vrijdag 30 december 2022

Baarns postkantoor 75 jaar in de Teding van Berkhoutstraat

 Baarns postkantoor 75 jaar in de Teding van Berkhoutstraat (25-07-1988)                                                                         

Het postkantoor in de Teding van Berkhoutstraat viert aanstaande maandag 25 juli een verjaardag! Die dag is het namelijk precies 75 jaar geleden, dat dit kantoor op deze plaats geopend werd. 

Inmiddels komt het publiek overigens allang niet meer uitsluitend voor post- handelingen aan het loket. Er zijn immers vele diensten samengebracht, men werkt er ook voor andere opdrachtgevers. Denk maar aan de Rijksdienst Wegverkeer, Postbus 51 en niet te vergeten de, overigens geheel zelfstandig georganiseerde, Postbank.

Historie

Oorspronkelijk werden de Baarnse postbrieven uit het dorp afgeven en opgehaald bij Groeneveld. Een werkje dat bode Beurmanjer uit de Stationsweg (hoewel die toen nog niet zo genoemd werd) op zich had genomen. Voor zijn woning achter de Pauluskerk was een brievenbus geplaatst.

Eerst op 1 januari 1866 werd een hulppostkantoor in onze dorpskom gevestigd en wel in de woning van de heer Schurink, die tevens ’brievengaarder’ werd. De postwagen stopte voortaan niet meer bij Groeneveld, maar reed door naar Schurink en er kwam zelfs een heuse brievenbesteller, de heer F. Camper.

De komst van de spoorlijn noodzaakte tot een geheel nieuw postkantoor in Baarn, dat naast het toenmalige gemeentehuis in de Hoofdstraat gesticht werd. Dat kantoor werd op 12 januari 1877 in gebruik genomen en als eerste directeur kwam de heer H. Holtschue. Hij zou deze post ruim 32 jaar bekleden, namelijk tot 1 april 1909. Ook het aantal bestellers werd toen met twee (de heren J. Verwoert en T. de Ruig) vermeerderd.

De groei van het dorp noodzaakte ook uitbreiding van het postkantoor. Eerst gebeurde dat in de Hoofdstraat al in 1892 en vervolgens weer in 1903. Nog zeven jaar later besefte men, dat overgang naar een moderner gebouw onvermijdelijk was en daarom kocht het rijk in 1910 grond aan de Teding van Berkhoutstraat, waar dus op 25 juli 1913 — overigens zonder enig ceremonieel — het voor nog geen dertig mille door de Utrechtse firma Schippers gebouwde kantoor in gebruik genomen werd.

Na 23 jaar (1936) werd een verbouwing gerealiseerd, waarbij eigenlijk alleen de buitenmuren bleven staan. In het gebouw werd alles totaal gemoderniseerd. Eigentijds overigens voor die periode, want na de tweede wereldoorlog werd alles weer drastisch veranderd. De laatste keer nog in 1982, toen het lokettenfront vernieuwd en beveiligd werd, terwijl tegelijk de postbussen in de hal de ruimte kregen.

De huidige directeur J.G. van de Kraats is alweer de 13e postdirecteur van Baarn. Hij volgde hier in juli 1980 zijn voorganger Koch op. Bij de opening in 1913 van het nieuwe postkantoor in de Teding van Berkhoutstraat bekleedde de heer J. Reyenga hier de directeurspost. Hij was het jaar daarvoor naar Baarn gekomen, maar werd op 1 augustus 1914 alweer afgelost.

De PTT is dit jaar nog een staatsbedrijf, maar met ingang van 1 januari 1989 komt het bedrijf losser van de staat te staan, zodat de politiek er veel minder grip op krijgt. Men verkrijgt dan een aparte NV-status, hoewel het aandelenpakket vooreerst nog bij de staat blijft. De PTT is en blijft een openbaar nutsbedrijf met vervoersplicht om door geheel Nederland één en hetzelfde tarief aan te houden.


Het Postkantoor in de Teding van Berkhoutstraat



Het Postkantoor in bedrijf

vrijdag 23 december 2022

Carel Laoût en het Jongenskoor

Carel Laoût 
Het is 1 december 1956

Op Kerstavond, ’s avonds om 7 uur, zal het Jongenskoor van de St. Nicolaaskerk onder leiding van Carel Laoût op de Brink kerstliederen zingen; enige uren later zullen dezelfde jongens hun vreugde over de komst van de Verlosser uitjubelen in de wondermooie Mis van Mozart in C dur in hun parochiekerk en op de morgen van de eerste Kerstdag zullen zij met het mannenkoor — wederom onder leiding van hun dirigent — de achtstemmige dubbelkorige mis ”Hodie Christus natus est” van G. da Palestrina uitvoeren en daarmede voor velen de kerkelijke viering van het kerstfeest tot het hoogtepunt van de dag maken.

 Het was in de Kerstnacht van 1937, dat het Jongenskoor van Carel Laoût voor de eerste maal optrad. Het werd een openbaring en voor Laoût, die op 1 September 1937 dirigent van het kerkkoor „Cantate Domino” geworden was. zijn eerste succes in Baarn. Het jongenskoor, dat daarvoor in allerijl bij- een getrommeld werd enige weken voor de een of andere plechtigheid, werd een onmisbaar deel van het kerkkoor. De jonge dirigent voelde zich onweerstaanbaar aangetrokken door de kleurenrijkdom- van de gemengde zang en de schoonheid van zingende jongensstemmen.

 Toen hij 19 jaar geleden met zijn jongenskoor begon, realiseerde Laoût zich, dat, als hij iets met de jongens wilde bereiken, er hard aangepakt zou moeten worden. Hij was daartoe bereid en slaagde er spoedig in zijn enthousiasme op de jongens over te brengen. Het jongenskoor groeide in getal en gehalte en reeds in 1939 trad het voor de radio op en werd het op de plaat vastgelegde „Ave Maria” van Casali weken achtereen uitgezonden.

 Tijdens de oorlogsjaren werden de repetities vaak onder de moeilijkste omstandigheden voortgezet. In 1943 werd door het koor o.m. de Mis van Bruckner in E-moll uitgevoerd met dr. A. v. d. Horst aan het orgel. Stampvolle kerken ondergingen een geestelijke ontroering in het uitzichtloze leven van die dagen. De successen der eerste jaren hebben Laoût en zijn jongens niet cadeau gekregen en dat krijgen ze ook nu niet. Vaak moeten de jongens driemaal per dag repeteren. De opleidingsgroep b.v. repeteert nu reeds van begin September af ’s morgens van 7-8 uur, ’s middags om 4 uur en 's avonds om 7 uur. Ondanks deze vele repetities is het voor de dirigent haast ondoenlijk een repertoire op te bouwen. Jaarlijks komen er een aantal zangertjes bij en vertrekken er ouderen „met de baard in de keel”, zodat Laoût weer opnieuw kan beginnen.

 Het getuigt dan ook wel van zijn enorme ambitie, dat hij er niet alleen in slaagt het aantal stemmen op peil te houden (het jongenskoor telt thans 75 leden waarvan er 60 aan de uitvoeringen meewerken en 15 in opleiding zijn) doch ook de muzikale prestaties nog steeds weet op te voeren. Steeds meer wordt bij evenementen op muzikaal gebied een beroep op Carel Laoût en zijn zangertjes gedaan. In de zomers van 1955 en 1956 zong het koor tijdens het Holland Festival en het heeft reeds een invitatie om ook het volgend jaar aan dit belangrijke culturele evenement mee te werken. Regelmatig is het Jongenskoor via de radio in de huiskamer te beluisteren, het heeft gezongen onder Nederlands bekwaamste dirigenten (van Beinum en van Kempen) en herhaaldelijk heeft het zijn medewerking verleend aan de uitvoering van de Mattheuspassion in de grote kerk te Naarden. Voor de Gregorius-vereniging en de Wereldomroep, ja zelfs in de hoofdstad van Zwitserland hebben de zangertjes van Carel Laoût concerten gegeven. Dat was in April '48 toen het Baarnse Jongenskoor Nederland vertegenwoordigde op een Internationale Ontmoeting van Jeugdkoren te Bern.

 Naar zee of de muziekschool

Carel Laoût werd in Juni 1914 te Wognum (N.H.) geboren. Zijn vader was hoofdonderwijzer te Wadwaij en tevens dirigent van het R.K. kerkkoor. Enige jaren na de geboorte van Carel verhuisde de familie Laoût naar Spanbroek waar Carels vader dezelfde functies aanvaardde, die hij in het dorpje Wadwaij had bekleed.

Carel kreeg reeds op jeugdige leeftijd van zijn vader pianoles. Toen hij de lagere school te Spanbroek verliet ging hij naar een kostschool te Echt (L.) om middelbaar onderwijs te volgen en vervolgens naar het bisschoppelijk college te Rolduc waar hij de H.B.S. afliep. Daar kwam hij op 17-jarige leeftijd voor de keuze te staan van het beroep. Carel moest zich onderwerpen aan een test. welke het zeldzame advies opleverde dat hij of naar zee, of naar de muziekschool moest. Had de impulsieve Carel het alleen voor het zeggen gehad dan zou hij waarschijnlijk op de zeevaartschool terecht gekomen zijn. Tijdens een gehoorauditie had een van zijn leraren echter bemerkt, dat Carel een bijzonder goed muzikaal gehoor had en diens advies gaf uiteindelijk de doorslag. In 1931 ging Laoût naar de Kerkmuziekschool te Utrecht en drie jaar later, met het diploma van de Muziekschool op zak, liet hij zich inschrijven als leerling van het Conservatorium te Amsterdam voor de hoofdvakken piano en orgel. In datzelfde jaar werd hij (op 20-jarige leeftijd) benoemd tot directeur-organist van de kerk van O.L. Vrouw van Lourdes te Amsterdam. In 1937 verwierf de jeugdige dirigent de diploma’s van het Conservatorium voor de beide hoofdvakken waarin hij gestudeerd had. Hij was dus nauwelijks afgestudeerd toen hij op 1 September 1937 tot directeur-organist van het kerkkoor „Cantate Domino” te Baarn benoemd werd, waar spoedig bleek, dat het hem ernst was met zijn dubbelfunctie.

 In dienst van de N.R.U.

In 1946 werd Carel Laoût benoemd tot dirigent van het Klein-Omroepkoor van de Ned. Radio Unie. Thans heeft hij de leiding van alle koorformaties van de N.R.U. zoals daar zijn het Groot-Omroepkoor. het radiokoor, het klein-radiokoor en het kamerkoor. Laoût streeft er met zijn koren naar muziek, die niet onmiddellijk tot iedereen spreekt, zo mooi uit te voeren, dat juist de mensen, die van plan zijn hun radiotoestel af te draaien alleen al door de schoonheid van de klank en de expressie geboeid zullen blijven luisteren. Het is zijn doel, om door de overtuigingskracht, die van de gezamenlijke inspanning van dirigent en zangers uitgaat ook muziek die niet „direct in het gehoor ligt” voor een brede schare van luisteraars toegankelijk te maken. Onder leiding van Laoût heeft het Klein omroepkoor, zowel wat betreft de uitgevoerde werken als de wijze van uitvoering, een peil bereikt, dat opmerkelijk mag worden genoemd. In vakkringen wordt Carel Laoût dan ook beschouwd als een der grootste bouwmeesters van de koor-cultuur van deze tijd.

 Carels hart bleef bij zijn jongens

De successen, die Laoût als dirigent van radio-koren zijn ten deel gevallen, zijn hem niet naar het hoofd gestegen. Hij is de eenvoudige bewoner van het Baarnse Tolhuis gebleven, de zwoeger voor zijn geliefd jongenskoor, waarvoor hij zelf de muziek uitschrijft en waarmee hij meermalen in het Tolhuis repeteert, omdat het kerkkoor, sinds de brand in de St. Aloysiusschool (Sept. 1953), geen vast repetitielokaal meer heeft. De repetities worden thans gehouden in het St. Nicolaasgebouw. Vindt in dit gebouw echter een vergadering of een andere samenkomst plaats dan moeten de zangers elders een repetitiegelegenheid zoeken. Zij vinden die meestal in het tolhuis, soms bij een der leden thuis. Als we de vraag zouden moeten beantwoorden, of Laoût zijn zangertjes en zangers de waardering genieten waar zij recht op hebben dan zouden we een ontkennend antwoord moeten geven.

Dirigent, mannen en jongens brengen grote offers om het koor in zijn huidige vorm te handhaven. En dat niet alleen vanwege de veelvuldige repetities, waar tal van uren mee gemoeid zijn, óók financieel. De jongens moeten zelfs hun uniforme kleding, waarin zij buiten de kerk optreden, uit eigen middelen betalen.

Moge het zó worden, dat de velen, die vreugde beleven aan het beluisteren van dit toonaangevend mannen- en jongenskoor en die er trots op zijn dit koor in hun midden te hebben ook bereid zijn er iets voor te doen. Ongetwijfeld zou dit voor de dirigent en de leden van het koor een stimulans zijn om nieuwe uitzonderlijke prestaties tot stand te brengen.

 

Het Jongenskoor



maandag 19 december 2022

Van Flappie, ijspret en Baarnse kerstmuziek: winterse herinneringen uit het Baarn van vroeger

December: winter - en sfeermaand. Verhalen worden verteld en herinneringen opgehaald! Drie korte Baarnse winterverhalen.


Door Ed Vermeulen, Cees Roodnat en Eric van der Ent


Kerst in Baarn
(Foto: Caspar Huurdeman)

Kerst 1953: Zwartneus en poelier Groeneveld 

door Ed Vermeulen


Poelier Berend Groeneveld
(Coll. Fam. Groeneveld)

In het pand Laanstraat 60, links naast het voormalige kantoor van Drukkerij Bakker, woonde en werkte in mijn ’Laanstraatse’ jeugdjaren poelier Berend Groeneveld. Op no. 62 vond u horloger-juwelier-opticien van Lambalgen. Nu zijn beide panden samengevoegd tot Kruidvat. Voor Groeneveld had hier tientallen jaren A. Koelewijn ‘vischhandelaar’ zijn zeebanket verkocht. Daarna kwam poelier Pijpers, komende van Laandwarsstraat no. 5, weer later gevolgd door de van de Krugerlaan komende Berend Groeneveld. 

Winkelpanden Laanstraat 60 en 62, dochter Gerda Groeneveld voor de winkel
 en juwelier H. van Lambalgen.
(Coll. Fam. Groeneveld en Historische Kring Baerne)


Wij, mijn moeder en ik, woonden sinds februari 1950 op Laanstraat 66a, maar dat wist de oplettende lezer van deze rubriek al. Door mijn moeder werd Groeneveld, niet kwaad bedoeld overigens, de kippennekker genoemd, een duidelijke verwijzing naar zijn professie. Ik vroeg haar ooit naar het hoe en waarom. Haar antwoord: ’de één lapt schoenen, de ander bakt brood en weer een ander nekt kippen’. Mijn reactie: ‘Schoenenlappen, wat is dat nu weer’. Dat ramen gelapt werden wist ik, maar schoenen? 


Zwartneus , Ed’s Flappie, in dierbare herinnering.

Aan Berend Groeneveld draag ik mijn herinnering op: een soort ’Flappie’ verhaal avant la lettre. Youps’ Flappie moest immers nog geboren worden. Groeneveld was een gemoedelijke, goedlachse, meestal in een stofjas geklede man. Wij kochten bij hem en zijn vrouw Christina eitjes en af en toe poulet, de basis voor de zaterdagse kippensoep. Voor alle duidelijkheid, mijn Flappie heette Zwartneus. Zijn ruime hok hing, onbereikbaar voor de katten uit de buurt, aan de schutting van onze buurman en huisbaas Robberse. ’s Winters verhuisde hij met hok en al naar de schuur en werd alles afgedekt met juten aardappelzakken. Hooi en stro werden bij boer Doornenbal in de Schoolstraat gehaald. Soms gebruikte ik stro uit de bananenkisten van Robberse. Volgens kenners niet echt goed voor konijnen.

‘s Zomers gingen mijn moeder en ik altijd langere tijd naar Texel, waar zij werkte in het hotel van haar broer. Zwartneus logeerde dan, volpension, bij de dierenopvang van Witteveen aan de Dalweg. Prima verzorging! De jaren gingen voorbij. Zwartneus en ik groeiden voorspoedig op en wij werden beiden, na vele magere jaren, zichtbaar dikker. Op een dag in oktober 1953 besloot ik, gedwongen door gebrek aan tijd vanwege mijn vele huiswerk, afstand te doen van Zwartneus. Wie kon er beter voor hem zorgen dan buurman Groeneveld? ’Regel het maar met hem’ waren mijn moeders woorden. Zo gezegd, zo gedaan. Groeneveld begreep mijn probleem en zei me dat Zwartneus welkom was, waarna ik hem wegbracht en in tranen afscheid nam. 

Feestdagen 1962: ook voor konijnen?
(Baarnsche Courant 1962)

Kerstmis kwam dichterbij en ook de wetenschap welk lot Zwartneus wachtte. Een week voor Kerst sloegen de wroeging en de vertwijfeling toe. Ik holde naar Groeneveld en vroeg hem of Zwartneus nog in leven was. ’Ga maar kijken, je weet de weg’ zei Groeneveld. En ja daar was hij, opgewekt als altijd, knabbelend aan een verse wortel. Samen zijn we weer naar huis gegaan. Mijn actie heeft het leven van Zwartneus zeker met een jaar verlengd. Jaren later kwam ik er achter dat mijn moeder in haar voorzienigheid aan Groeneveld had gevraagd om mijn konijn het lot van een gewelddadige dood te besparen. Vrede op aarde, ook voor konijnen.


IJs en weder dienende

door Cees Roodnat 

Waren er vroeger meer strenge winters dan nu? De feiten op een rij: ‘In orde van kou’ de top 10 koudste winters: 1963, 1947, 1940, 1942, 1929, 1979, 1996, 1941, 1970 en 1917. 

Die van 1963 herinner ik mij het best. Ik was in Amsterdam in de kost bij een echtpaar op twee hoog. In mijn slaapkamertje was het stervenskoud, bij het wassen ‘s morgens moest ik het washandje van de wastafel kraken. In het toilet bevroor alles wat ik er achterliet. Door kleden in het trapgat worstelde ik me naar buiten. In de stad liepen de trams uit de rails en vroren kinderen met hun tong aan de brugleuning. Maar Reinier Paping won de Elfstedentocht en heel Nederland schaatste! Dit alles overdacht ik naast mijn vrouw en kleinzoon gezeten, bij een vuurkorf voor restaurant Peking, waar wij een prachtig uitzicht hadden op de ijspret op het baantje van Winter Village, dat de komende jaren wel eens onze vaste winter-traditie zou kunnen worden. Want dat het al jaren kwakkelen geblazen is met het natuurijs, dat kunnen ze u bij de Baarnse IJsbaan nog veel beter vertellen. 

Hoezo ijsbaan? V.l.n.r. h.h. Maree, Koops en Borst.
(Foto: Caspar Huurdeman)

De voorverkoop van abonnementen heeft wel eens harder gelopen en de problemen met het exploiteren van het ijsbaangebouw c.q. terrein is al jarenlang een bron van zorg. Want wij willen helemaal niet bridgen, sjoelen of darten in wat als Koek en Zopie bedoeld is. Door de Stichting Baarnse IJsbaan zal er niet zonder jaloezie naar dit Winterdorpje in de Pekingtuin zijn uitgekeken. Konden ze aan de Geerenweg maar een overdekte kunstijsbaan van zo’n 30 bij 16 meter neerleggen waarop een groot deel van de winter geschaatst kan worden. Achter de schermen vindt al wel overleg plaats, las ik. Heeft u vroeger trouwens nog op de ijsbaan aan de August Jansenweg geschaatst? Als in de 60er jaren ‘s winters de camping van Thijmen de Ruig er verlaten bij lag, moesten er andere inkomsten gevonden worden. Samen met Jas van Schaik, exploitant van theetuin ‘de Watermolen’ richtte Thijmen een ijsbaan in op het land van boer Dijs. 

De oude ijsbaan aan de August Janssenweg
(Coll. R. van de Hesseweg)

Het land werd onder water gezet, en net als op de huidige ijsbaan, deed toen de vorst nog de rest. Toen boer Dijs het welletjes vond ging de Ruig door met een veel kleinere ijsbaan op zijn kampeerterrein. Tot er woningbouw kwam was dit baantje (eigenlijk bedoeld voor kinderen) het enige dat er was in Baarn.

Toen rond 1981 de huidige ijsbaan aan de Geerenweg werd aangelegd, raakte het ijsbaantje van Thijmen in onbruik. En ook de ijsbaan aan de Geerenweg is al een keer opgeschoven om de tennissers een onderdak te verschaffen. Met mijn kinderen schaatste ik in de tachtiger jaren trouwens liever op de vijver van kasteel Groeneveld of de vijver in het AGO-bosje (Rusthoek). Vóór mijn tijd werd er ook op de toenmalige Pekingkom en op de vijver achter Villa Vijverhof (naast Albert Heijn) geschaatst. 

Schaatsen achter Villa Vijverhof
(Coll. Geheugenvanbaarn.nl)

Gaan we nog verder terug in de tijd dan hadden we in 1897 naar de tussen de Wilhelminavijver, ook een schaats El Dorado, en het spoorravijn gelegen wielerbaan gekund, waar schaats- en wielerkampioen Jaap Eden voor uitverkochte tribunes op 11 augustus van dat jaar zijn rondjes kwam rijden. In de winter kon die baan onder water worden gezet en na bevriezing voor de nodige ijspret zorgdragen. Maar dat kan niemand meer navertellen, want ‘dooien’ spreken niet. 

Wielerbaan in de zomer, ijsbaan in de winter.
(Foto: Adriaan Boer)

Barometers wel en die vertellen ons weinig nieuws op het koufront. Maar laten we niet wanhopen; de meeste Elfstedentochten werden verreden in februari. U kunt nog twee weken naar Wintervillage en dat is wel zo gezellig. 


Kerst met het Baarns Jongenskoor

door Eric van der Ent

Om de juiste sfeer te creëren tijdens het lezen van een kerstverhaal is het een goed idee de open haard aan te steken, een glas rode wijn of winterbier in te schenken en naar kerstmuziek te luisteren. Bij een Baarns kerstverhaal hoort natuurlijk Baarnse kerstmuziek. Kerstliedjes, gezongen door het Baarns Jongenskoor onder leiding van Carel Laoût. Ook u kunt ze beluisteren. Aan het eind van dit verhaal leest u hoe u dat kunt doen.


De kerst-grammofoonplaat
(Coll. Ben Poelman)

Verenigingsblad De Weergever
Onlangs kregen we een e-mailbericht van dhr. Ben Poelman, al jarenlang verzamelaar ven 78-toeren platen en eindredacteur van het verenigingsblad De Weergever, een blad voor verzamelaars en liefhebbers van oude grammofoonplaten en grammofoonspelers. 

Hij heeft onlangs aan zijn verzameling een in een kleurrijke hoes gestoken exemplaar van een grammofoonplaat met opnames van het Baarns Jongenskoor onder leiding van Carel Laoût, met orgelbegeleiding van Pierre Palla toegevoegd. Uit een opnamekaart van Philips Phonographische Industrie (PPI) te Baarn blijkt dat de opnames plaats vonden op 3 juli 1954. De 78 toeren plaat heeft catalogusnummer P 17326 H en werd uitgegeven door Philips en geproduceerd in Indonesië! Duidelijk bedoeld voor de Indonesische markt. Er werd zelfs volop geadverteerd in diverse Indonesische kranten Dezelfde plaat werd echter onder hetzelfde catalogusnummer ook gewoon in Nederland geproduceerd. Het ligt voor de hand dat de Nederlandse versie werd geperst in de in 1950 nieuw gebouwde fabriek van PPI aan de Torenlaan in Baarn.


De fabriek van Philips Phonographische Industrie aan de Torenlaan
(Coll. Geheugenvanbaarn.nl)

Mogelijk werd de Indonesische versie ook gewoon in Baarn geperst. De plaat behoort tot de oudste uitgaven van Nederlandse opnames van Philips. Het eerste catalogusnummer in deze serie was P 17000 H, een opname van de Marinierskapel der Koninklijke Marine met de in die jaren bekende marsen K.L.M.-mars en Koning Voetbal.

De Philipslabels op de 78-toeren plaat. Made in Indonesia.
(Coll. Ben Poelman)


Op de plaat staan twee kerstnummers: ‘De henderkens lagen bij nachte’ en ‘Ere zij God’ van het Baarn’s Jongenskoor. De tekst is overgenomen van het label van de Indonesische versie: Henderkens. Bedoeld wordt uiteraard Herderkens oftewel Herdertjes. Op het label van de Nederlandse persing is overigens wel gewoon “Herderkens” te lezen, en het Baarn’s Jongenskoor is dan ook gewoon als Baarns Jongenskoor (zonder apostrof) vermeld. Een echt Baarnse kerstplaat dus! Terwijl de meeste 78 toerenplaten werden verpakt in een standaard blanco hoes met hooguit het logo van de platenmaatschappij erop, is Poelman’s exemplaar gestoken in een kleurrijke kersthoes. We lezen Christmas Records, zonder verdere informatie: marketing voordat het woord algemeen werd gebruikt. In 1958 bracht Philips de plaat opnieuw uit, nu als 45-toeren single onder catalogusnr. 317326 PF.

Carel Laoût met het Baarns Jongenskoor
(Coll. dhr. C.F. Adolfse)

Ik weet zeker dat bij het lezen van de naam van dirigent Carel Laoût (1914-2001) vele harten van oudere Baarnaars sneller gaan kloppen. Hij was een gelouterd en bevlogen musicus, organist en (koor)dirigent. Een vakman! Zijn zangkoren behoorden tot de top van de Nederlandse koren. Ook het Baarns Jongenskoor was zeer succesvol. Het koor trad op in binnen- en buitenland. Carel Laoût woonde in het bekende, inmiddels verdwenen, tolhuis op de hoek van de Kerkstraat en de Eemweg. Later verhuisde hij naar de woning rechts naast het Zusterhuis aan de Kerkstraat, vlakbij de Nicolaaskerk.

Het tolhuis in de sneeuw, de woning van Carel Laoût.
(Schilderij Daniël Been, coll. mevr. A.G. Verburg-Groeneveld)


Pierre Palla
(Bron: mcogebouw.nl)

Pierre Palla (1902-1968) die als organist op de kerstplaat te horen is werkte regelmatig met Laoût samen. In 1950 bedacht de AVRO de artiestennaam Sid Hamilton voor hem. Philips nam deze naam ook over op verschillende grammofoonplaten met opnamen van Pierre Palla op Hammondorgel. Met catalogusnummer P 17004 H gaf Philips al in 1951 een plaat van Sid Hamilton uit. Dat was dus de vijfde opname in de serie. Op “onze” plaat wordt hij echter gewoon als Pierre Palla vermeld.

Leuk zo’n verhaal over zo’n Baarnse kerst-grammofoonplaat, maar u wilt waarschijnlijk ook de muziek op de plaat beluisteren. Hieronder kunt u beide liedjes beluisteren:



Alvorens u onze kerstwensen aan te bieden, nog een oproep: Ben Poelman en Geheugenvanbaarn.nl willen graag alles weten wat er over deze grammofoonplaat te vertellen is. Weet iemand bijvoorbeeld waar de opnames voor deze twee kerstliedjes plaatsvonden? Zijn er nog namen bekend van koorleden die meezongen bij die opnames? Wij willen heel graag met hen in contact komen om hun herinneringen te delen met onze volgers.




Dit verhaal (aflevering 108) verscheen op maandag 19 december 2022 
in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Geheugenvanbaarn.nl    



Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u Geheugenvanbaarn.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Geheugenvanbaarn.nl.

vrijdag 16 december 2022

Grote verandering voor den Brink op til

 Mr. T Pluim schreef dit artikel op 10 mei 1922.

Toen op Pinksterzondag van het jaar 1741 de Baarnsche ingezetenen naar de kerk gingen, zagen de meesten voor het eerst, dat er een grootte verandering voor den Brink op til was. Immers vlak bij den hoge muur, die om de kerk en het kerkhof liep en wel rechts bij de deur in de muur, was men bezig de oude boerderij af te breken. Jan Willem van Cothen, de chirurgijn (dokter), die in de Brinksteeg woonde, evenals Jan Bosch, de drukker, bleven even stilstaan om eens een kijkje te nemen. Zij hadden nog wel even den tijd, want de Koster-schoolmeester Johannes de Zoete kwam juist uit de Pastorie, waar hij het voorleesbriefje van ds. Arnoldus van Benthem had gehaald, zodat het nog wel een paar minuten zou duren, vóór hij ging luiden. „Ja," zei de chirurgijn, die van alle 3 op de hoogte was, omdat hij overal in Baarn kwam, „ja, we krijgen nu ook een Schoutenhuis". „Dat heb ik gehoord," zei Gijsbertus van Leersum, de wagenmaker op den hoek der Brinksteeg, die er juist aankwam en zich bij het tweetal voegde. „Nu, de Brink zal er niet minder om; worden.” „Ja", hernam de chirurgijn, „de nieuwe schout Christiaan Wiardi Plesman, schijnt er goed in te zitten, want ik hoor, dat hij een prachtig huis zal laten bouwen. Je zult zien, dat ds. Van Benthem, die nu al over de vervallen pastorie klaagt, graag er mee zal willen ruilen. „Ik heb gisteren het bestek van het nieuwe huis gezien maar er is er geen een zo in Baarn," wist Van Leersum te vertellen. „Het heeft beneden 6 vertrekken, één met een Italiaanse schoorsteen; boven zijn er 3 grootte en 2 kleine kamers, en over alles heen een zolder. Er komen 2 kelders aan den voorkant en 2 aan den achterkant; een keuken met 2 pompen; een stal voor 4 paarden, een koetshuis met hooi- en turfzolder, en ..." „Houdt het niet op ?” viel onze dorpsdokter in de rede, op een toon, die een kwalijk onderdrukte jaloezie verried. De genoemde namen zijn alle historisch; alleen komt de klacht van ds. Van Benthem over zijn pastorie eerst in 1756: „hij moest 's winters op de bovenkamer huizen, daar de ramen in het benedenhuis zo tochtten en de zolders vermolmd waren." Juist zou Van Leersum nog verder de loftrompet over zijn nieuwen buurman steken, toen De Zoete begon te luiden en onze drie Baarnsche notabelen het smalle deurtje in den muur doorgingen om hun plaats in de kerk op te zoeken. Inderdaad: Van Leersum had waarheid gesproken; de nieuwe schout Plesman liet een prachtig huis bouwen, dat hij „Mes Délices" heette. (De meesten onzer hebben het nog als de deftige woning van Mr. Van Herzeelen gekend.) Het was in het najaar gereed en het nieuwe Schoutenhuis herbergde voortaan ook het dorpsgerecht; een paar kamers werden voor gemeentehuis ingericht. Het schijnt, dat onze schout Plesman (hij kwam uit het land van Emden in Oost-Friesland, en zijn vrouw Petronella de Voogt was in Batavia geboren), het schijnt, dat hij de Hollandsche zuinigheid niet kende, want in 1752 zat hij tot over de oren in de schuld. Hij moest dan ook ontslag als schout nemen en was niet eens in staat, de ontvangen gelden der gemeentebelasting af te dragen. Alles wat hij bezat, en ook de bezittingen van zijn vrouw, werden voor schuld verkocht. De nieuwe schout, Mr. Huybert van Rijk, kocht het huis aan. Links ziet u het Schoutenhuis rechts achterin. Rechts de huidige situatie.

rechts achterin het Schoutenhuis

de huidige situatie


vrijdag 9 december 2022

Mineraalwaterfabriek aan de Eemstraat

 

DE NIEUWE ZAAL IN DE EEMSTRAAT

Op een maandagavond in oktober van 1922, waren we door den heer J.Woudenberg uitgenodigd een kijkje te komen nemen in de nieuw gebouwde mineraalwaterfabriek, aan de Eemstraat 8 alhier. Al dadelijk dient gezegd, dat het geheel er keurig uitziet, de kelder beneden, zeker zo groot dat 200 mensen er met gemak plaatsen in kunnen vinden, is geheel naar de moderne eisen des tijds ingericht voor het fabriceren van limonades, het bottelen van bieren, enz. Een kapitaal aan machines staat hier verborgen, allen geheel nieuw, van de modernste constructies. De bovenzaal, we troffen het, werd juist dien avond voor het eerst in gebruik genomen door Baarn's Mannenkoor, welk koor deze zaal als zijn repetitiezaal zal gebruiken.  Eenvoud is hier het kenmerk. Het bestuur van Baarn's Mannenkoor was hier wel terdege van overtuigd en sprak dan ook waarderende woorden en complimenteerden naar den eigenaar en de bouwondernemers, alsmede de opzichter J. Diekman met hun succes. Op de linker foto het personeel in 1922. Op de rechterfoto, rechts, no: 8 in 2010.



Het personeel bij de opening 

                            Op de rechterfoto, rechts, no: 8 in 2010.





vrijdag 2 december 2022

Het Roffelfestijn in Baarn


Roffelfestijn in de Brinkstraat

Het is 8 augustus 1956.

Roffelfestijn in de Brinkstraat trok overweldigende belangstelling. Stelt u zich een Muziekconcours voor, georganiseerd door een onzer plaatselijke muziekverenigingen, dat tussen de 7000 en 8000 toeschouwers trekt. Welk een overweldigend succes zou dat zijn en met welk een trots zou dit feit in de annalen der betreffende vereniging worden neergeschreven. Wat echter aan geen onzer muziekverenigingen ooit zal gelukken, bracht Woensdagmiddag een groepje winkeliers, onder leiding van een Damescomité, gevormd uit de echtgenoten van deze winkeliers, tot stand. De Marswedstrijd voor de schooljeugd, op initiatief van mevrouw Lengers-Roos georganiseerd en na slechts een paar dagen van voorbereiding in de Brinkstraat gehouden, is een overweldigend succes geworden. En dat niet alleen vanwege de grote deelname van de kinderen — tussen half twee en half drie kwamen 44 trommelclubs aanmarcheren, die te samen 651 deelnemers telden — doch ook vanwege de enorme belangstelling der ouderen. Toen om half drie de wedstrijd begon, hadden naar schatting tussen de 7000 en 8000 toeschouwers in de Brinkstraat, op de Brink en in de Kerkstraat een plaatsje gezocht om het Roffelfestijn van de jeugd gade te slaan. Meer dan twee uur hebben zij genoten van de bonte stoet van trommelende clubs, die, komende uit de Burg. Penstraat, door de Brinkstraat trok. De eerste clubs wonnen direct de sympathie van het publiek. Hoe kordater de tamboer-maitres hun stokken zwaaiden, de lucht in wierpen en weer op vingen en hoe flinker de tamboers hun roffels sloegen, des te luider applaudisseerden de toeschouwers. En toen later de clubs die bijzonder fraai, opvallend of geestig waren uitgedost de Brinkstraat inzwenkten, kende het enthousiasme van het publiek geen grenzen meer. Geestdriftig werden de jonge trommelaars met handgeklap en gejuich verwelkomd. Kortom, het werd een feest zoals Baarn sinds de dagen der bevrijding niet meer heeft gekend. Demonstratie van vindingrijkheid Het gehele roffelfestijn was in feite één grote demonstratie van de vindingrijkheid van onze Baarnse jeugd en de ouders, die deze week kind met de kinderen zijn geweest. Welk een werk is er binnen een paar dagen verzet moeten worden om die honderden fraaie kostuumpjes, feestmutsen, feestrokjes en leuke vaandels te maken en wat zal het bedenken van de namen, die de vaandels sierden, een hoofdbrekens gekost hebben! Sommige van deze namen ontleenden hun herkomst aan het materiaal, dat bij dit feest domineerde, zoals „De Blikkeniertjes” , „De blikken bus” , „De Blikmepper” en „De Blikbeukers” ; andere aan de buurt waar het clubje vandaan kwam, zoals „Klein maar dapper zijn de kinderen van het Mesdagplein” , „De Molenwiekers” , „De Oosterkwartier Boys” , „De Heikneutertjes” en „De Nachtegaaltjes” ; terwijl er ook bands waren, zoals „De Residentieclub” en „Baarns Bloei” . Het is een goede inval van het Damescomité geweest, aparte prijzen beschikbaar te stellen voor de origineelste groepen, want dit heeft ongetwijfeld de fantasie der kinderen en hun ouders aangewakkerd. Het meeste succes had een boy in luipaardenvel achter de overslagtrom; veel plezier beleefden de toeschouwers aan de slaapwandelaars, in hun pyjama's. 

Bron foto's Mercia Vries-Lengers. 

Binnenkort een fotoverslag van dit evenement op onze site Geheugenvanbaarn.nl.