat 16 was. Iedere ochtend en elke avond kwam Gijs, de melkrijder, de melkbussen vol melk ophalen en bracht ze naar de V.G.M., de Verenigde Gooische Melkfabriek. In de periode van oktober tot maart werd de melkbus 1 x per dag opgehaald. Vanaf april tot september was dat 2 keer per dag. Gijs begon met de eerste rit s ’morgens om 7.00 uur bij de familie Rosseberg op het Zuidereind. Daar werd de tractor gedraaid en begon de rit. Kwam die langs mevrouw Kok dan zwaaide ze altijd. Over de boerderij van de familie Hamersveld vertelde Gijs dat mevrouw Hamersveld zo zwaar van gewicht was. In de periode van “de houten Eembrug”, die in het midden een stuk hoger was, moest zij er met de fiets overheen om naar de kerk te gaan. Omdat zij zo zwaar was lukte dat niet. Vandaar dat er altijd 2 kinderen bij waren die haar moesten helpen om haar over de brug te duwen. 

Als de boeren de melkbussen op tijd aan de weg hadden gezet was Gijs uiteindelijk om 20.15 uur weer thuis. Het gebeurde wel eens dat dit 23.00 uur werd als er boeren waren die niet op tijd de melkbussen aan de weg hadden gezet. Als Gijs niet op tijd bij de melkfabriek was aangekomen kon dat door de drukte nog later worden. Ook andere melkrijders moesten daar ook hun bussen inleveren.

De melkbussen werden schoongemaakt door de V.G.M. en deels weer geladen voor de volgende rit.

De fa. Dorrestijn had 5 wijken te weten: Baarn, Eemnes binnen, Bunschoten, Laren en Blaricum. Per rit werden er ruim 130 melkbussen opgehaald bij bijna 50 adressen.

Per boer werden er gemiddeld 2 à 3 melkbussen per rit opgehaald met uitschieters als Cees Groenestein met 6 melkbussen en Eb Zonneveld met 5 melkbussen. Een volle bus woog meer dan dertig kilo. Zaten de bussen erg vol, dan haalde de melkrijder een keer aan: door de melkbus met twee handen vastpakken, benen een beetje wijd, melkbus eerst tussen de benen door een eindje naar achteren zwaaien, zodat hij met een soort aanloopje naar voren en omhoog gezwaaid kon worden.

1 van de 7 vrachtwagens
Iedere boer had zijn eigen melkbus voorzien van zijn eigen nummer dat vaak bestond uit 5 cijfers. Een melkrijder moest deze nummers uit zijn hoofd kennen. Ik vroeg dus aan Gijs "wie had nummer 13454” en kreeg gelijk als antwoord: "Oh die was van Bertus van Roomen op het Zuidereind. Deel 2 volgende week.