zaterdag 4 april 2015

Een Baarnse steenfabriek

door Eric van der Ent


Een steenbakkerij te koop aan de Baarnschendijk.
Advertentie uit 1883
Bij het woord 'steenfabriek'  is mijn interesse al snel gewekt. Vrijwel mijn hele werkzame leven ben ik in dienst als Commercieel Medewerker voor de Kalkzandsteenindustrie. De laatste jaren ook in de buitendienst in Duitsland om de kalkzandstenen in Duitsland aan de man te brengen. Toen ik in een oude krant uit 1883 een advertentie vond van een steenbakkerij in Baarn viel ik bijna uit mijn stoel. Een steenfabriek in Baarn? Daar had ik nog niet van gehoord.

De steenfabriek te Baarn van Keij en Collard.
Advertentie uit 1870
Nieuwsgierig geworden naar meer informatie over deze fabriek ging ik op onderzoek uit. In het tijdschrift Baerne, september 1999, van de Historische Kring Baerne, vond ik artikel over deze fabriek van de hand van Bep Grootendorst. Bep schreef dat leden van Arwe twintig jaar daarvoor tijdens een zoektocht naar fundamenten van het oude Grimmestein op een grote hoeveelheid bakstenen in de bodem in een weiland aan het Zuidereind vond. Vrijwel zeker heeft op die plek de Baarnse steenfabriek gestaan. Veel informatie over deze steenfabriek was er destijds nog niet bij de HKB. In de boeken van d' Aulnis de Bourouill vond men dat de Baarnse aannemer G. Key in 1867 toestemming kreeg om een steenfabriek op te richten. Door toeval vond Bep Grootendorst rond 1989 jaarlijkse verslagen die het Gemeentebestuur in de tweede helft van 19e eeuw naar de gemeente stuurde. In die verslagen was informatie over het aantal personeelsleden en de beloning van de personeelsleden te vinden. Veel meer informatie was er op dat moment nog niet beschikbaar.

Advertentie uit 1873
Tegenwoordig worden steeds meer archieven openbaar en gedigitaliseerd, zodoende wordt het steeds eenvoudiger om informatie te vinden. Helaas moet ik bekennen dat ik, ondanks deze eenvoudigere toegankelijkheid, ook niet veel meer te weten ben gekomen. In de oude kranten die op de site van de Koninklijke Bibliotheek te vinden zijn heb ik wat advertenties een artikelen kunnen verzamelen die een beeld geven over de eigenaren van de fabriek.

Er is bij mij wel wat verwarring ontstaan over de exacte locatie van de fabriek. In de advertentie uit 1883, zie de bovenste advertentie, wordt gesproken over een steenbakkerij met huizinge, loodsen, steenovens en daarbij behorende gereedschappen, weiland een erve, genaamd De Grimmesteijnsche Maat, staande en gelegen aan de Baarnschendijk, aan de rechter oever van de rivier De Eem. Maar wat is nu de rechter oever van de Eem? Volgens mij is rechts als je met je bootje de Eem afvaart richting Eemmeer aan de rechter kant. Daar waar het Zuidereind loopt dus. In de advertentie wordt echter ook gesproken over de Baarnschendijk. En dat is volgens mij juist aan de overzijde van de rivier, aan de Baarnse kant, dus vlakbij de plek waar nu restaurant Eemlust te vinden is. In het artikel van de HKB wordt ook gesproken over een weiland aan het Zuidereind, dus ik denk dat we mogen aannemen dat de fabriek aan die zijde van de rivier heeft gelegen.

Collard wordt opgevolgd door Bruinier in 1873
Zoals d' Aulnis de Bourouill beschreef kreeg G. Keij in 1867 toestemming voor de oprichting van de fabriek. Gerrit Keij werd geboren op 23 september 1829 in Opijnen als zoon van landbouwer Jacob Keij en Maria van Zeijl. Gerrit is timmerman, houthandelaar en aannemer. In 1860 trouwt hij met Marretje van Leersum (1839-1890), dochter van kastelein Gijsbert van Leersum en Geertruida Fluijt. De fabriek runt hij samen met zijn compagnon Collard. In het artikel in Baerne wordt aangenomen dat Collard de toenmalige intendant van paleis Soestdijk was. De voorletters van Collard waren bij het schrijven van dat artikel nog niet bekend. In een advertentie uit 1873 wordt echter aangegeven dat Petrus Lodewijk Albertus Collard wordt opgevolgd door F.J.A. Bruinier. Deze Petrus was niet de intendant van paleis Soestdijk, maar hij was burgemeester van Breukelen en Tienhoven. Bovendien was hij notaris te Beek. We mogen aannemen dat Collard de fabriek vooral als belegging heeft gezien.

Petrus Lodewijk Albertus Collard (1845-1897) was een zoon van Walter Louis Albert Collard en Angelica Cornelia Collard. Hij trouwde in 1873 in Baarn met Alida Johanna Collard. Deze Alida was de dochter van de intendant van paleis Soestdijk, Willem Collard en Christina Johanna van Andel. Grappig om te zien dat de achternaam van de bruidegom, zijn bruid, zijn beide ouders en zijn schoonvader Collard is. Blijkbaar wilden ze het geld in de familie houden... In 1873 stapt Collard dus uit de fabriek en verkoopt zijn deel aan Bruinier. Collard zou in 1897 in Pretoria (Zuid Afrika) overlijden.

Limper en Sibblee nemen de fabriek over in 1878
De nieuwe vennoot van Collard, Frederik Jacob Antonie Bruinier (1837-1913) zou vijf jaar compagnon van Keij blijven. In februari 1878 wordt de steenfabriek in Baarn verkocht aan aannemer Dirk Limper (1836-1922) en zijn zwager Leendert Hendrik Sibblee. Deze Dirk Limper is de oom van Peet Limper over wie ik onlangs schreef (De eerste radio-bezitter van Baarn). Dirk was een succesvolle aannemer met grote opdrachten door heel Nederland. Hij bouwde onder andere de Christelijk gereformeerde Kerk (ook wel Paaskerk of Kruiskerk genaamd) aan de Oude Utrechtseweg. Baarn groeide in die tijd enorm. Aan bouwprojecten geen gebrek. Regelmatig plaatst Dirk advertenties om personeel te werven.

Limper zet de fabriek alleen voort in 1880
Samen met zijn zwager Sibblee was hij inmiddels ook een smederij en ijzerwarenhandel gestart maar in 1880 besluiten ze dat ze hun activiteiten moeten splitsen. Sibblee gaat door met de ijzerwarenhandel en Limper met de steenfabriek en de aannemerij.


In het eerdergenoemde artikel in het tijdschrift Baerne is te lezen dat de steenfabriek alleen in de zomer produceerde. Dat zal niet alleen met de kou in de winter te maken hebben, maar in die tijd stond de polder regelmatig 's winters onder water. In 1882 werd er in de fabriek niet meer geproduceerd en in 1883 werd de fabriek gesloopt. Dat was het einde van de steenfabriek in Baarn. Dirk Limper was al weduwnaar van Magdalena Sibblee. Hij hertrouwde met Marie Madeleine Verdonck in 1882, het jaar dat de fabriek stil kwam te liggen. In 1894 wordt de scheiding van het echtpaar geregistreerd. Wanneer Dirk precies is overleden heb ik (nog) niet kunnen ontdekken, maar dat moet in ieder geval na 1920 geweest zijn.

Aan de Eem bij Kuijer.Tassen met bakstenen van de Baarnse steenfabriek?

Mij zijn helaas geen afbeeldingen of foto's van de Baarnse steenfabriek bekend, maar op diverse foto's en ansichtkaarten waarop de Eem en café Kuijer is afgebeeld, zijn ook tassen met bakstenen op de kade te zien. Waren dat stenen van de Baarnse fabriek, die vanaf daar verscheept werden? Uiteraard kunnen het ook stenen van elders geweest zijn, die via de Eem naar Baarn verscheept waren. Wie het weet mag het zeggen.

Nog een foto bij de Eem. Een grote voorraad stenen.


Update 5-4-2015: 
Onze vrijwilliger John Kappers heeft nog kunnen uitzoeken hoe het Dirk Limper vergaan is nadat hij met de fabriek stopte. Hij vond een inschrijving in het bevolkingsregister van Nieuwveen. Op 18 maart 1921 kwam hij te wonen in de Johannesstichting aldaar. Hij kwam toen van Castricum, waar hij van 14-12-1920 tot 17-3-1921 in het Provinciaal Ziekenhuis verbleef. De Johannesstichting was een instelling voor arme en behoeftige mannen, later ook vrouwen. De succesvolle aannemer en fabrikant bleef dus berooid achter. Een jaar later, op 13 maart 1922 overleed hij in Nieuwveen, op 85-jarige leeftijd.

Eric van der Ent






Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter