Wereld beroemd zijn de koningsgraven in Egypte geworden, en terecht: immers zij dagteekenen uit een tijd, die niet minder dan 3000 jaren achter ons ligt. Maar - wat velen zeker niet zullen vermoeden - ook Baarn bezit koningsgraven, die in ouderdom de Egyptische weinig toegeven.
een grafheuvel in Lage Vuursche |
Ook van latere bewoners,
de Saksen, vindt men ginds aan de Vuursche grafheuvels liggen, kleiner van
omvang, waarin ditmaal - daar de lijkverbranding bij die stammen in zwang was,
- de urnen met de brandresten werden bijgezet. geen wonder dus , dat in dit
deel van de gemeente liefhebbers van oudheden hun hart kunnen ophalen en
misschien zoo gelukkig zijn, een bronzen of steenen beitel uit dien grijzen
voortijd te vinden.De plaats was dan ook
omstreeks 1350 zoo in bloei toegenomen, dat de Bisschop van Utrecht als
landsheer het dorp met stedelijke rechten begiftigde, dat wil zeggen tot stad
verhief. Door deze zeldzame onderscheiding kreeg Baarn een eigen regeering en
mocht het ten bewijze zijner zelfstandigheid een eigen wapen en zegel aannemen
namelijk St-Nicolaas in goud op een blauw veld.Tot 1886 is dit wapen door
Baarn gebruikt, toen werd, helaas: het huidige wapen gekozen, de slaaf met het
steigerende paard.
Van nu af noemde Baarn zich
in openbare stukken een "stad", zooals bijvoorbeeld blijkt uit de
oudste bekende oorkonde, een verdrag van 1390, dat aldus aanvangt: "Wy
Burgemeister, Scepene ende Raedt der Stadt van Baerne", en welke brief
eindigt met niet minder trotse woorden: "So hebben wij het zegel onser
stede van baerne aen desen brieff doen hangen".
Baarn in vlammen
stad in brand |
De jonge stad scheen
derhalve voorbestemd om weldra een voorname plaats van eemland te worden. Maar
helaas! "es hat nicht sollen sein!" want plotseling en wreed werd
eenen dag aan den bloei dezer opkomende stede een eind gemaakt.
Immers op den dag voor
Kertsmis van 't jaar 1481 kwamen Hollanders Eemland binnenvallen en nog
denzelfden avond lagen Eemnes, Baarn en Soest "in de kolen" en
laaiden de vlammen in dien heilige Kertsnacht hoog ten hemel! Wel waren de
bewoners van Baarn krachtens een verdrag van 1443 in allerijl binnen de veilige
muren van Amersfoort gevlucht, zodat niemand het leven verloor, maar de
opkomende "stadt" was op een paar huizen na geheel verwoest. Deze
ramp is Baarn niet meer te boven gekomen: het bleef tot aan onze dagen een
onbeduidend boerenplaatsje, dat bijvoorbeeld in 1759 nauwelijks 350 inwoners
telde.
nabij station Baarn |
Maar .... daar wordt in
1874 het dorp "door ijzeren banden "met Amsterdam verbonden: de
spoorlijn wordt geopend (op 10 juni) en het schijnt, of er een toverstaf het
vergeten boerenplaatsje heeft aangeraakt: het verandert zienderogen in een
modern villadorp. het schijnt of heel Amsterdam zich wil werpen op dit
bekoorlijk plekje met zijn ongerept natuurschoon: zijn statige bosschen vol van
de aroma der ruischende dennen. Alom verrijzen villa's en woningen en in korten
tijd zijn we straten en lanen, ja heele parken volgebouwd.
Zoo is het te begrijpen,
dat het zielental in korten tijd van 2500 tot over de 10.000 steeg. En met die
uitbreiding kwamen ook allerlei geriefelijkheden. Veel tot die uitbreiding
heeft nabij gelegen domein Soestdijk bijgedragen, daar de Hooge Ambachtsvrouwe
steeds vrije wandeling in de bosschen toestonden en altijd waar hun medewerking
werd ingeroepen, die hulp op ruime schaal verleenden. Zoo voelt Baarn zich als
het ware één met het Domein.Wij kunnen ons dan ook moeilijk voorstellen, dat
het Paleis er eenmaal niet was. Omstreeks 1650 stond daar ter plaatse een
buitenverblijf ('een hofstede aan den Zoestdijck"), toebehorende aan de
Amsterdamsche burgemeestersfamilie De Graeff. Van een hunner, namelijk van Mr.
Jacob de Graeff, kocht Willem III na diens verheffing tot stadhouder genoemde
buitenplaats aan op 26 April 1674 ( voor fl. 18.775,-) en liet er een jachtslot
bouwen, daar de Prins in vele bosschen
van de jacht volop wilde genieten. De Staten van Utrecht haastten zich nu hem
de Gerechten Baarn, Soest, Eemnes en Eembrugge als Hooge Ambachtsheerlijkheden
op te dragen, een zeldzame eerbetooning, daar hij zoo goed als oppermachtig
gebieder in deze vier genoemde Hooge Heerlijkheden werd.
Aanvankelijk was het
grondgebied van Soestdijk maar klein, doch van lieverlede werd het door aankoop
grooter. Vooral de weduwe van Willem IV, Prinses Anna van Engeland, moet hier
genoemd worden. Zij kocht in 1768 de Eult aan, het groote zomerverblijf bij de
huidige naald, dat reeds omstreeks 1625 een bezit der Amsterdamsche
Burgemeestersfamilie de Bickers was. Hierdoor kwam het geheel Bosch tussen den
Amsterdamsche Straatweg en 't dorp bij het Domein. Bovendien liet zij het bosch
aanmerkelijk verfraaien door den aanleg van de Lindenlaan, de Groote Kom, den
Troon, de Berceaux, de Comedie, enz. Onze huidige wandelaars genieten er nog
altijd na twee eeuwen volop van haar werk.
In den Franschen tijd
verviel Soestdijk aan den Staat, maar in 1815 droegen de Staten-Generaal het op
aan den Kroonprins (den latere Koning Willem II) als hulde aan zijn moedig
gedrag bij Quatre-Bras en Waterloo, terwijl zij tevens ter eere van zijn moed
en beleid in genoemde veldslagen betoond, een Gedenknaald oprichten. ( De
kanonnen naast de Naald werden later door den Kroonprins in de Tiendaagschen
Veldtocht op de Belgen veroverd).
Een moderne plaats
Een ander, hoewel
eenvoudiger monument, staat vlak bij 't Paleis aan den Praamgracht bij de brug,
namelijk het gedenkteken voor Christoffel Pullmann. In den nacht van 26 op 27
Juli 1787 wilde een legertje van 500 Patriotten uit de stad Utrecht het Paleis
overrompelen. Maar een de schildwachts Christoffel Pullmann geheeten en
Duitscher van geboorte, zag nog tijdig de vijanden naderen. Men eischte zijn
geweer op, maar onder den uitroep: 'Ich bin ein ehrlicher Kerl", schoot
hij zijn snaphaan af, en waarschuwde zoo de kleine bezetting van 90 man op 't
Paleis. De trouwe schildwacht werd door de Patriotten op staanden voet
neergeschoten en op de plaats van zijn heldendood verrees weldra het eenvoudige
monument. Jaarlijks in den vroegen morgen van den 26 Juli werd namens H.M. de Koningin-Moeder steeds een
krans van levende bloemen aan 't gedenkteeken gehangen.
Jhr. Mr. G.C.J. van
Reenen staat sedert 1923 aan het hoofd der gemeente Baarn. Burgemeester van
Reenen werd de 21sten December 1884 te Nijmegen geboren en
studeerde aan de Utrechtsche
Universiteit in de Rechten. Van 1911 tot 1916 was hij werkzaam ter
Provinciale griffie van Gelderland te
Arnhem, terwijl hij daarna werd benoemd tot burgemeester van Nijkerk.
Burgemeester van Reenen |
De Baarsche bevolking
heeft ook van de werkloosheid te lijden, vertelt ons Jhr. van Reenen. Er zijn er
zelfs betrekkelijk veel voor een plaats, waar geen industrieën gevestigd zijn. Dat is daar aan toe te schrijven, dat de
werkeloozen hoofdzakelijk bouwvakarbeiders zijn, die ook buiten de gemeente
hebben gewerkt. bij ontslag zijn deze werkeloozen naar hun woonplaats Baarn
teruggekeerd. De werkeloozen worden van gemeentewege gesteund, terwijl er ook
een aantal in een werkverschaffing zijn te werk gesteld. Voor een gemeente als
Baarn zijn de maatregelen, die de regeering heeft getroffen, beslist
catastrophaal. Baarn heeft aan haar natuurlijke gesteldheid haar voornaamste
bron van inkomsten te danken. Het natuurschoon maakte Baarn tot een woon- en
ontspanningsoord bij uitnemendheid. Het is dan ook een aardig dorp met
ouderwetsch karakter en tal van goede winkels. Natuurlijk heeft de winkelstand
ook den terugslag van de economische
crisis ondervonden, doch hij is zeer energiek, men laat zich gelukkig niet
spoedig ontmoedigen. De verleden jaar
gehouden winkelbeurs en tentoonstelling is een eclatant succes geworden en
hieruit blijkt wel dat de middenstanders den moed niet spoedig laten zakken.
Een der aantrekkelijkheden
van Baarn is wel het Paleis Soestdijk, dat door wijlen Koningin Moeder werd
bewoond. Haar heengaan word door de Baarnsche bevolking als een gevoelig
verlies beschouwd. Thans staat het paleis gesloten en verlaten te midden van
het park, dat den afgeloopen zomer duizenden bezoekers heeft getrokken. De Vereniging Voor
Vreemdelingenverkeer verricht hier met succes haar werkzaamheden. Verder zijn
de belastingen hier laag, terwijl getracht zal worden ze, ondanks de moeilijke
tijden, laag te houden. De huizen en de grondprijzen zijn hier billijk, vooral
in het voormalige Pekingbosch zijn de grondprijzen zeer voordeelig. Bijzonder
aandacht verdiend de Hortus-Botanicus van de Utrechtsche Universiteit, waarvoor het Cantonpark, 3,5 H.A. groot, aangelegd
door den vroegeren eigenaar, den heer Aug. Janssen, geheel is afgestaan door
diens erven en prachtig is aangelegd. De Hortus ressorteert onder proffessor Pulle, en wordt veel door
Utrechtsche studenten bezocht.
In de Torenlaan bevindt
zich de Baarnsche manege, die aan ruiters en amazonen de gelegenheid
biedt om in de bosschen rondom Baarn zich te ontspannen. Aan de Spoorlaan is
een tennisbaan aangelegd, die geëxploiteerd wordt door de Vereeniging tot
verfraaiing van Baarn. Voor voetbal- en korfbalspel en in het algemeen voor
lichamelijke oefening en sport bestaat ruimschoots de gelegenheid door
verschillende vereenigingen voor gymnastiek en voor openluchtsport. Aan de Eem
bevinden zich zweminrichtingen voor twee klassen van gebruikers, en een wherryhuis:
meer naar den kant van Eembrugge is een gelegenheid om de Eem en het IJsselmeer
te bevaren met motorbooten. Op het gebied van amusement en ontspanning kan
Baarn pogen op ,,Musis Sacrum" en een bioscooptheater dat steeds tal van
bezoekers trekt. Het concert- en schouwburggebouw ,,Musis Sacrum."
werd
zonder eenige gemeentelijke subsidie gebouwd, doch de ondernemers hebben zich
op voortreffelijke wijze laten voorlichten. Het toneel bijvoorbeeld
heeft de zelfde afmetingen en outillage als dat der Stadsschouwburg in Amsterdam. Verder bloeit het vereenigingsleven
in sterke mate, vooral voor de muziekverenigingen bestaat groote liefhebberij.
Musis Sacrum Baarn |
De spoorverbinding met
Utrecht en Amsterdam is zeer gunstig en speciaal deze laatste zal nog worden
verbeterd, wanneer de electrische treinen op dit traject gaan rijden. Aldus
Burgemeester Jhr. Mr. G.C.J. van Reenen vanuit zijn werkkamer in juni 1934.
Leen Bakker |
Geplaatst door L.J.A.Bakker
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter