vrijdag 30 augustus 2024

Te wapen




 Te wapen

Niet alleen adellijke families, ook de meeste dorpen en steden hebben een wapen. Baarn had er zelfs twee. Dat ook volwassenen in verliefde verdwazing diep kunnen gaan om een vrouw te imponeren blijkt wel uit het feit dat nota bene onze eigen burgemeester Laan zich in 1866 tot het fröbelen van een nieuw gemeentewapen (tot dan toe een afbeelding van St. Nicolaas) liet verleiden. Hij liet in de gemeenteraad een schetsje rondgaan van een wapenschild waarop een steigerend paard in toom werd gehouden door een jong manspersoon. Als smoes gaf hij aan dat de gemeente Baarn eigenlijk niet meer bestond nu er een buurtschap (Lage Vuursche) aan was toegevoegd. Een leugentje, want wettelijk vervalt een gemeente niet als het een buurtschap opslokt. Een nieuw wapen hoeft dus niet. Boze tongen beweerden dat Laan dit wapen niet zelf ontworpen had, maar had overgetekend van een schetsje dat de hofdame van koningin Sophie, bevriend met de familie Laan na een ontvangst door de burgemeester (per ongeluk!?) had achtergelaten. Laan leek nogal gecharmeerd van deze dame, die hem enthousiast over haar reis met de koningin naar Stuttgart had verteld. In het park van het Kurhaus aldaar had ze een prachtig marmeren beeld gezien en er meteen maar een tekeningetje van gemaakt. "Wacht eens...” moet Laan na haar vertrek gedacht hebben; "Zal ik haar eens verrassen door daar het nieuwe gemeentewapen van te maken?” Of dit curieuze verhaal een loos gerucht of een jaloerse verdachtmaking was? Daar zijn we nog steeds niet achter. Ook wat mevrouw Laan vond van haar man's uitsloverij vermeld de historie niet. Een andere veronderstelling, namelijk dat Laan er wellicht anti katholieke sympathieën op na hield (Wég met die schijnheilige paapse kindervriend!!) kan ook nauwelijks bewezen worden. Vreemd is wel dat de raad destijds zonder slag of stoot akkoord is gegaan met de aanvraag voor een nieuw gemeentewapen. Van veel historisch besef kunnen de toenmalige raadsleden niet verdacht worden. Want je moet wel over een rijke kinderlijke fantasie beschikken om in het ontwerp een relatie met Baarns rijke historie te ontdekken.

 



Al vanaf de invoering was Baarns burgerij er maar weinig verguld mee. Spottend sprak men al gauw over ‘de badmeester met het paard van Kuyer', katholieke inwoners beijverden zich om het oude gemeentewapen met de Goedheiligman weer terug te krijgen, wat bijna lukte. Waarop de Christelijk Historische achterban zich in de strijd wierp om dat weer te verhinderen. Hoekse en Kabeljauwse twisten in het klein, die misschien wel dankzij de Tweede Wereldoorlog (men had wel wat anders aan z'n hoofd) in de ijskast verdwenen. Tot 1969 dus. Toen unaniem werd besloten de Sint als patroon der Gemeente terug op het schild te heffen. Een dure grap overigens want nogal wat briefpapier, bedrijfswagens van gemeentelijke diensten, het gemeentehuis zelf, banken in de Laanstraat enz. enz. moesten subiet weer van wapen wisselen. Maar breekt u zich daar het hoofd niet meer over als we de Sint, al of niet geflankeerd door zijn knecht feestelijk inhalen.

Moraal: Behoud uw geloof in Sinterklaas, maar stop de wapenwedloop!

Deze verhalen kunt u lezen in deel 2 en 3 van Vandaag is morgen alweer gisteren. (€ 12,50 per deel excl. verzendkosten - buiten Baarn). De boeken zijn te bestellen via e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com



maandag 26 augustus 2024

 De foto dateert uit... 1880 en de afgebeelde witte villa op de hoek Amalialaan/Nw. Baarnstraat stond. Dat huis op die hoek werd tot kort na 1920 bewoond door de familie v.d. Koppel en de achtertuin liep door tot het doodlopende zijstraatje van de Nw. Baarnstraat, dat in de volksmond gedoopt werd tot de ’R... van Egypte’. 



Even terug naar de tuin, want voor de fruitbomen die er stonden, toonde de Baarnse jeugd erg veel erg veel belangstelling. Zoveel interesse zelfs, dat de eigenaar, de man is overleden, dus mogen we nu wel verklappen dat het een klein, vinnig kereltje was - een schilder ooit een merkwaardige opdracht gaf.

Die schilders knecht van de destijds algemeen bekende firma van Resteren uit de Laanstraat, weet zich best te herinneren, dat hij op verzoek van mijnheer het hek niet zoals gebruikelijk met parafine in moest smeren, maar ... met nauwelijks drogende koolteer. Dat duurde minstens drie maanden voor het hek droog kon zijn en zo werd de jeugd toen al op afstand gehouden.

Slagerij

Na het overlijden van de heer des huizes werd aan de villa een andere bestemming gegeven. In de slagerij in de Laanstraat, waar nu Bonne de Vries gevestigd is, dreef aan het begin van deze eeuw de firma Houber & De Jong haar handel. De firmanten kregen onderling moeilijkheden en het gevolg was dal Houber de slagerij alleen voorzette en De Jong in 1925 in die witte villa (uiteraard na een zeer ingrijpende verbouwing) een slagerij begon.

Het werd achteraf het startschot tol meer negotie in die straat, wam geleidelijk aan kwam er meer activiteit. De stallen van de villa en de vier huizen in de poot van de L vormige 'blinde darm ’ (om nog eens een ander lichaamsdeel te noemen) werden gekocht door garage Messing en gingen vrijwel geheel tegen de grond, om plaats te maken voor parkeerboxen, waar toen al steeds meer behoefte aan was.

In één daarvan kwam de brandweerauto te staan (tot dan in de garage, welke schuin tegenover het gemeentehuis gelegen was), terwijl de chauffeur van die rode auto (de heer van Dijen) in één van die huizen bij de stallen kwam te wonen.

Later werd het gehele complex verkocht aan de familie de Moraaz Imans, waarvan een zoon hel geheel omzette in de Oranjegarage, welke nog altijd in de huidige vorm te herkennen is.

Lange rij

De witte villa van de oorspronkelijke foto werd in 1972 gesloopt en vervangen door de slagerij. Overigens was toen al geruime tijd tussen de slagerij en Oranjegarage een groot pand met drie winkels (met bovenwoning) neergezet. Gezien vanaf het kruispunt bij ’De la Promenade’ (zoals De Prom toen nog heette) waren dat de bloemenzaak van Majoor, de textielwinkel waar de vader van musicus Siem Keijzer korsetten en dergelijke lingerie verkocht en ten slotte nog een hoedenwinkel.

Slager de Jong werd overigens omstreeks 1930 opgevolgd door Mastenbroek en na de oorlog (1950) door van Bekkum, van Lierop en Luiten. Het winkelwoonhuis daarnaast veranderde eveneens van bestemming. De drie winkels maakten plaats voor een horecabedrijf waar ook De Prom een dependances in gevestigde.

De winnaar deze week is: ...............

vrijdag 23 augustus 2024

radiocentrale

 



De ontwikkelingen van de techniek zijn nauwelijks bij te houden. We vin den het tegenwoordig heel normaal dat er in elk huis meerdere radio’s te vinden zijn. De tijd dat we radio-pro gramma’s via radiogolven door de ether ontvangen verdwijnt. Steeds vaker zijn die signalen digitaal. Maar wie zorgden ervoor dat de eerste radiosignalen in Baarn te ontvangen waren? In 1895 werden al de eerste radio signalen uitgezonden. In 1899 was er de eerste radioverbinding over Het Kanaal tussen Frankrijk en En geland, maar aanvankelijk was ra dio alleen bedoeld om met elkaar te kunnen communiceren. Pas in Eén van de eerste advertenties van de Baarnsche Radio-Centrale, toen nog in de Weteringstraat. (Coll. Pim van Gelder) 1919 werd in Nederland het eerste radioprogramma uitgezonden.

Voordat radiotoestellen echt in de Nederlandse huiskamers kwamen waren we al in de jaren dertig van de vorige eeuw. Nog niet eens zo lang geleden toch? De uitvinding van de radio en later ook de televisie hebben de wereld een stuk kleiner gemaakt, figuurlijk gesproken uiteraard. Ook Baarn kende zijn lokale pioniers op gebied van radio. Johannes Matthijs Benjamin (Jan) Bakker (*1902 †1979) en Gregori us Johannes (Goos) Groen (*1899 †1969), beiden werkzaam in de bouw, be sloten van hun hobby hun beroep te maken. Jan’s vader Gerrit Bakker was chef-monteur telegrafie. Hij zal zijn zoon ongetwijfeld het één en ander aan techniek bijgebracht

hebben. In april 1929 vroegen Jan Bakker en Goos Groen bij de gemeente Baarn een vergun ning aan voor de aanleg van een radio-distributienet. Korte tijd Jan Bakker (rechts) legt kabels door een groot gedeelte van Baarn om radio-ontvangst moge lijk te maken. (Coll. mevr. A. Venema-Groen) later kregen ze de toestemming en is hun bedrijf, De Baarnsche Radio-Centrale, een feit. Aanvan kelijk was het bedrijf gevestigd in de Weteringstraat, maar in 1936 werd voor 7.000 gulden de villa van de familie Van Dorp op de hoek van de Kerkstraat een het Melkpad gekocht. De villa stond al zeven jaar leeg. Op deze plek is nu de banketbakkerij Veldhui zen te vinden. Bakker en Groen legden in een groot gedeelte van Baarn loden kabels aan over de daken en langs de achterzijde van woningen met aftakkingen naar binnen. Daar werd een soort luidspreker met keuzeschakelaar op aangesloten en voor twee kwartjes per week kon men di verse voornamelijk Nederlandse radio programma’s beluis teren. Soms werd er zelfs lokaal nieuws uitgezonden! Bij De Baarnsche Radio Centrale aan de Kerkstraat, hoek Melkpad. (Coll. Groenegraf.nl) 73 festiviteiten verzorgden zij ook de muziek in het dorp. Misschien mogen we ze daarom ook wel de eerste diskjockeys van Baarn noemen. Goos Groen besloot eni ge tijd later uit het be drijf te stappen teneinde Zilgroba Metaalindustrie te starten. Dat bedrijf vestigde hij aan de Torenlaan. In 1950 werd die lokatie gekocht door Philips om daar de productielokatie van haar langspeelplatenindustrie Philips Phonographische Industrie op te zetten. De half afgebroken villa waarin de Baarnsche Radio Centrale gevestigd gesloopt. Dhr. H.W. Meerbeek bewoon de de andere helft. (Bron: Baarnsche Courant 1965) Zilgroba verhuisde toen naar Amersfoort nadat het korte tijd in Huize Velt heim gevestigd was. Groen hield het dus voor gezien, maar Bakker zette het bedrijf voort, samen met dhr. R. Koch, een gepensioneerd kapitein van de grote vaart. Toen de PTT de distributie van radiosignalen landelijk overnam verhuurde Bakker de rechterhelft van de villa aan zijn zwager Heinrich Wilhelm Meerbeek die er zijn kleermakersbedrijf in vestigde. In 1961 kocht aannemer F.H. van Klaarwater het pand met de bedoeling om het te slopen, maar Meerbeek wilde niet vertrekken. In 1965 werd de helft van de villa gesloopt, Meerbeek bleef in de andere helft wonen. Pas in 1968 werd ook de rest van de villa gesloopt.




vrijdag 16 augustus 2024

Koffrie's Kolen en Oliehandel

 Dat een bedrijf al op het moment dat het nog bestaat historisch is komt maaweinig voor, maain Baarn hadden we zo'n bedrijfKoffrie's Kolen en Oliehandel aan de Noorderstraat in BaarnDecennia nadat de activiteiten werden gestopt was het bedrijfspandje van de firma Koffrie nog te vinden aan de splitsing Oosterstraat - NoorderstraatDe laatste jaren, en zeker nadat er een aantal jaren geleden brand uitbrak, werd de plek als één van de rotte kiezen van Baarn gezien, maar wees eens eerlijk, was het ook niet, ondanks de vervallen staat, een hele nostalgische plek?

Wie liet er niet zijn auto tectyleren, dat werd nog gedaan met de bokkenpoot. Éénmalig, maar met eeuwige garantie. Even een gasfles voor de camping omruilen of houtskool voor de barbecue halen, een verhaal van Flip Koffrie kreeg je er gratis bij. Als je het terrein van Koffrie op kwam lopen was het alsof je in een andere tijd kwam, want van 'nieuwigheden' moesten de broers Dirk en Flip Koffrie niets hebben. "Pak jij eens even dat schroefje uit dat ene bakje", kon Flip vragen. Keek je dan waar hij heen wees, dan zag je een stelling met honderdduizend bakjes met schroefjes. Flip zag hoe beduusd je keek en had dan de grootste lol.

De broers Koffrie kwamen als vanzelfsprekend van jongs af aan in het bedrijf van hun vader Jan Willem Koffrie (1898-1980). In 1922 werd de brandstoffenhandel officieel geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, maar lang daarvoor handelde vader Koffrie al in hout en turf. Dirk, de oudste van de twee broers kwam als eerste in het bedrijf en de 13 jaar jongere broer Flip volgde na de Tweede Wereldoorlog. Er was veel armoede in die tijd. Je kunt het je nu bijna niet voorstellen, maar destijds kochten veel klanten een mud kolen, maar konden die hoeveelheid niet ineens betalen. Wekelijks betaalden ze dan twee kwartjes afbetaling. Een kwartje was 25 cent in het guldentijdperk. Meestal werden die kolen dan bezorgd. De ene klant wilde de kolen in de kelder hebben, de andere in de schuur of op zolder. Er moest dus flink gesjouwd worden met die handel. Het was zwaar werk.

Met de komst van aardgas rond de jaren zestig braken er moeilijke tijden aan voor de brandstofhandelaren. Waren er voor die tijd nog een tiental kolenboeren in Baarn actief, aardgas zorgde ervoor dat de meeste bedrijven het bijltje erbij neer gooiden.

Ook Dirk en Flip moesten creatief worden en andere bronnen van inkomsten vinden. Nadat ze rond 1970 een auto van een kennis getectyleerd hadden, kwamen ze op het idee om heen die service ook in hun bedrijf op te nemen, en met succes! Uit de wijde omgeving kwamen klanten hun bolide laten beschermen tegen corrosie en roest. En nam je je zoon mee als u de auto weer kwam halen, dan kreeg hij een mooie Valvoline poster mee naar huis.

In 1991 stierf Dirk op 71-jarige leeftijd en Flip elf jaar later, hij mocht 80 jaar oud worden. Toen was duidelijk dat dit oer-Baarnse nostalgische plekje binnen afzienbare tijd zou verdwijnen. Eigenlijk was de brand die eind jaren negentig in de schuur ontstond al de genadeklap. 

Rechts de oude Opel Blitz, bouwjaar 1969, stond tot vlak voor de sloop van het pand nog in de schuur van Koffrie.

Deze verhalen kunt u lezen in deel 2 en 3 van Vandaag is morgen alweer gisteren. (€ 22,50 per deel excl. verzendkosten - buiten Baarn). De boeken zijn te bestellen via e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com

vrijdag 9 augustus 2024

de melkfabriek in Hilversum
 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965 – deel 2]
Wel Gijs en ik hebben afgesproken dat we zijn wijk in Baarn nog eens gaan rijden, en zogezegd zo gedaan. Op 11 juni jongstleden hebben we zijn melkroute in Baarn opnieuw gereden. Gijs gaf mij een lijst met namen en melkbusnummers waar we langs zouden komen. U zult het geloven of niet, maar Gijs wist bij alle adressen de naam van de boerenfamilie inclusief het nummer van hun melkbus. Tijdens de rit kwamen we vele bekende boerderijen tegen, zoals Eemweg 43, Gijs vertelde met trots “Hier ben ik geboren en heb hier gewoond tot mijn 5e”.

De naam Dorrestijn werd op 2 manieren geschreven. Had je de naam Dorrestein met "ei” dan was je katholiek. Had je de naam Dorrestijn met ” ij” dan was je Protestants Hervormd. Op de linker foto ziet u de tractor van Gijs op de weg langs Anna's Hoeve. Rechts de melkfabriek in Hilversum. Dank aan Gijs Dorrestijn voor het verhaal.

Gijs met tractor op de weg naar Anna's Hoeve

Lees de ruim 1500 verhalen over Baarn op: https://groenegraf.blogspot.com

De winnaar van het zoekplaatje is: ................. ……………………….

vrijdag 2 augustus 2024

 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965- deel 1

Van 1960 tot ongeveer 1970 werd de melk opgehaald door Gijs Dorrestijn. Dorrestijn was een transportbedrijf met zeven vrachtwagens, dat vestig je natuurlijk aan de rand van het dorp. Maar het is in Baarn lang zo geweest dat je op ruimtelijk gebied mocht doen wat je wilde. Het bedrijf op deze foto was gevestigd aan de Pompstraat, één van de smalle straatjes op de oude Oosterhei. Hun werkelijke naam was “Dorrestijn Transport”. Dagelijks denderden de vrachtwagens door de smalle Sparrenlaan. Links van de personenwagen staat Jan Dorrestijn, rechts zijn vader. In 1981 verhuisde de fa. Dorrestijn naar de Hermesweg / Noordschil en per 2008 naar Soest. 

Jan en vader Dorrestijn

Gijs was van jongs af aan bij het bedrijf betrokken als melkrijder. Het mocht toen nog niet op een vrachtwagen rijden en deed alles met de tractor. Op zijn 15e kreeg hij van zijn vader een nieuwe tractor. Maar eigenlijk mocht je pas als je 16 jaar oud was met een tractor rijden. Als hij aangehouden zou worden moest hij van zijn vader vertellen dat 16 was. Iedere ochtend en elke avond kwam Gijs, de melkrijder, de melkbussen vol melk ophalen en bracht ze naar de V.G.M., de Verenigde Gooische Melkfabriek. In de periode van oktober tot maart werd de melkbus 1 x per dag opgehaald. Vanaf april tot september was dat 2 keer per dag. Gijs begon met de eerste rit s ’morgens om 7.00 uur bij de familie Rosseberg op het Zuidereind. Daar werd de tractor gedraaid en begon de rit. Kwam die langs mevrouw Kok dan zwaaide ze altijd. Over de boerderij van de familie Hamersveld vertelde Gijs dat mevrouw Hamersveld zo zwaar van gewicht was. In de periode van “de houten Eembrug”, die in het midden een stuk hoger was, moest zij er met de fiets overheen om naar de kerk te gaan. Omdat zij zo zwaar was lukte dat niet. Vandaar dat er altijd 2 kinderen bij waren die haar moesten helpen om haar over de brug te duwen. 

Als de boeren de melkbussen op tijd aan de weg hadden gezet was Gijs uiteindelijk om 20.15 uur weer thuis. Het gebeurde wel eens dat dit 23.00 uur werd als er boeren waren die niet op tijd de melkbussen aan de weg hadden gezet. Als Gijs niet op tijd bij de melkfabriek was aangekomen kon dat door de drukte nog later worden. Ook andere melkrijders moesten daar ook hun bussen inleveren.

De melkbussen werden schoongemaakt door de V.G.M. en deels weer geladen voor de volgende rit.

De fa. Dorrestijn had 5 wijken te weten: Baarn, Eemnes binnen, Bunschoten, Laren en Blaricum. Per rit werden er ruim 130 melkbussen opgehaald bij bijna 50 adressen.

Per boer werden er gemiddeld 2 à 3 melkbussen per rit opgehaald met uitschieters als Cees Groenestein met 6 melkbussen en Eb Zonneveld met 5 melkbussen. Een volle bus woog meer dan dertig kilo. Zaten de bussen erg vol, dan haalde de melkrijder een keer aan: door de melkbus met twee handen vastpakken, benen een beetje wijd, melkbus eerst tussen de benen door een eindje naar achteren zwaaien, zodat hij met een soort aanloopje naar voren en omhoog gezwaaid kon worden.

1 van de 7 vrachtwagens
Iedere boer had zijn eigen melkbus voorzien van zijn eigen nummer dat vaak bestond uit 5 cijfers. Een melkrijder moest deze nummers uit zijn hoofd kennen. Ik vroeg dus aan Gijs "wie had nummer 13454” en kreeg gelijk als antwoord: "Oh die was van Bertus van Roomen op het Zuidereind. Deel 2 volgende week.