maandag 27 januari 2020

Er loopt een paard door de Laanstraat

Door Ed Vermeulen


Ik vertelde het u al eerder: in de periode februari 1950 tot januari 1964 woonde ik in de Laanstraat. Er waren nog paarden in het straatbeeld. Ik heb ze voorbij zien komen en vooral zien gaan. Een verhaal:

Ten eerste: kort geleden werd ik, tijdens mijn bijna dagelijkse bezoek aan de Laanstraat, aangesproken door een (oud) klasgenoot van de lagere school. Er ontstond een geanimeerd gesprek met een hoog ’Weet je nog van toen’ gehalte’: ’Hé Ed, jij woonde toch vroeger in die grote villa in de Spoorstraat’. ’Jazeker, tot 1950, toen verhuisden we naar  de Laanstraat ’. ’Hadden jullie daar in de Spoorstraat ook een paardenstal?’ De villa was van 1880, dus het had gekund.

Spoorstraat 2,  géén stal wel een paard
(Coll. Ed Vermeulen)


’Nee, die was er niet’. Bijna had ik er aan toegevoegd: ’Maar wel een paard en dat stond bij ons binnen in de kamer’. 

Het paard van Adema (het paard dat bij ons binnen stond). Iets meer dan veertig jaar heeft dit paard een warme stal gehad in Spoor- en Laanstraat. Nu hoor ik u denken: was er in de Spoorstraat of in onze straat van Laan dan een stalhouderij of koetshuis? Volgens mij niet, maar alles is natuurlijk mogelijk. En… het moge duidelijk zijn, ook uw schrijver weet niet alles. De dichtstbijzijnde koetshuizen waren of zijn te vinden in de Teding  van Berkhoutstraat, Leestraat (zelfs tweemaal!) en de Stationsweg (Pekingtuin), de mooie plek waar nu Muziekschool Baarn is gevestigd.

Er hangt een paardenhoofd aan de muur (koetshuizen Stationsweg en Leestraat)
(Coll. Hist. Kring Baerne)

In dit geval luidt het juiste antwoord: dit paard stond bij ons thuis voor het raam. Of achter, dit hangt af of u bij ons naar binnen dan wel naar buiten keek. ’Bij ons’ staat voor Laanstraat 66A, de plek waar ik woonde van 1950 tot 1964.

Laanstraat 66 en 66A,  toen en nu! 
(Combifoto: John Kappers)

Mijn moeder woonde zelfs tot enkele jaren voor haar overlijden in 1990 nog steeds in de Laanstraat, zij het vanaf 1970 op een ander huisnummer. Waar het paard stond? Voor het rechter raam. Op het meubel waarin de (bijna) professionele naaimachine van mijn moeder, die confectienaaister was, stond. Wanneer zij aan de slag ging kreeg het paard een andere plek toegewezen in onze ruime huiskamer. Dit alles speelde zich af boven de groentewinkel van Robberse, die ook onze huisbaas was. Onze overburen van Laanstraat 81 waren de familie Postema, fournituren en stoffen, en weer later, na 1960, Zeilmaker, zij het dat zij stoffen en fournituren verkochten. We keken over en weer recht in elkaars woonkamer. De heer Postema heeft ons eens toevertrouwd dat hij bij het van stal halen van het paard altijd tegen zijn vrouw zei: ’het paard is weg, er wordt weer gewerkt aan de overkant!’

1961: vanuit Laanstraat 66a keek het paard
naar de tuin van Spoorstraat 2.
(Coll. Ed Vermeulen)


                 

Ons paard was uit één stuk hout gesneden. De maker was G. (Gerhardus) J. (Jan) Adema (1898 - 1981) de bekende Friese kunstschilder en beeldhouwer.

 Adema: schepper van het Paard en …Us Mem.
                 
Adema stond bekend als paardenschilder, maar zijn meest bekende werk is ongetwijfeld het beroemde en nog steeds bestaande beeld van een koe: Us Mem te Leeuwarden. Ons paard had ontegenzeggelijk een oorlogsverleden (het had een aantal jaren doorgebracht in een opslag van na de oorlog door de autoriteiten, ook wel genoemd Het Bevoegde Gezag, in beslag genomen goederen) en kwam rond 1948-49 vanuit Den Helder naar Baarn, waar het uiteindelijk de plek kreeg die ik hierboven beschreef. Nu is het paard al weer een tiental jaren terug naar waar het ooit gemaakt werd: Friesland. Ook paarden hebben recht op een mooie oude dag in hun thuisland!

Paardenjongen: Mocht u zich na deze ontboezemingen afvragen of uw schrijver in zijn jeugd een paardenjongen was, dan is het antwoord: Nee, ik ben geen paardenjongen, nooit geweest ook. Ik ben meer een kamelenmens of was het een dromedaris.

Uw schrijver op het schip der woestijn, Artis 1947 
(Coll. Ed Vermeulen)

Alle gekheid op een stokje, ook in mijn leven en zeker in mijn vroege jeugd speelden ook paarden een rol. Ik noem een paar voorbeelden: Ten eerste: het paard van Sinterklaas. Waarbij ik meteen de aantekening moet maken  dat ik ’mijn’ enige echte Sint, de heer van den Berg Jeths (ome Jeths) van speeltuinvereniging Het Noorderkwartier in mijn herinnering nooit op een paard heb zien zitten. Of heb ik het mis?

Sint ’ome Jeths’, géén paard wel een zetel
(Coll. Ed vermeulen)

Andere paarden die ik mij herinner en die een rol speelden in mijn beleving in het Baarn van toen waren in chronologische volgorde: het paard van groenteboer Ruitenbeek uit de Kerkstraat.`

Groenteboer Ruitenbeek (op de rug gezien en…zonder paard) 
(Coll. Groenegraf.nl)

Deze ventte met paard en wagen zijn groenten, aardappelen en fruit uit toen we nog in de Spoorstraat woonden(1944-1950). Hoe lang dit geduurd heeft weet ik niet meer precies, maar binnen niet al te lange tijd en zeker toen we naar de Laanstraat verhuisden, verwisselden we van leverancier. We woonden vanaf 1950 natuurlijk niet voor niets boven de groenten en fruit handel van Robberse. En die, dat weet ik zeker, had géén paard! Wel een transportfiets. Het tweede paard dat in mijn herinnering is blijven hangen is het paard van melkboer van der Vuurst uit de Schoolstraat. Hij ventte niet alleen zijn melk uit bij in de Laanstraat wonende consumenten, waaronder wij, maar bediende ook de  grootverbruikers: de banketbakkers.

Melkboer Van der Vuurst en zijn ijzeren paard
 (Coll. Groenegraf.nl)

En, u raadt het al, wij woonden naast een banketbakker. Wijers… ’Huize Wijers’ wel te verstaan. Het paard van Van der Vuurst was, om in termen van nu te spreken, geconditioneerd oftewel voorgeprogrammeerd. Het liep komende vanaf de Brink zijn route en stopte precies waar Van der Vuurst moest zijn. Dat deed het trouwens ook aan het einde van de werkdag op de Stationsweg voor het toen nog bestaande Café ‘t Centrum, hierbij  zijn baas de gelegenheid gevend een laatste ’One for the road’ versnapering tot zich te nemen.

Tijd voor een stop: Café ’t Centrum, Stationsweg
(Coll. Hist. Kring Baerne)
Ik stel mij zo voor dat man en paard vanaf de Brink de volgende route namen: Van Dijen (onder het Rietendakje, Hilbrands (nu Blokker), Kuiper (inmiddels weet ik dat Kuiper bediend werd door melkboer Van Wegen, onsterfelijk geworden door de slagzin: in een vrij land, een vrije klant, Wijers (laatstelijk Intertoys), Oostenrijk (nu La Pearl en Keurslager Mathijsen) en Vonk (nu Hendricksen).


De route van het paard van Van der Vuurst 
(Coll. Hist. Kring Baerne)

Later werd de Laanstraat zelf omgeprogrammeerd tot éénrichtingverkeer, maar toen was het voor het paard van Van der Vuurst al te laat om nog wat bij te leren. Het kreeg naar verluidt ontheffing en mocht tegen het verkeer in toch de vertrouwde route afleggen. Toen hielden we nog rekening met elkaar! Ook liep er, inmiddels heel lang geleden, een schillenboer, wiens naam mij is ontschoten, voorzien van sikje en martiale snor, met paard en wagen door de straat. Het verhaal deed de ronde dat hij zekere familiebanden met Paleis Soestdijk had. Waar of niet waar?
Als laatste, maar zeker niet de minste noem ik Trigger het trouwe paard van mijn grote filmheld cowboy Roy Rogers,  door ons in die dagen in ons beste Engels uitgesproken als ’coiboi Rooie Rogers’.
 De man en zijn paard: Roy Rogers en Trigger
(Coll. Marty Vermeulen)


Het hoe en waarom:  Hoe ik er bij kom u dit alles te vertellen? Het zit zo: het op 4 februari 2019, op de rijk met verhalen gevulde Baarnse geschiedenissite Groenegraf.nl geplaatste  verhaal ’Koetsiers, Palfreniers en Rijtuigen’ is hieraan debet. Ik zag de paarden, de koetsiers, de rijtuigen en de oude dikwijls verdwenen villa’s en was meteen verkocht. Nostalgisch, zeg maar gerust ’Vorstelijk’ nostalgisch Baarn in optima forma. Ik zag het in het verhaal genoemde terrein van Villa Alta, toen al gesloopt, weer voor me. Een prachtige, wild begroeide en vooral ook spannende speelplek. Met echte ruïneachtige restanten. De oude kelder? Dichterbij het inmiddels geruimde verleden kon je niet komen.

 Het Oude Koetshuis van Hoog Wolde (uit het prentenboek van Hans Smeekes)
 (Coll. Groenegraf.nl)

Zo rond 1987, ik werkte bij Polygram, nam ik mijn intrek in het nu nog steeds bestaande Oude Koetshuis van de nu inmiddels lang geleden gesloopte villa Hoog Wolde aan de Oude Utrechtseweg. Ik herinnerde mij de verhalen van mijn vroegere klasgenote van de lagere school Marieke Bekker over haar grootvader koetsier Jurrie Bekker, tevens naamgever van haar broer Jurrie (Jur). Hij had hier in zijn functie als koetsier van de familie Santberg niet alleen ooit ’zijn’ paard gestald, de koetsen doorgesmeerd (de smeerput was er nog, verborgen onder een stevige metalen plaat en aan het oog onttrokken door de vloerbedekking) maar had hier ook zelf, in de koetsierswoning geheel rechts, zijn eigen warme stal gevonden.

Koetsier Jurrie Bekker, in voorbije tijden bewoner van Het Oude Koetshuis
 (Coll. Familie Bekker)

Ten leste: eigenlijk verdienen ook de hieronder volgende paarden een plekje in deze illustere lijst: de paarden van de Jan Plezier van De Koog , Texel.


Jan Plezier, De Koog  1941 (Coll. Rein Stam, Texel)
Paard op de Brink, nog altijd dorstig! (Coll. Groenegraf.nl)
                     
Tijdens de vele tochten met dit toeristische fenomeen leerde ik spelenderwijs alles over de Texelse natuur. Voeg daarbij  het paard op de Brink (sinds A.D. 1995), zo mooi beschreven in het verhaaltje ’Fontein op de Brink’. Waarom zij toch niet zijn opgenomen in mijn definitieve hippische lijst? Het antwoord is simpel: de eerstgenoemde paarden behoren niet tot het Baarnse erfgoed en het Brinkpaard is voor mij géén herinnering, maar realiteit, als u begrijpt wat ik bedoel.
Stapvoets of in volle draf op weg naar een volle of slechts met anderhalve man en een paardenkop gevulde stal, het Baarnse paardenverleden is altijd dichterbij dan u denkt!


Ed Vermeulen (1942)

















Dit verhaal verscheen op maandag 27 januari 2020 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren 


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt periodiek op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter