Station Baarn rond 1900 |
Eerder al (1863-1865) exploiteerde
de NCS, de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij haar hoofdlijn van
Utrecht naar Zwolle en Kampen. Tevens exploiteerde de NCS de lijnen van een
aantal lokaalspoorwegmaatschappijen. Omstreeks 1900 deed een nieuw soort
spoorweg zijn intrede, de lokaalspoorweg, maar met een andere functie dan de
hoofdspoorlijnen: de buurtspoorweg, bedoeld voor het forensenvervoer. De NCS
verzorgde de exploitatie van deze spoorwegen, die alle aftakken van haar
stamlijn Utrecht-Zwolle. In 1898 wordt de Utrechtse Locaalspoorweg, van Den
Dolder naar Baarn (Buurtstation) in gebruik genomen, in 1901 gevolgd door de
Nederlandsche Buurtspoorweg van De Bilt naar Zeist. Al deze buurtspoorlijnen
kregen in Utrecht een eigen (kop)station: Utrecht Buurtstation, dat inmiddels
geheel geïntegreerd is in Utrecht Centraal.
Een diepe
ingraving. Links seinhuis 1. Het
lichtsein (uitrijsein richting Hilversum) is nog niet in dienst. Baarn, 25 juli 1958. |
Baarn, 25 juli 1958. Het vroegere NCS-Buurtstation, in zijn oorspronkelijke staat. |
Baarn, 25 juli 1958. Op deze foto ziet u de voormalige locloods. |
Aansluiting Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij
We gaan op
weg van Amersfoort naar Baarn. Na ruim 7 kilometer vrije baan die is ingericht
voor beveiligd linkerspoorrijden waarbij vier overwegen (ahob’s) zijn
gepasseerd, t.w. Hilhorstweg (km 41.048), Kleine Melmweg/Eemweg (km 39.768),
Weideweg (km 38.986) en Grote Melmweg (km 38.297) geeft bediend sein 644 bij km
36.792 aan dat we bij een bijzonder “gevaarpunt” komen: de gelijkvloerse
aansluiting met de enkelsporige lijn die van Den Dolder afkomt. Deze voormalige
NCS-spoorlijn voegt in (nog vóór de spoorwegovergang in de Torenlaan, ahob km
36.468) met wissel 40 op de spoorlijn Amsterdam – Amersfoort, van oudsher een
echt HIJSM-bolwerk, direct gevolgd door de overloopwissels 38B/38A naar het
rechterspoor.
De concessie
voor de lijn Den Dolder – Baarn was eigendom van de N.V. Utrechtse
Locaalspoorweg Maatschappij, opgericht in 1896. De lijn werd geëxploiteerd door
de NCS. Beide maatschappijen hadden vroeger veel te duchten van elkaar en dat
was de reden, dat ze ook ieder een eigen station hadden. De NCS had een eigen
station in Baarn ter hoogte van km 36.0 van de Oosterspoorweg, vlak bij het
HSM-station. Vroeger moesten de reizigers dus een paar honderd meter lopen naar
dit HSM-station.
Op 25 juli
1948 werd, tegelijk met de elektrificatie (Den Dolder – Soest - Baarn), de
verbindingsbaan tussen deze twee stations in gebruik genomen. Komend uit de
richting Soest geeft sein 746 en snelheidsbord 40 km toestemming voor invoegen.
Direct achter de overweg in de Torenlaan geeft wissel 37A rechtsafbuigend
toegang naar het spoor 801 dat een haltemogelijkheid langs het eerste perron in
Baarn geeft. De treinen uit Utrecht kruisen op deze manier de hoofdbaan. Achter de overweg
in de Luitenant Generaal Van Heutszlaan/Stationsweg wordt het
station bereikt.
Station Baarn
Het station
Baarn ligt ruim 7 kilometer verwijderd van het station Hilversum en bijna 9
kilometer van het station Amersfoort. Het station
heeft een eilandperron met de perronsporen 2 en 3 en
een eerste perron met perronspoor 1. Net als Hilversum en
Naarden-Bussum zijn beide perrons met elkaar verbonden met een
voetgangerstunnel. Het emplacement heeft tegenwoordig vier sporen. Over de
perronsporen 2 en 3 passeren de doorgaande sneltreinen en halteren de stoptreinen.
Spoor 4 is een inhaalspoor. Op spoor 1
keren de treinen naar en van Utrecht via Soest/Den Dolder
twee keer per uur, zodat dit spoor
per uur 26 minuten bezet is.
Het
emplacement van Baarn ligt grotendeels in de naar het noordwesten afbuigende
boog richting Hilversum. Deze boog is te doorlopen met de maximum snelheid van
110 km/uur. Het eilandperron ligt in de kromming van de boogstraal. Direct ten
noorden van het perron wordt een voetgangersbrug gepasseerd. Vanaf deze brug
zal menig spoorfotograaf fraaie foto’s hebben kunnen maken. Enkele
goederensporen zijn in de loop der jaren opgebroken.
Architectuur: een koninklijk station
Baarn is een
sprekend voorbeeld van een station in een villadorp. Het gebouw is qua grootte
het best te vergelijken met een Waterstaatstation van de vierde klasse. De HSM
heeft gekozen voor een detaillering van het gebouw, die aansluit bij de in die
tijd heersende opvattingen over villa-architectuur. De geschulpte houten
randen, die langs gevels, trap en overstekken zijn aangebracht, geven het
gebouw het uiterlijk van een chalet. Vanwege de nabijheid van het Koninklijk
Paleis bezit het tevens een koninklijke wachtkamer. Bijzonder zijn de buitentrap
en het terras voor de restauratie op de eerste verdieping. Het ruime
stationsplein is in opmerkelijke harmonie met het parkachtige karakter van het
in opkomst zijnde forensendorp. Het gebouw heeft de monumentenstatus.
Baarn op een oude prentbriefkaart |
Op 15 juli 1973. Op spoor 1 staat, op een mooie zomerse dag, treinstel 221 uit 1946 in de stoptreindienst via Soest naar Utrecht te wachten op vertrek. |
Dit artikel is met toestemming en medewerking van de auteur overgenomen uit het informatiebulletin van de Stichting Mat’54 Hondekop-Vier (nummer 1, jaargang 2004). De foto's welwillend ter beschikking gesteld door Kees van de Meene en Edward Bary.
Geplaatst door L.J.A.Bakker
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter
Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl