het hertenkamp in Baarn lang geleden |
Als je in Baarn gaat kijken in het
hertenkamp zie je ook zo'n mooi hert met een geweldig gewei. Het
onderstaand verhaal vertelt iets over dit mooie gewei.
Voor het oog van jong en oud is het
ranke, levendige vlugge hert onder de dieren favoriet. Voor den jager is het
edel wild, dat hij echter in deze streken zelden of nooit onder schot krijgt.
Het dient hier tot bezienswaardigheid, vrolijkt de openbare parken op en levert
dan tevens aanschouwelijk onderwijs in de dierkunde aan de jeugd. Iedere stad,
die zichzelf respecteert, houdt er een hertenkamp op na en men moet al een
zeer ongeschikte tijd uitzoeken om aan het hek geen toeschouwers te vinden.
Ouders beloven hun kinderen een goedkoop, maar altijd gewaardeerd plezier, als
ze besluiten: "We gaan vanmiddag naar de hertjes kijken," een
plezier, dat pas volledig is, als de tamme springers ook gevoerd mogen worden.
't Is veelal het sierlijke, bruin en wit gevlekte
damhert, dat men in die kampen aantreft. Forser, fierder en rijker met gewei
bekroond is het, edelhert, dat men in deze fotoserie ziet afgebeeld. In
Nederland is het om zijn schadelijkheid bijna geheel uitgeroeid, maar op de
Veluwe heeft men het toch weer ingevoerd, waar het de ree gezelschap houdt.
Interessant is het, iets te weten van het gewei, dat het
edelhert zoo trots op zijn hoekige kop draagt, althans in den tijd, dat die hoofdtooi zich in
goeden staat bevindt. Want ieder jaar verliest het, hert zin gewei, en ieder jaar vormt zich weer een nieuw. Het voortbrengen van de geweldige hoornmassa,
waarin het dier zijn sterke wapen heeft, betekent voor hem een grote
krachtinspanning. Onwillekeurig vraagt men zich af: waartoe dient die overdaad,
als het gewei toch in de laatste wintermaand in het dorre blad van het bos
terechtkomt, waar het vermolmt en vergaat of door eekhorens en muizen wordt
opgegeten. Is het geen onverantwoordelijke verkwisting, die de natuur zich hier
veroorlooft, een roofbouw aan de kracht van het wild.
Maar
zo is het ook weer niet helemaal, Want alleen het kerngezonde edelhert is in
staat, die kroon op zijn hoofd te vormen, alleen kerngezonde exemplaren smeden
uit de kracht van hun Iichaam het wapen voor de tijd, dat zij met hun soortgenoten den strijd moeten
aanbinden om het bezit van de hinde. Daardoor komt het, dat de zieke en zwakke dieren, wier krachten niet toereikend zijn
voor het vormen van een aanzienlijke hoofdtooi, ook achterblijven als het gaat
om het voortleven van hun bloed. Aldus is het
hertsgewei een der vele middelen, waar de natuur zich van bedient om gezonde en sterke geslachten in stand te houden.
1. De "rozestokken" zitten los. Het Is
voor het hert een zeer onaangenaam gevoel, als een geweistang losraakt. Dit
afvallen is meestal pijnlijk; doorgaans bloedt de plek, waar de stang het
opgeeft. Daarbij is door de eenzijdige belasting van den kop het
evenwichtsgevoel van het wild overstuur geraakt. Gelukkig verdwijnt na de
eerste ook spoedig de tweede stang.
2. De kaalkop. Beide stangen zijn afgevallen en het hert
is in dat opzicht nu gelijk aan de hinde, die het zonder gewei moet doen.
Behalve aan de knobbels, waaruit straks het nieuwe gewei zal opgroeien, ziet
men echter aan den dikken hals, den brede kop en de forse gestalte, dat hier
een mannelijk exemplaar, een hert, ligt te rusten.
3. Het nieuwe leven vertoont zich. - Talrijke bloedvaten
drijven de bouwstoffen voor het gewei omhoog, als bij een boom, welke sappen
zich na de winterrust in beweging zetten. De beenderhuid, die met een laag haar
bedekt is, noemt de jager bast.
4 Snelle groei. - Reeds na enkele maanden is het gewei
sterk in hoogte toegenomen; het onderste gedeelte is in zijn opbouw kant en
klaar en de wasdom zet zich In de spitsen voort door het optrekken van nieuwe
vormingsstoffen.
5. Het ruwe werk is klaar. - indrukwekkend doet het voltooide bastgewei aan door de dikte van zijn stangen, die door een uit huid en haren bestaande laag beschut worden. Nog is het niet gehard en iedere onzachte aanraking veroorzaakt pijn. Langzamerhand wordt het echter stevig en de beenderhuid droogt op, de bast die het tot dusver omgaf, raakt los.
6. Het hert schuurt. De toevoer van opbouwstoffen neemt al
en houdt allengs geheel op. Het hert schaalt en schuurt de loszittende haren
aan jonge bomen helemaal af, tot ook de laatste flarden van de bast wegvallen.
De stangen kleuren zich donker, terwijl de uiteinden blank en wit glimmen.
7. Het is herfst. Tot nog toe deed het hert zijn best om
zijn aanwezigheid niet te verraden, maar nu trekt het door zijn geschreeuw de
aandacht van de hinden. Dan is het bereid om het tegen zijn rivalen op te
nemen, want zijn wapen, het stevige gewei, is klaar. Luid galmt zijn
strijdkreet door het bos.
8. In wintertijd. - Het veroveren en verdedigen van de
hinde kost het hert veel inspanning. Als de stille wintertijd aanvangt, rust de
koning van het woud vermoeid uit. Langzamerhand vormen zich onder aan het gewei
inhammen, de stangen raken hun houvast kwijt, tot zij zich eindelijk van hun
drager losmaken en ruimte laten voor het vormen van een nieuw gewei.
Geplaatst door L.J.A.Bakker
http://ljabakker.magix.net/website
Geplaatst door L.J.A.Bakker
http://ljabakker.magix.net/website
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter