Het Baarnsch Lyceum
Een verhaal uit de Baarnsche Courant van 11 mei 1923.
Zaterdag 5 Mei j.l. was een gewichtige dag in de geschiedenis van het Baarnsch Lyceum. Toen toch had de plechtige opening plaats van het nieuwe gebouw, dat achter het oude gebouwd was.
’s Middags half 3 hadden het Bestuur, de leeraren en de leerlingen zich verenigd in de ruime aula der school, terwijl ook een groot aantal ouders van leerlingen en verdere belangstellenden aanwezig waren. Onder de genodigden werden opgemerkt de Minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen, Dr. j. Th. de Visser, de referendaris, Chef van de Afd. Middelbaar Onderwijs, van het departement van Onderwijs, de heer W. de Boer, Burgemeester en Wethouder van Baarn, de heren E. Enthoven, G. van Bleek en A. Hartsen van der Hoop, leden van de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs, de leden van het Curatorium, de hoofden van alle scholen te Baarn, de architect van het gebouw, de heer G. van Bronkhorst, de heer Statter, director der verenigde Schoolmöbelfabriken in Stuttgart, dr. C. P. Gunning, rector van het Lyceum te Amsterdam en vele anderen. Bericht van verhindering was ontvangen van den Commissaris der Koningin in de Prov. Utrecht, den inspecteur der Gymnasia, dr. C. J. Vinkesteyn en de inspecteur van het Middelbaar Onderwijs in de eerste inspectie, dr. H. A. J. v. Swaaij. Nadat een meisjeskoor uit de leerlingen onder leiding van Mej. G. E. M. de Bruijn van Melis en Mariekerke op verdienstelijke wijze een paar liederen had gezongen, nam de voorzitter van het bestuur Jhr. Dr. J. W. H. Rutgers van Rosenburg het woord. In een uitvoerige rede heette spreker alle aanwezigen hartelijk welkom. Hij bracht den Minister dank voor den financiële steun, welke van het Rijk was ontvangen en den verschillenden particulieren, die door bijdragen of door het nemen van aandelen de stichting van het Lyceum hebben mogelijk gemaakt. Bestuur en Bouwcommissie waren voor groote moeilijkheden geplaatst, vooral de financiën baarden veel zorg. Het eerste plan was veel te kostbaar, waarom een tweede gemaakt werd, waarvan de kosten ruim een ton lager waren. Er is gestreefd naar de grootste mogelijke soberheid, die echter geen afbreuk mocht doen aan de degelijkheid. De heer G. van Bronkhorst, de architect, heeft zich uitstekend van die taak gekweten, waarom hem een woord van hulde niet mocht worden onthouden. Daarna richtte spreker zeer waarderende woorden tot den rector der school, den heer Dr. J. A. Vor der Hake, onder wiens leiding de school in de korte jaren van haar bestaan reeds tot zo grootten bloei is gekomen.
Met den wens, dat de school steeds moge groeien en bloeien en dat ze een schone toekomst moge tegemoet gaan, sloot spreker zijn rede, die gedurig door daverend applaus werd onderbroken. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer dr. P. V. Astro, voorzitter der Bouwcommissie, die hartelijken dank bracht aan den architect, G. van Bronkhorst, aan den heer Statter uit Stutgart, den heer van Mels, conrector en den heer J. W. van Winkoop, tekenleraar, voor de schitterende uitvoering van het werk en de daarbij verleende medewerking op velerlei gebied. Spreker dankte de schenkster van de fraaie „Geuzenvlag”, die op het gebouw wapperde en noemt die vlag met haar heerlijke kleuren het symbool van den opbloei der jonge Ievens, welke op het Lyceum tot bruikbare mensen in de maatschappij worden opgevoed.