vrijdag 25 augustus 2023

Zoekplaatje in Baarn

 

Zoekplaatje in Baarn

1. Wat was de naam van deze boerderij?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:

Geheugen van Baarn

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN

Of stuur een e-mail naar : 

bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek “Waarom Redden”.

Dit boek is geschreven door Leen Bakker en Maartje Hormes.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een 

ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door: 

Mitra Baarn - Van der Steeg, 

Laanstraat 72, 3743 BH Baarn, tel: 035-5426063.



maandag 21 augustus 2023

Het verhaal van Baarnaar Stef Rademaker en de ondergang van het s.s. Simaloer: Twee Baarnaars in hetzelfde schuitje

door Ed Vermeulen

Het voorafgaande: in januari 2021 plaatsten wij het verhaal ’Baarn op de wereldzeeën: Varen in oorlogstijd’. Een verhaal gewijd aan het varende leven van plaatsgenoot hofmeester Laurens Johannes Swart, gebaseerd op door zijn kleindochter Els Swart gedaan onderzoek, met als dramatisch dieptepunt de ondergang van het s.s. Simaloer begin maart 1941. Haar vervolgonderzoek via de begin 2023 geopende website ’www.koopvaardijpersoneel40-45.nl’ maakte duidelijk dat zich ten tijde van de ramp niet één, maar twee Baarnaars aan boord van de Simaloer bevonden. Naast hofmeester Swart had ook Stephanus Cornelis ‘Stef’ Rademaker, geboren in Baarn op 3 juli 1919, aangemonsterd. Zijn functie: koksmaat-bakker. Ook hij overleefde deze scheepsramp. 

Noord-Atlantische Oceaan: plek des onheils

Ondergang s.s. Simaloer: In de ochtend van zaterdag 2 maart 1941, nog slechts 160 mijl van Oban, een Royal Air Force basis aan de Schotse westkust, kreeg het s.s. Simaloer, een in 1920 gebouwd vrachtschip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (S.M.N.), met als kapitein J. Droste, geboren te Assen op 12 oktober 1897, met een lading suiker onderweg van Nederlands Indië naar Engeland op positie 56.43 NB en 10.46 WL drie luchtaanvallen van de Duitse Luftwaffe met Focke Wulf FW 200 vliegtuigen (Kampfgeschwader 40) te verduren en werd in brand geschoten. Hierbij kwamen twee Chinese stokers* om. 

Kapitein Droste had geen andere keus dan na de derde aanval als 'witte vlag' een laken laten hijsen als teken van overgave. Eén van de Duitse vliegtuigen seinde dat men het schip moest verlaten. De 69 overgebleven opvarenden (15 Europeanen, 6 Javanen, 25 Laskaren en 23 Chinezen) waren, met achterlating van de lichamen van de twee bij de luchtaanvallen om het leven gekomen Chinese stokers*, in de twee te water gelaten sloepen gegaan in de hoop zo het vege lijf te kunnen redden. Op de daaropvolgende maandag 4 maart, iets meer dan twintig jaar na haar tewaterlating op 13 maart 1920 bij de scheepsbouwwerf NSM aan de Amsterdamse Conradstraat, is het schip na een lange doodsstrijd alsnog gezonken. 

De tewaterlating van de Simaloer
(Gemeente Amsterdam Stadsarchief)

s.s. Simaloer: slachtoffer van de oorlog op zee 
(Coll. Vancouver Archives Public Domain)

In een van de sloepen, onder bevel van kapitein Droste, zat naast de in Baarn wonende, op 22 december 1891 in Amsterdam geboren chef-hofmeester Laurens Swart, ook zijn plaatsgenoot de op 3 juli 1919 in Baarn geboren koksmaat Stephanus Cornelis ‘Stef’ Rademaker. Twee Baarnaars, elkaar mogelijk bij toeval bij het monsteren in Soerabaja tegengekomen, door oorlogsomstandigheden nu in het zelfde schuitje en hopend op een goede afloop van een hachelijke avontuur. Eén van de twee sloepen werd gevonden door het Britse schip CLAN CAMERON, de inzittenden werden op 4 maart aan land gebracht in Liverpool. De andere sloep, met daarin onze plaatsgenoten, werd opgepikt door de IJslandse trawler BALDAR en alle geredden werden in op 5 maart in de Noord-Engelse havenplaats Fleetwood veilig aan wal gezet.

Stef Rademaker-een korte familiegeschiedenis: Stef kwam uit een groot gezin. Op 3 juli 1919 geboren als het zevende van twaalf kinderen uit het huwelijk van Cornelis Hendricus Rademaker, geboren 13 mei 1885 te Hilversum en overleden 26 mei 1970 te Leusden, en Wilhelmina Elisabeth Maria Bon, geboren 3 april 1884 te Baarn en overleden 20 november 1964 te Baarn. 

Rademaker sr., zijn paard en buurtjeugd met mogelijk Adriaan achterop rechts.

Mevr. Rademaker en kinderen, bij huis Penstraat 1. Stef rechts bij voorwiel fiets

Vader Cornelis handelde in paarden en was daarbij ook brandstoffenhandelaar, in de spreektaal van toen kolenboer genoemd. Maar ook voor een goede aardappel kon je bij hem terecht. 

Rademaker: voor al uw kolen en aardappelen

Hij woonde en werkte onder de naam ’Rademaker’s Kolenhandel’ op Penstraat no. 1 met achter het huis de opslagplaats. De door hem geleverde kolen, later ook olie, werden in een vrachtwagen type Magnus rondgebracht. Het huis bestaat nog steeds, zij het dat het in de jaren eind 60 begin 70 werd ’ingepakt’ in nieuwe buitenmuren. Na de lagere school, het Sint Aloysius in de Kerkstraat, doorlopen te hebben werd Stef in 1936 bakkersknecht in Soestdijk bij  de NV Eerste Baarnsche Electr. Luxebrood-en Banketbakkerij op het adres Burg. Grothestraat 57. Stefs blik keek echter verder dan alleen broodbakken voor Soest en omstreken. Hij wilde de wereld zien. Zijn op 2 mei 1938 uitgereikte en door zijn chef ondertekende getuigschrift, waarin goede referenties hem ten deel vielen, is bewaard gebleven. 

Getuigschrift van de Eerste Baarnsche Electricsche Luxebrood en Banketbakkerij Soestdijk

Hetzelfde geldt voor zijn monsterboekje. 

Twee pagina’s uit het monsterboekje van Stef Rademaker

Op 19 jarige leeftijd monsterde hij op 21 oktober 1938 als ’koksjongen’ aan op het passagiersschip ss. Jan Pieterszoon Coen van de in Amsterdam gevestigde rederij Stoomvaart Maatschappij Nederland (S.M.N). 

ss. Jan Pieterszoon Coen

Deze reis bracht reis hem ongetwijfeld naar Nederlands Indië. In de meidagen van 1940 zou het schip door de Koninklijke Marine tussen de pieren van IJmuiden tot zinken gebracht worden ten einde als blokkadeschip te dienen. Dat zijn monstering op de ’Coen’ het begin zou worden van een werkend lang leven op zee lag nog in de toekomst verborgen. 

Stef, staand links, en twee collega’s in tropenwit.

Op de daarop volgende twee reizen op het passagiersschip ss. Johan de Witt moet de oorlogsdreiging reeds voelbaar geweest zijn. Op vrijdag 10 mei 1940 trokken Duitse troepen Nederland binnen. Aansluitend werd op 14 mei de zetel van de S.M.N formeel verplaatst van Amsterdam naar Batavia. De belangen van de in Nederland geregistreerde rederijen werden inmiddels vanaf 10 mei vanuit Londen behartigd door een instituut dat gedurende de oorlogsjaren bekend stond als ’de Shipping’. Het merendeel van de Nederlandse Koopvaardijschepen werd aan ’de Shipping’ vercharterd. In juni 1940 werd de zogenoemde vaarplichtwet ingevoerd. Hierin werd bepaald dat Nederlandse zeelieden bij wijze van dienstplicht moesten blijven varen of weer gaan varen. Deze wet bleef van kracht tot februari 1946. In deze periode werden verdere persoonsgegevens van koksmaat Stef Rademaker vermeld op een door ’de Shipping’ bijgehouden personeelskaart, min of meer vergelijkbaar met het monsterboekje. Helaas is deze kaart na de oorlog niet teruggevonden en baseren we ons verhaal op de in het monsterboekje vastgelegde informatie.

Engelse walpas uitgegeven in Liverpool april 1944

Na zijn reizen op de Johan de Witt, dat later dienst zou doen als troepentransportschip en nog een reis op het ms. Tanimbar, dat in juni 1942 door Italiaanse vliegtuigen zou worden getorpedeerd, stapte Stef in november 1940 in Soerabaja als koksmaat/bakker aan boord van het ss. Simaloer. Zijn nieuwe chef, chef-hofmeester Laurens Swart, kwam evenals hij zelf uit Baarn. Of ze elkaar ooit eerder hadden ontmoet vermeldt de historie niet. Maar een bijzondere ontmoeting zal het zeker geweest zijn: ’Waar kom je vandaan Stef’ ’Uit Baarn chef’ ’Dat treft, ik ook, welkom aan boord’ Twee Baarnaars in hetzelfde schuitje. Na het dramatische avontuur op de Simaloer monsterden beide Baarnaars op 9 maart 1941 aan op het passagiersschip Johan van Oldenbarnevelt. 

ss Johan van Oldenbarnevelt in oorlogskleuren (Coll. J.G. Nierop)

Voor Swart duurde deze tijd op de ’Johan’ tot 8 juli 1941, de dag dat hij overgeplaatst werd naar het passagiersschip Marnix van St. Aldegonde. Voor Stef Rademaker echter zou de Johan van Oldenbarnevelt de gehele oorlog een varend thuis bieden of anders gezegd: zijn reis op de ’Johan’ zou een oorlog lang duren. Het schip zou de verdere oorlogsjaren worden ingezet als troepentransportschip, waarbij grote aantallen troepen naar de diverse strijdtonelen, waaronder die rond de Middellandse Zee, werden vervoerd. Deze reizen vonden plaats in zwaar beveiligde konvooien, maar ondanks deze beveiliging kon niet verhinderd worden dat men in maart 1943 op de ’Johan’ getuige was van het torpederen en tot zinken brengen van het Engelse troepentransportschip ms. Windsor Castle. Eerst in augustus 1945 zou hij eindelijk, na vijf lange jaren op zee geweest te zijn, weer over de drempel van zijn ouderlijk huis stappen en herenigd worden met zijn ouders, broers en zussen. 

Brief uit Londen

Via een door Stef in 1945 aan zijn ouders geschreven en door een, naar Nederland reizende Canadees, gepost briefje krijgen we een kijkje in zijn gemoedsleven. Ondertussen was, zoals eerder aangegeven, de vaarplichtwet nog steeds van kracht. In het kader hiervan monsterde Stef in 1946 aan op het m.s Tjisadane van de KJCPL. Dit schip voer in dienst van de Nederlandse regering en bracht in het kader van de troepenopbouw in Nederlands Indië militairen naar Tandjong Priok, waarna op de terugreis evacués naar Nederland werden gebracht. Eind 1946 hervat hij zijn ’normale’ SMN leven, beginnende op het m.s. Tabian. Een blik in zijn rijk gevulde monsterboekje laat een lange reeks van schepen zien, waarbij opvalt dat hij de naoorlogse vlootopbouw maar ook de veranderende bedrijfsstructuur van zeer nabij heeft meegemaakt, van SMN tot en met Nedlloyd, van klassieke vrachtschepen tot containervaart. Een aantal van deze reizen stonden in het teken van de in rap tempo veranderende situatie in het voormalig Nederlands Indië (Indonesië). 

De uitreiking van het OorlogsHerinneringsKruis (OHK) ging vergezeld van een certificaat zoals hierbij afgebeeld. In het familiearchief Rademaker was het originele, aan Stef Rademaker gerichte en toegestuurde certificaat helaas niet (meer) aanwezig. Document: Collectie H. Meurs, Zoetermeer.

Ergens in de naoorlogse jaren werd aan Stef het Oorlogsherinneringskruis (OHK) uitgereikt, een vierarmig onregelmatig bronzen kruis met op de voorzijde een medaillon met de beeltenis van H.M Koningin Wilhelmina. Om het medaillon een dichtgeknoopte kousenband met het opschrift ’Voor Krijgsverrichtingen’. In de armen van het kruis, met daarop het monogram van Koningin Wilhelmina, de ’W’, is een krans van eikenbladeren aangebracht.’ Deze medaille kon worden uitgereikt aan Nederlanders of Nederlandse onderdanen die de oorlogsjaren op zee hadden doorgebracht en onderdeel waren geweest van bemanningen van Nederlandse koopvaardij- of vissersschepen onder Nederlands dan wel geallieerd beheer.

Diploma van de opleiding Chef-Hofmeester

In maart 1959 kreeg Stef na het volgen van een door de S.M.N. georganiseerde cursus het certificaat ’chef hofmeester vrachtschepen’ waarmee aan een reeds bestaande status extra glans werd gegeven. 

Verliefd-verloofd-getrouwd: in 1951 trouwde Stef met zijn jeugdliefde Petronella Theodora Maria (Nel) Timmers, dochter uit het kinderrijke gezin van Lambertus Franciscus Timmers, onderwijzer aan de St. Aloysiusschool, en de in 1921 in Baarn geboren Theodora Veldhuisen. Het tweetal kende elkaar uit de buurt (Kerk - en Penstraat), van school en de kerk (De Nicolaaskerk).

Trouwfoto voor het ouderlijk huis van de bruid, Kerkstraat 20

De trouwfoto is gemaakt voor het ouderlijk huis van Nel op Kerkstraat 20. Na hun huwelijk woonden ze onder meer in Soest, de Baarnse Torenlaan en weer later, in 1956, in de Krokusstraat waarna tenslotte begin jaren zestig Weteringstraat 29 hun thuishaven werd. Uit het huwelijk van Stef en Nel werden drie kinderen, twee dochters en een zoon, geboren. Zeemanskinderen die na afloop van iedere reis uitkeken naar hun van zee thuiskomende vader en natuurlijk de door hem meegebrachte souvenirs en cadeaus! 

Memorabilia en souvenirs: spaarpotje, asbakje, pennenhouder en Indonesische tafelbel

In  augustus 1958 werd Stefs schip, het tss. Rotti, in het door de Wereldomroep gemaakte en uitgezonden radioprogramma ’Schip van de week’ in het zonnetje gezet. 

Schip van de week: liefdevolle woorden van echtgenote Nel en kinderen 


De opname van dit programma waarin echtgenote Nel liefdevolle woorden tot haar  echtgenoot op zee kon richten, vond plaats in het welbekende Grand Hotel Gooiland in Hilversum. Voor alle partijen ongetwijfeld een emotionele gebeurtenis. 

Afscheid van de zee-pensioen: op 19 juni 1979 werd chef hofmeester Stef Rademaker in Rotterdam afgelost van zijn laatste schip: het m.s. Nedlloyd Baltimore. 

Laatste monsterboekje met daarin het laatste schip: Nedlloyd Baltimore

Het gehele gezin was bij deze bijzondere aankomst aanwezig.

Stefs hutkoffer gevuld met verhalen en herinneringen

Voor de laatste keer werden de ingepakte hutkoffer en zeemanskist van boord gesjouwd. Hiermee kwam een eind aan een veertig (!) jaar lang werkend leven op zee.

Baarn: stilzitten was niets voor Stef. Als oud-zeeman was het moeilijk om alleen maar thuis te zijn. Al snel ging hij dan ook aan de slag bij slagerij Matthijssen. Ook werd hij barbeheerder van tennisvereniging ’Phonosmash’. Een ’baan’ die hem, als oud hofmeester op het lijf geschreven was. Tot op hoge leeftijd heeft hij ook hier met veel plezier de glazen gevuld en de lekkere trek van de clubleden gestild. Ook op de aan de Vinkeveense plassen gehouden Nedlloyd personeelsuitjes, door Stef mogelijk ervaren als een soort reünie, stond hij bij het barbecueën zijn mannetje. 

Einde van de levensreis: op 22 juni 2000, net voor zijn 81e verjaardag is Stef Rademaker overleden en aan zijn laatste reis begonnen. Zijn echtgenote Nel overleed twaalf jaar later op 3 oktober 2012, op de leeftijd van bijna 91 jaar. 

Voor altijd samen op de R.K begraafplaats aan de Kerkstraat, Baarn
(TracesOfWar.nl)

Beiden vonden hun laatste rustplaats op het Rooms Katholieke Kerkhof naast de Nicolaaskerk. Voor altijd samen.

Als laatste: de Stoomvaart Maatschappij ’Nederland’ heeft bestaan van 1870 tot 1970: De eeuw van de Nederland. Aansluitend maakte het deel uit van het Nedlloydconcern. Het varende leven van Stef Rademaker duurde van 1938 tot 1979, een periode waarin hij de oorlogsjaren op zee met daarin konvooivaarten, een scheepsramp, het afscheid van Nederlands Indië en een zich aan de moderne tijd aanpassende en mede daardoor veranderende rederij van zeer nabij heeft meegemaakt. Een werkend leven op zee met als langste reis de vijf aaneengesloten oorlogsjaren. Een tijd waarover prinses Wilhelmina, koningin in oorlogstijd, de volgende woorden sprak:

Baarnaars op de wereldzeeën: tijdens het beschrijven van het varende leven van Stef Rademaker, werd duidelijk dat ook Bertus Fockens, wiens levensverhaal is vastgelegd in https://groenegraf.nl/vareninoorlogstijd, samen met hem heeft gevaren aan boord van de 'good old' Johan van Oldenbarnevelt. Beiden stonden als bakker op de monsterrol. Duidelijk is dat beide Baarnaars of beter nog Barinezen, het Bijbelse ’geef ons heden ons dagelijkse brood' op een zeer respectabele en memorabele manier in de praktijk hebben gebracht. Of ze elkaar na de oorlog, in Baarn, tijdens Stefs verlof nog hebben gezien en gesproken? Het zou zo maar kunnen. 

*YIP FOOK LIN en LAI WAH: omgekomen Chinese stokers


Foto’s: alle foto’s coll. familie Rademaker, tenzij anders vermeld

Bronnen: 
www.koopvaardijpersoneel40-45.nl
Familiearchief familie Rademaker
L.L. von Münching: De Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog uitgave Unieboek 1978
Geheugenvanbaarn.nl

Dank aan: Els Swart, Bart Rademaker, Jos Rozenburg archivaris Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945 en vele anderen die behulpzaam zijn geweest bij de totstandkoming van dit verhaal.



Deze bijdrage (aflevering 118) verscheen op maandag 21 augustus 2023 
in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren’


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u Geheugenvanbaarn.nl ook volgen op Facebook 

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Geheugenvanbaarn.nl.

vrijdag 18 augustus 2023

Boerderij: Daatselaar, Zandvoortweg 32

 Boerderij: Daatselaar, Zandvoortweg 32

Gebouwd: 1870 en gesloopt in 1966.De bewoners waren onder andere, Hendrik Cornelis Daatselaar, Rijk Daatzelaar, Piet en Wout Daatselaar. Op de linker foto - ziet u rechts de huidige Thorbeckelaan.
rechts de huidige Thorbeckelaan

Hendrik Cornelis Daatzelaar
Hendrik Cornelis Daatzelaar (1802-1862) was getrouwd met Geertje van de Heisteeg (1813-1893). Hendrik was de zoon van Cornelis Rutten Daatzelaar (1755-1835) en Aartje Rijkje Schimmel (1762-1837). Hendrik was caféhouder van De Nachtegaal aan de Eemnesserweg. Hier heeft de Nachtegaallaan in Baarn zijn naam te danken.
Rigardus Hermanus (Rijk)
Rijk is geboren op 27 april 1914, oudste zoon van Hendrikus Rigardus en Cecilia Verhoef.
Rijk dacht: “Als wij allemaal op de boerderij moeten gaan wonen in de toekomst dan komt dat niet goed.” Hij besloot om te gaan studeren op de Winteravondscholen. Toen Rijk 27 jaar oud was, en nog geen verkering had, hoorde hij dat Christina Aleida Schimmel (Stijn) haar verkering was uitgegaan. Hij dacht: ”Dat lijkt mij wel wat en weet je wat, ik vraag haar aan de deur. ”Rijk vroeg Stijn of haar verkering uit was. “Ja, zei ze” Wel zei Rijk: “Volgende week is er een feest. Vind je het wat om met mij daar heen te gaan.” Stijn vond dat een goed idee, en zo is het toch nog wat geworden.
Omdat het oorlog was in die periode, mocht je s ’avonds niet over straat. Rijk en Stijn ontmoette elkaar in de avond, al slootje springend in de polder om zo maar niet gepakt te worden door de Duitsers. Rijk zijn werkterrein, voor de Landbouw Voorlichtingsdienst was Eemland. Rijk en Stijn zijn toen in Soest gaan wonen. Daarna werd Rijk overgeplaatst naar Gooi en Vecht en gingen ze in Bussum wonen.
Beledigd en niet uitgenodigd
Na het huwelijk van Rijk en Stijn ontving de vader van Stijn, de heer Schimmel, een brief van een lid van de familie Schimmel. In deze brief werd aangegeven dat zij beledigd waren dat zij niet waren uitgenodigd voor het huwelijksfeest. Zij spraken er ook schande van dat de dochter van de Kerkmeester (de vader van Stijn), tijdens deze huwelijksvoltrekking haar varkenspootjes waren te zien (haar blote benen). Ze hoorde toch minstens, als je een fatsoenlijk mens was, een lange jurk te dragen en “geen korte jurk”. En dat voor een dochter van een Kerkmeester!
De naam Daatzelaar en Daatselaar
De naam Daatzelaar werd door de jaren heen overigens op vele manieren geschreven: Daatselaar, Daatzelaar, Dasselaar en Daselaar, om maar wat voorbeelden te noemen. Daatzelaar en Daatselaar werden in deze Baarnse katholieke tak echter het meest gebruikt.


Opoe Daatselaar
Opoe Daatselaar (Cecilia Daatselaar - Verhoef) wilde geen honderd worden. Ze woonde toen op Zandvoortweg 30. Ze vertelde dat ze dat maar niets vond. Een burgemeester op bezoek zag ze ook niet zitten. Op haar 98e is Opoe verhuisd naar een bejaardencentrum in Achterveld. Op haar 99e verjaardag kreeg ze 99 rode rozen en 1 witte roos. Toch is ze net geen 100 jaar geworden. Ze is geboren op 9 april 1885 en overleden op 9 maart 1985. Op de foto rechts ziet u Opoe met haar zonen en schoondochters op 9 april 1984.

vrijdag 11 augustus 2023

Boerderij Kerkhof en Van der Wardt

 Boerderij Kerkhof en Van der Wardt

Adres: Zandvoortweg 192. Gebouwd in 1613 en gesloopt in1964.

luchtfoto

De boerderij is waarschijnlijk voor het eerst in bezit van de familie Kerkhof gekomen in 1879. 

In 1895 trouwde hun dochter Geertruida Antonia Kerkhof (1858-1922) met Johannes van der Wardt (1864-1938). Dit was de eerste Van der Wardt die op de Zandvoortweg 118, later 192 woonde.

Johannes van der Wardt is geboren op 7 september 1864 in Eemnes, zoon van Cornelis van der Wardt en Alieda Bieshaar en kleinzoon van Dirk van der Wardt en Maria Comelisse Bieshaar en achterkleinzoon van Jan van der Wardt en Errisje Kuijer. Johannes is overleden op 12-10-1938 in Baarn, ongeveer 74 jaar oud. Geertruida is overleden op 28-12-1922 in Baarn. Johannes en Geertruida kregen 2 kinderen, Cornelis (Kees) Matthijs (1897-1977) en Maria Aleida (1898-1985).

Net voor de sloop 

De sloop van de boerderij in 1964

In 1960 heeft Kees van der Wardt de boerderij verkocht aan een projectontwikkelaar. Hij is toen verhuisd naar de van Beethovenlaan. Later is hij nogmaals verhuisd naar de Bosstraat. 

Evert Kuijer en Truus Kuijer – van der Wardt

Evert Kuijer en Truus Kuijer – van der Wardt trouwden op 6 augustus 1960 en hebben de boerderij nog bewoond tot 1963. Evert boerde hier nog met 6 – 7 koeien. In 1963 verhuisden de koeien naar de boerderij op de Geerenweg in Eemnes waar hij niet alleen maar de 6 - 7 koetjes hield maar ook nog 5000 kippen. In 1966 gingen Evert en Truus verhuizen naar Drenthe waar zij zo’n 30 jaar hebben gewoond. Van daaruit zijn ze verhuisd naar Denemarken. Truus kreeg na 5 jaar heimwee en zo verhuisden Evert en Truus weer terug naar Baarn. Evert en Truus kregen 4 kinderen.

Spelen met vuur

Toen Truus 8 jaar was, was zij samen met vriendjes aan het spelen naast de boerderij bij de hooiberg. Zij had van de schouw een doosje lucifers gepakt. Dat spelen met vuur ging fout. Het resultaat: de hooiberg stond in de fik. Vader Kees was op dat moment niet thuis. Hij was met een vereniging onderweg naar Friesland om stieren te bekijken. Dankzij de hulp vanuit de omgeving en de brandweer van Baarn is alleen de hooiberg verloren gegaan. En gelukkig heeft de boerderij, die zelf ook een rietenkap had, samen met de boerderij van de buren, de familie Schimmel, geen brandschade opgelopen. Na de brand is de hooiberg vervangen door een hooitas met een vaste kap.

Wetenswaardigheden over de familienaam van der Wardt

Van oorsprong is de naam Van der Wardt afkomstig uit Duitsland. Eind 18e eeuw kwam ene Jan der Wardt vanuit Duitsland in Eemnes wonen. Zijn beroep was schoenmaker en leerlooier. De naam Van der Wardt komt nog veelvuldig voor in Eemnes.

Het familiewapen van Cornelis De Graeff heer van Polsbroek in de boerderij aangetroffen.

In de boerderij is het familiewapen van de familie De Graeff, heer van Polsbroek aangetroffen.

Cornelis De Graeff, heer van Polsbroek (Amsterdam, 15 oktober 1599 - 4 mei 1664) was een Amsterdamse regent, burgemeester, diplomaat en staatsman in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en een Nederlandse mecenas en kunstverzamelaar. In de zomer bewoonde De Graeff Huis Ilpenstein, aan de rand van de Purmer, niet ver van Ilpendam. Links een luchtfoto gemaakt in 1947. Rechts, de sloop in 1964.

vrijdag 4 augustus 2023

Boerderij Gerarda’s Hoeve

 Antwoord van vorige week:

Boerderij Gerarda’s Hoeve

Theunis Groenesteijn is geboren op 22-12-1905 in Soest, zoon van Cornelis Groenesteijn en Neeltje van Garderen. 

Theunis trouwde, 26 jaar oud, op 01-04-1932 in Baarn met de 28 jarige Heintje Hoeve. Zij is geboren op 17-02-1904 in Baarn, dochter van Huibert Bertus Hoeve (landbouwer en veehouder) en Gerarda Hop.

Vervoer in een boerensjees

Op hun trouwdag, in 1932, werden Heintje en Theunis vervoerd in een boerensjees, evenals de rest van de familie. Deze werden geleend van onder andere zijn ouders en bevriende boeren. Heintje en Theunis hebben hun trouwringen nooit gedragen. Na hun trouwen namen ze de boerderij van Heintjes vader over. Deze boerderij was gelegen aan de Weteringstraat nr. 80. Hij heeft bij hen ingewoond tot aan zijn overlijden, drie jaar later. 

Theunis Groenesteijn

Theunis en Heintje hebben, in 1936, een nieuwe boerderij aan de Piet Heinlaan 56 (nu Abel Tasmanlaan) in Baarn laten bouwen. Het huis is gebouwd door Hendrik Hop voor een bedrag van fl.3.500,- gulden. Hun zoons Kees, Theus en Bertus hebben het boerenbedrijf van hun vader Theunis Groenesteijn in 1968 overgenomen toen hij met pensioen ging. Theunis en Heintje verhuisden toen naar de August Janssenweg. Zo kon zoon Kees met Bep op de Gerarda's Hoeve gaan wonen. Zoon Bertus en Tuke namen het huis van Kees en Bep tegenover de boerderij op de Heemskerklaan 22 over. Zoon Theus woonde met zijn vrouw op de hoek Van Galenlaan en Heemskerklaan. In die tijd waar het land tot aan de Eem liep, met een oppervlakte van ongeveer 5 hectare, hadden zij ook nog een behoorlijk stuk land in de Eemnesserpolder. Het boerenbedrijf bestond uit 3 delen: melkkoeien, mestkuikens en varkens. Later door onteigening voor de nieuwe Zeeheldenbuurt zijn de weilanden bebouwd maar zijn het woonhuis en de originele stal blijven staan. 

De naam Gerarda’s Hoeve

De boerderij "Gerarda's Hoeve" is vernoemd naar de eerstgeborene op deze boerderij van de familie Groenesteijn namelijk Gerarda (Gradda) Groenesteijn. 

Een koe in een tuintje aan de Tromplaan

Omdat er nog een behoorlijk stuk land in de Eemnesserpolder werd gebruikt moesten de koeien ook verkampt worden. De koeien gingen loslopend via de Heemskerklaan en Tromplaan naar de Eemnesserpolder. Toen was het nog niet druk op straat. En natuurlijk waren er koeien bij die wel eens een kijkje gingen nemen in de tuintjes waar ze langs kwamen. 

De boerderij vol in bedrijf

Na het hooien beschuit en chocolademelk

Na het hooien, waar iedereen aan mee had geholpen, werd er traditioneel beschuit en chocolademelk gedronken. Had men heel hard gewerkt dan haalde vader Theunis nog wel eens voor iedereen een ijsje bij Ben Ebbing. Bij heel warm weer haalde Bertus tijdens het hooien ook nog wel eens flesjes bier bij het café bij de oude ophaalbrug over de Eem. Dat was lekkerder dan de koude thee die men van huis meekreeg.

Moeder Groenesteijn en haar (melk)tanden

Moeder Groenesteijn vertelde altijd dat ze haar melktanden nog had. Dat zit zo, in de oorlog verkochten ze melk aan huis en van dat geld had ze haar kunstgebit betaald! 

De winnaar deze week is Mevr. Truus Boon uit Baarn.